Thornpaw was er alleen op uitgetrokken, alle apprentices waren op jacht of trainden met hun mentor. Het was bedoeld als wandeling, maar nu ze er eenmaal was zou ze net zo goed kunnen jagen. Ze was ver van het Windclan kamp, bijna aan de randen van het territorium. Ze hoorde geritsel. Thornpaw verstopte zich in een bosje en wachtte tot de prooi tevoorschijn kwam. Het was een muis. Jammer. Thornpaw had eigenlijk op een mals, sappig konijn gehoopt. Maar ja, een muis kon er ook mee door. Ze zette zich klaar voor de sprong en..... Hap, een grote grijze kat was haar voor. Met een hap at hij het op. Toen wist Thornpaw dat er iets niet klopte, ze rook zijn geur niet maar het was overduidelijk dat het geen clankat was. 'Voed eerst de clan, en dan pas jezelf'. Dat was haar van jongs af aan al ingeprent.Opeens kwam er een kat uit het niets op de grijze kater afgesprongen. De kater draaide zich om en beet de kat in zijn nek. Dood. Thornpaw was geshoqueerd. Het was weliswaar geen Windclan kat, maar toch... Van angst maakte Thornpaw een geluidje. Het was niet hard maar de kater had haar gehoord. Hij liep regelrecht naar het bosje waar ze in zat verstopt. Felblauwe ogen keken haar woedend aan. Thornpaw keek verschrikt terug, ze moest hier weg. Met een kat die moeiteloos een ander kan doden wou zij liever geen gevecht aangaan. De kater kwam dreigend op haar af. Thornpaw begon te rennen, de kater achter haar aan. Ze kon snel rennen maar niet snel genoeg. De kater haalde met een haal haar zij open. Thornpaw krabde terug maar veel schade had zij niet aangericht. "Help" riep ze luid. Ze hoopte dat een andere kat haar zou horen. "Help!"