Een witte poes trippelde vrolijk door het bos. Ze was op jacht, hoewel het erg warm was. Ze had de hele dag een beetje geluierd en nu vond ze het wel tijd om in actie te komen. Ze minderde vaart en ging rustig ergens achter een bosje zitten wachten op de geur of het geluid van een prooi. Ze sloot haar ogen half en luisterde naar de natuur. Na een tijdje hoorde ze het krabben van een waterrat. Ze spitste haar oren maar bleef zitten. Geen onverwachten bewegingen nu. Ze opende haar ogen en keek of ze hem zag. Ze zag hem niet maar de geur was sterk, hij was in de buurt. Ze keek nog eens goed en zag hem toen niets vermoedend een beetje doezelen in de zon. Meteen sloop ze in jachthouding en kwam stap voor stap dichterbij. De rat spitse zijn oren en Icecrystal moest nu wel springen. Ze sprong en had de rat nog net tussen haar poten. Snel maakte ze een einde aan zijn leven door hem te bijten en begroef hem toen bij de boom om hem later weer op te halen. Met een teverden blik ging ze veder. Misschien moest ze vis gaan vangen bij het riviertje. Vis was er genoeg, terwijl ze opweg was rook ze het verse spoor van een vink. Die zou ze vangen. Snel volgde ze het spoor. Gelukkig, het dier zat niet in de boom. Dan was het zo ie zo al makkelijker om hem te vangen. Langzaam zakte ze in sluiphouding en sloop dichterbij. Ze was net iets te ongeduldig en het vinkje hoorde haar. Snel vladerde het weg."Nee he, nouja veder zoeken dan maar. Het lukt ook niet altijd." moperde ze inzichzelf. Ze vergat het al snel weer toen ze rook dat de vink in de buurt was. Aha, een anderen kans. Dacht ze. Ze volgde het spoor en zag de vink op nieuw zitten. Wel beter oplettend maar niet slim genoeg voor katten. Ze zakte in sluip houding en besloop de vogel. Ze nam snelle korte stapjes richting de vogel, dat was de beste manier om een vogel te besluipen. Op het goede moment sprong ze en beet hem dit keer dood. Yes! Met een tevreden blik in haar ogen begroef ze hem hier en liep vrolijk veder maar de rivier. Mooi zo, nu kon ze eindelijk vis gaan vangen. Ze bedacht zich dat ze van gisteren ook nog wat prooi had begraven bij de grens tussen de windclan en het riverclan terretorium. Ze had gisteren veel prooi en moest twee keer lopen. Het was haar vast ontschoten toen ze het kamp binnen kwam en een kat vroeg of ze samen zouden eten. Ze zou de prooi aan het eind van de dag ophalen. Onderweg hoorde ze nog een prooi maar besloot door te gaan naar de rivier. Na de rivier zou ze nog wat in het bos vangen. Ze snoof de geur van de rivier op en voelde zich meteen op haar gemak. Ze had zin om een duik te nemen, maar ze zou alle vissen weg jagen en de stroming was sterk. Hoewel hun deze stroming wel aan zouden kunnen. Opeens ving ze de geur van een anderen kat op. Windgust, gezellig. Konden ze samen jagen. Teminste als hij geen opdracht had ofzo. Hopelijk was hij hier om te jagen. Vast wel. Nu zag ze hem ook zitten. "Icecrystal" Zei hij. Hij keerde zich om en begroette haar met een knikje. Zelf zwiepte ze terug met haar staart. Ze ging zitten en keek hem aan. Windgust legde een vis voor haar neus en vroeg: "Heb je honger?" Icecrystal had wel degelijk honger maar de clan ging voor. Ze zou wachten en later wat nemen. Schuldig dat ze het aanbod afwees schudde ze haar hoofd. "Ik heb moet ik toegeven wel honger, maar de clan gaat voor. Maar bedankt voor het aanbod. Gaat de vangst goed vandaag? Ik heb net een waterrat en een vink gevangen, hoewel de vink wel moeilijk ging. Zullen we samen veder jagen?" Even opgewekt als altijd liep Icecrystal naar de rivier en ging daar zitten wachten. Ze draaiden zich om en keek naar Windgust. Daarna keek ze weer naar het water en concetreede ze zich op de vis die er rondzwom. Hij zwom heen en weer maar Icecrystal nam geen risico nu al te krabben. Ze had wel geleerd dat je geduld moet hebben bij het jagen nadat ze die vink had gevangen. De vis bleef zwemmen, hij leek niks te merken van haar aanwezigheid. Toen de vis zich omdraaide om weer de anderen kant op te zwemmen sloeg ze toe. Ze graaide met haar poot in het water en voelde de vis spartelen aan haar klauw toen ze hem op de kant gooide. De vis spartelde hulpeloos en Icecrystal maakte snel een eind aan zijn leven. Ze keek naar Windgust, misschien had hij ondertussen ook wat gevangen. Terwijl ze de vis aan het vangen was had ze niet op Windgust gelet. "Zo, weer een vis erbij." Ze ging naast Windgust zitten en keek omhoog naar de zon, die nu op het hoogste punt stond. "Zullen we even in de schaduw van die boom gaan zitten? Dan kunnen we even uitrusten tot het iets koeler word? En misschien vangen we nog iets in het bos?" Ze stond op en rekte zich uit. De zon maakte haar wel erg moe. Snel liep ze naar de boom toe en instaleerde zich op de zachte bosgrond. Als de zon zo hoog stond als nu was het meestal het warmst en kon je beter even in de schaduw gaan liggen. Ze ging op haar zij liggen en sloot haar ogen half. "Hoe gaat het eigelijk met jou?" Om wat koeler te worden begon Icecrystal zich zelf af te likken en bedacht dat ze misschien toch maar wat moest eten. Vanmorgen had ze ook al niks gegeten, puur omdat ze moe was en haar humeur door de warmte minder was. In de loop van de dag werd het beter en nu begon ze wel erge honger te krijgen. "Zeg Windgust, is die vis die je me aanbood nog beschikbaar? Ik had vanmorgen ook al niks gegeten en het is wel zo verstandig. Ik merk nu ook pas dat ik eigelijk wel honger heb. Ze keek Windgust aan en wachtte op antwoord.
Zo toch maar even gepost