// Linn 471 Actief
| |
| Onderwerp: 'No.' zo 17 jun 2012 - 9:46 | |
| Opgerold lag hij tegen de buik van zijn moeder aan, af en toe leek hij genietend te spinnen. De warmte die zijn moeder gaf, bracht hem makkelijk in slaap. Hij woelde zich nog verder in haar half-lange vacht, totdat hij niet meer verder kon. Hij sloeg zijn staart voor zijn gezicht. Zijn pluizige staart die hem een comfortabele slaap kon geven. Hij ademde diep in, en slaakte vervolgens een diepe zucht. Slapen was iets waar hij zijn dag aan vol kon maken. Lekker dromen over iets dat niet bestaat, dromen over de wezens waar hij naar vernoemd was. Dromen over hem als een volgroeide en stevige warrior.
;; Dream ;; Een behendigd lichaam schoot de berg af, twee groene ogen schenen in het licht dat de zon van zich af stootte. Zijn zwart met witte poten bewogen snel over de grond. Hij rende zo lichtvoetig, dat het zelfs bijna leek alsof hij zweefde. Met sierlijke sprong, sprong hij omhoog. Zijn nagels kwamen uit hun hoesje, en hij haalde met zijn machtige klauwen uit naar die van schrik was opgestegen. Hij greep de vogel vast in zijn klauwen, en dankzij de zwaartekracht belandde hij weer terug op de grond om vervolgens de vogel te doden. Hij proefde de warme smaak van het bloed dat door zijn mond heen ging toen hij de nek van het diertje doorbeet. Hij likte het bloed van zijn lippen af en tilde de vogel op, en draaide zich vervolgens om. Het werd tijd om weer terug te gaan naar het kamp, en al zijn overige prooi op te halen voordat het begon te schemeren. Want dan werden de vossen actief, en hij wou niet dat ze zijn zelf gevangen prooi zouden stelen. Zonder geluid te maken liep hij door het bos, zijn oren alert omhoog. Hij hoorde stemmen in de verte, die stemmen klonken niet bepaald 'blij'. Daarom wou hij even polshoogte nemen. Misschien dat hij zich wel vergist had, misschien dat het gewoon twee katten waren die vriendelijk tegen elkaar aan het praten waren. Met zijn buik tegen de grond aangedrukt had hij zich verstopt in een struik dicht bij de twee katten. Hij had er goed aan gedaan om hierheen te komen. Want het waren niet zomaar twee katten, maar twee bloodclan katten. Hij vernauwde zijn ogen en snoof diep. Hij spande zijn spieren aan, wetend dat hij niet een ster was in vechten, maar door zijn lenigheid zou hij het zelfs redden tegen twee katten. En anders, had hij altijd nog de tijd om naar het kamp te racen. Hij sprong op de struiken, met een harde kreet. Zodat katten die dichtbij waren het ook konden horen. En als hij iemand nodig had, dan zouden ze nu al op weg zijn. Hij sloeg zijn nagels uit en trok zijn lip op. "Wat doen jullie in riverclan gebied?!" Siste hij, zijn haren overeind staand. "Eh..Eh..W-wij.." Stamelde een van de katten uit, die een erg ongemakkelijke houding aannam. De andere kat integendeel stond erg zelfverzekerd. Op zijn gezicht stond een arrogante grijns. "Wij komen jullie kamp beroven." Zei hij, zijn stem arroganter dan Dragonmask verwacht had. "..." Stilte. Hij trok zijn oren naar achteren. "Dat zal ik voorkomen." Hij sprong naar de arrogante kater, zijn nagels naar voren gericht. Met een vreselijke snelheid sloeg hij over de neus van deze. De kater zette een stap naar achteren en verduisterde zijn ogen. "Kom maar op, clanmormel." Siste deze, waarna ook deze op hem af sprong. Hij had van zijn mentor geleerd dat hij zijn snelheid moest gebruiken, en dat deed hij nu ook. Hij schoot opzij, en ontweek de kater soepel. Waarna hij deze en klap tegen zijn zij aangaf en hij zich op de onzekere kat stortte. Hij gaf de kater een paar klappen in zijn gezicht, en draaide zich toen weer om naar de arrogante kater die zich weer tot hem had gekeerd..
Midden in het gevecht werd Dragonkit wakker. Energie stroomde door zijn lichaam heen. Alsof hij nog steeds in het gevecht zat. Zijn haren stonden omhoog, netzoals in zijn droom. Hij zou vast een stoere warrior worden. Hij stond op en waggelde nieuwsgierig richting de uitgang van de den. Zijn groene ogen keken naar buiten. De zon was al opgekomen, en enkele warriors hadden zich verzameld om een patrouille te houden. Ook zag hij hoe enkele warriors hun leerlingen wakker hadden gemaakt, en opweg waren naar het territorium. De jonge kitten verlangde zo erg naar dit. Hij wou ook het territorium binnen gaan, hij wou ook opgroeien en trainen. Maar zijn moeder had hem gezegd dat hij dit niet mocht doen. En voor nu, deed hij het ook niet. Hij keek kort naar een bepaalde den, de den waar zijn vader sliep. Trots stak hij zijn borstje vooruit, zijn vader was de leider van Riverclan. En híj was zijn zoon. Hij keek kort naar zijn moeder en zijn zusjes. In dit nest was hij blijkbaar ook de énigste zoon. Maar hij wist dat zijn vader ook meer zonen had dan hem. Hij keek kort hoe zijn zusjes lagen te slapen. Waarna hij zijn hoofd van ze afwende en weer met nieuwsgierige ogen naar het kamp keek.
|
|
|