Solus schrok wakker van een ruwe duw die haar van de boom stam gooide. ''Wie deet dat!'' Zei ze kwaad. Ze keek om zich heen, maar zag niemand. Solus rekte zich uit, En liep naar het Bloodclankamp terug. Daar zag ze een onbekende kater liggen tussen allemaal andere. Nog steeds geirriteerd liep ze naar hem toe en vroeg: ''Ben jij misschien Cyclone? Ik ben Solus.'' Ze knipperde met haar felblauwe ogen, en knikte naar Cyclone. Ze ging onzeker voor hem zitten en zei niks. Daarna draaide ze zich om en liep weg.
Ze keek nog even om naar Cyclone. Maar trippelde daarna de bosjes in. Ze ging zitten en keek naar alle katten in het territorium. Ze zuchtte. Solus ging liggen, en deet opnieuw haar zeeblauwe ogen dicht. Ze legde haar staart over haar gezicht. En dacht de laatste keer aan Cyclone. De aantrekkingskracht was bij hem het meest. Dat was het laatste... toen viel ze in een diepe slaap.
-FLUT