Zachte voestappen vulde de leegte van het woud. Alles maar ook alles leek verdwenen te zijn. Zelfs al het prooi, de insecten, alles. Een plotse gedaante voor haar schudde haar wakker van haar dagdroom. Bedroefd tilde ze haar hoofdje op, en staarde in twee felgroene ogen. '' MAMA!'' gilde ze. Nu pas kreeg ze haar omgeving en haar uiterlijk in de gaten. Ze was weer jong, weer een apprentice, van 6 manen. Maar wat deed ze dan bij de rogue plaatsen? Een beweging in haar ooghoek trok ook haar aandacht. Een bruine cyperse kater verscheen naast haar. '' papa'' fluisterde ze helemaal verontwaardigt. Wat deden haar ouders hier? Die waren toch allebei gedood door een beer? Een bittere zucht van verdriet ontsnapte uit haar keel, toen ze ook de katten achter haar moeder zag staan. Die ogen , die kende ze gewoon. Dat waren haar broers en zussen. Waarom? Waarom kwam dit allemaal bij haar op? Ze dacht dat ze er al lang van af was, van het schuld gevoel...
Haar zachte borstkast rees op en neer, als teken dat ze droomde. Een paar keer gaf haar staart trekjes, als teken dat ze een nachtmerrie had. '' mama, papa,m-mij-mijn -fa-famil-familie'' murmelde ze half hoorbaar. '' Mijn familie!'' gilde ze met haar grasgroene ogen wijd open gesperd. Ze nam haar omgeving nog maar eens in haar op, zoals in haar droom. Maar deze keer was ze niet in de buurt van de rogue's , ze was veilig in haar nest, in het Windclan camp. Ze toonde haar aandacht aan een paar spelende kittens. Ja , die hadden het nog vredig, zij hadden nog familie, en ... nog geen problemen, of verandwoordelijkheden. Ze snoof eens de frisse lucht in, en ontdekte dat ze pas terug moesten zijn van jachtpatrouille. Dat was toch iets, die haar dag nog kon redden. Misschien ging ze maar eens mee de grens lijnen checken , of nee ze zou mee op patrouille gaan. Dat was namelijk al eventjes geleden dat ze dat deed. Maar de beelden van in het vreemde woud drongen haar gedachten binnen. Waar was dat ook al weer? Bij de kittypets? Neej bij de rogue's. Misschien ging ze maar eens naar daar. Misschien was die droom een teken dat daar iets was. Misschien een onbekende familielid? Neej dat kon niet,heel haar familie was dood, zij was de engiste die over leefde. Een verdrietig gevoel sprong naar boven, ze had gedroomd over haar familie. Ze had haar ouders en zussen weer gezien, tja nou niet in levende lijven, maar nog steeds... Wild schudde ze haar fijne hoofd, en hees haarzelf recht, en strekte haar poten uit. Ze was nou ook weer niet van plan om de hele ochtend hier na te denken als een oudje. Nog een beetje slaapdronken trippelde ze de warrior den uit, en liep verder tot de prooistapel. En jha hoor, die was weer vol , natuurlijk, het werd nieuwblad, en het prooi komt weer terug. Ze snuffelde aan twee muizen, en besloot maar om die te pakken, en niet erg kieskeurig te zijn. Waarom dat wist ze niet, maar deze dag leek grijzer, kaler dan anders. Ookal waren de bloesems weer aan de bomen , en zongen de vogels hun lied. Iets vertelde haar dat er wat ging gebeuren. Eenmaal dat ze gegeten had, sprong ze naar de kamp ingang. Ze wou niet langer wachten, ze wou meteen de rogue plaatsen gaan checken. Razendsnel stormde ze het kamp uit, en ontweek al haar obstakels simpel. Ze bouwde een hoge snelheid op, en liep zo de hele tijd verder, tot ze de grenslijn had bereikt. Voldeig uit gepuft , stak ze de grenslijn over , en bereikte een donderpad. Yay , hoe gaan we dat nou weer regelen? Maar gelukkig had ze hier al wat ervaring mee, en wist ze natuurlijk dat ze geduldig moest wachten tot er geen monsters in zicht waren. Toen een olijf groen monster voorbij raasde, zag ze haar kans , en stormde het pad over. Weer verminderde ze haar vaart niet, en bleef rennen, rennen tot ze de plaats had bereikt waar ze wou zijn. Ongeveer 's middags arriveerde de lapjespoes eindelijk de rogue plaats, maar kwam niet echt tegen wat ze verwachtte. '' wie ben jij?'' siste ze tegen de lichtrode poes tegen over haar.