D a a n 674 Actief
| |
| Onderwerp: A New Day [Frost] wo 27 jun 2012 - 15:31 | |
| Langzaam slenterde Skippy door het Bloodclan kamp heen. Hij had honger, dorst en zijn vacht zat vreselijk in de klit. Zijn poten zaten onder verdroogt bloed. Hij stonk en zo slenterde hij vedder. Zijn ene achterpoot slofte door het zand en zo ontstond er een sleepspoor op de plek waar hij had gelopen. Zijn groene ogen stonden somber en zijn mondhoeken krulden naar beneden. Hij had geen fijne tijd achter de rug. Zijn gevoelens voor Maite hadden zich opgehoopt, maar op de dag dat hij het wilde zeggen was ze weg en hij had haar niet meer gezien. Hij dacht dat het allemaal door hem kwam, had hij misschien anders gedaan dan normaal ? Of was er wat met haar gebeurt ?? Met al die vragen in zijn hoofd was hij er niet helemaal meer bij, het lukte niet meer om prooien te vangen, hij had geen zin om voor zijn uiterlijk te zorgen. Af en toe liep hij tegen een kat aan, waarna hij werd uitgescholden en door een kater in zijn gezicht werd geslagen. Een dikke druppel bloed droop over zijn zwarte vacht en viel voor hem op de grond. Skippy's gedrag veranderde meteen en hij haalde vliegensvlug uit. De kater schreeuwde van pijn en hij kreeg de kans om weg te sprinten, het kamp uit. Hij verborg zich in een paar bosjes die een cirkel vormden. Hier zat hij wel eens vaker de laatste tijd, en omdat het in het bos lag op rogue gebied kwamen er niet veel andere katten. Hij plofte neer en liet een grote zucht horen, het kon zo niet langer doorgaan. Hij stond na een tijdje weer op en begon eerst zijn vacht maar weer te wassen. Al snel voelde hij zich beter en zijn ogen stonden weer met diezelfde mysterieuze blik. Zijn vacht was weer pikzwart en de witte vlek op zijn borst was zo wit als sneeuw. Even dacht hij na, zal hij die vlek weer rood maken of niet ? Hij besloot om dat niet meer te doen en zo kwam hij trots zijn schuilplaats uit. Hij liep al snel weer langs de straten en keek rond of hij ergens kans zag om een hapje te eten. Al snel zag hij een huis waar een raam open stond, van binnen kwamen geluiden van vogels. Hij sprong op de vensterbank maar zag dat er een tweebeen bij was, dus helaas. Hij zag dat er een kraai in de tuin rondhipte en hij besloop het dier. In één keer sprong hij erop en doodde het ter plekke. Er lag een plasje bloed en snel at hij het dier op. Hij likte het bloed van zijn vacht en vervolgde zijn weg terug naar het kamp. |
|
|
|