Het was een tijdje stil en Shadowfur genoot stilletjes van de zachte wind die haar vahct omhoog waaide en naar beneden liet deinen als hij even een pauze hield. Shadowfur keek naar boven, naar de lucht en zag dat zonsondergang al haast begon. Shadowfur zuchtte. Ze had nog helemaal geen zin om te gaan slapen en te gaan eten. Trouwens, zij en Aqualight hadden ruzie. Ze mocht Aqualight gewoon niet. Ze hadden altijd wel een meningsverschil. Shadowfur keek even rond en ontdekte nog meerdere vogels maar Shadowfur had geen zin om erop te gaan jagen. 'Dankje', zei Evileye toen. Shadowfur gaf een korte knik en een zwiep met haar staart dat het zo wel goed was. 'Zullen we zo teruggaan naar het kamp?', vroeg Evileye. Shadowfur had helemaal geen zin. 'We? We? Je doet maar lekker wat jij wilt, maar ik zie zelf wel wat ik van plan ben', antwoordde Shadowfur. Ze keek naar de lucht. Ze kon ook nog lekker lang wegblijven en dan tegen Brokenstar zeggen dat ze het zeer druk had gehad met jagen en daardoor de tijd uit he oog was verloren. Of gewoon helemaal niks zeggen. Evileye keek haar aan en Shadowfur staarde doods terug. 'Gaan we zo, Shadowfur?', vroeg de poes toen nogmaals. Shadowfur zuchtte. 'Ik kom straks wel.' Maar ze was nog niet van Evileye's gevraag af. 'Shadowfur, wil jij deze dragen? Dan sleep ik de adelaar mee', zei de poes. Hier kwam ze dus niet meer onderuit. Als ze het niet deed leek het wel alsof ze lui was en dat was ze dus totaal niet. Evileye keek haar vragend aan. Shadowfur pakte zuchtend de net gevangen vogel van Evileye op. 'Ik ga de adelaar aan Brokenstar geven', zei ze. Shadowfur gaf een korte knik. 'Wil je me nog helpen?', vroeg Evileye toen. 'Ja ja, loop nu maar door!', snauwde de poes. Ze moest bijna kokhalzen door dat beest in haar bek! Ze liep naar de open plaats van het kamp, legde de vogel neer, keek of niemand keek en verdween toen door de struiken. Ze sprong in een boom.