L I N N 331 Actief
| |
| Onderwerp: Looking to the bright, bright stars. za 19 mei 2012 - 12:35 | |
| "Grmmbll.." Knarste hij, terwijl hij zich op zijn rug draaide. Het leek alsof Starclan niet wou dat hij sliep, alsof niemand hem een goede nachtrust gunde. Hij opende zijn oranje ogen, die nog steeds zo fel waren als altijd. Hij rolde zich nogmaals om en sloot zijn ogen weer. Hij wou slapen, morgen moest hij weer fit zijn. Luisterend naar alle geluiden om hem heen probeerde hij weer in slaap te komen. Maar niets leek te lukken, geen enkel geluid dat hem kon laten slapen. Hij was gewoon niet moe. Hij strekte een van zijn poten uit en sloeg ondertussen even zijn nagels in en uit. "Hmm," Murmelde hij, direct gevolgd door een geeuw. Licht verveeld keek hij de den door, het zag er allemaal donker uit, dus het moest nog diep in de nacht zijn. Waarom kon hij nou niet slapen? Waarom juist hem? Hij gromde zachtjes, om niemand wakker te maken. Stilletjes stond hij op, frisse lucht zal hem vast goed doen. Hij moest wel erg stil zijn, want hij wou geen andere kat storen tijdens hun slaap. Hij wist hoe vervelend dat was. Eindelijk bij de uitgang aangekomen ging hij zitten, met zijn ogen gericht op de sterrenhemel boven hem, of zoals de clankatten altijd zeiden; Zilverpels. Indrukwekkend, hoe al die sterren daar zo schitterden. Hun oude clankatten, hun oude vrienden, zijn ouders. Ze bevonden zich daarboven in Starclan. Hij mistte ze, gelukkig had hij altijd nog zijn zusje Solarpaw. Ze waren niet alleen broer en zus, ze waren ook goede vrienden. Hij zou haar beschermen met zijn leven, zij was het enige familie-lid wat hij waarschijnlijk nog over had. "Zilverpels.." Fluisterde hij stil, terwijl hij kort een diepe zucht slaakte. Soms was het vervelend om op aarde te zijn, soms zou hij willen om zich bij zijn ouder te voegen. Maar hij wist dat hij hier maar een leven zou krijgen, en hij dit leven moest benutten. Vrienden moest maken, vijanden moest maken en misschien zelfs een liefde zou vinden die voor eeuwig bij hem zal blijven. "you can, you should, and if you’re brave enough to start, you will." Murmelde hij uit. De woorden die zijn vader voor zijn dood had uitgesproken, de woorden die hem de moed terug gaven die hij daarvoor gehad had. Een grijns verscheen op zijn gezicht, ja, deze zin had hij onthouden alsof het een stuk van zijn vader was, en dus een stuk van hem. Hij legde zijn staart al snel voor zijn poten. Hij wist dat hij hier nog wel een tijdje zal blijven zitten, starend naar de sterren boven hem. Starend naar de wonderen die zich afspeelden in deze prachtige hemel. Zijn blik gleed even naar de maan, het leek alsof er bijna geen maan was, zo dun was het spleetje. Hij slaakte kort een zucht, ja, een nieuwe maan was sinds kort begonnen. Ook begon de wereld er weer groen uit te zien, Nieuwblad was namelijk aangebroken. Hij snoof de frisse lente geuren in en sloot vervolgens zijn ogen om te luisteren, gewoon te luisteren. Plots hoorde hij enkele pootstappen achter hem. Had hij dan toch iemand wakker gemaakt? Hij draaide zijn hoofd naar de schim en knikte. Duidelijk een Shadowclan kat. "Hallo." Zei hij stil, hij wou namelijk niet meer katten wakker maken. De clan moest ook kunnen slapen, ze zouden het niet waarderen als hij nu heel hard begon te spreken.
[ O P E N ]
|
|
|