Thornpaw zag hoe de grijze kat, uit de apprentices den kwam. Haar grijze pels schitterde in de zon.
De poes kwam haar bekend voor, maar ze kon niet op haar naam komen. Ze zag er mooi uit, vond Thornpaw. Haar zilvergrijze pels was stukken mooier dan die van haar. De poes zag er aardig uit. opeens wist ze de naam: Ach ja, Silverpaw! Ze zag er aardig uit. Thornpaw wou gaan vragen of ze mee wou gaan jagen ofzo, samen dingen doen. Opeens bedacht ze zich. Zo'n mooie poes moest natuurlijk massa's vrienden hebben. Die wilt natuurlijk dingen doen met elegantere katten dan ik. Thornpaw staarde zwijgend voor zich uit. Ze zag er nochtans alleen uit.Thornpaw waagde het erop. Ze pakte een dikke muis van de prooistapel en ging naast Silverpaw zitten. hallo, zei ze met een mondvol muis. Ik ben Thornpaw. Misschien kunnen we samen iets doen. Hoopvol keek ze Silverpaw aan.