Heya
Ik schrijf graag. Uknow
Tada het begin:
The Woman In The Black Dress
Ik opende mijn ogen. Deze nacht was weer tot zijn einde gekomen, weer een nacht als een hel geweest. Iedereen lachte me uit. Niemand geloofde mij. Mensen vonden me gek. Maar ik wist het! Ik wist zeker dat ze bestaat! Ik keek om me heen. Mijn zwarte kamer, met vele posters. Ik keek naar de poster met een huilende engel. Ik voelde een wind 'The Dark Woods'' Was de tekst wat de wind met zich mee bracht. Ik stond op. Opnieuw keek ik naar de poster. Ik zuchtte. Weer een dag, weer een dag waarin niemand mij zou geloven. Weer een nieuwe dag, waarin iedereen me uit zou lachen. Ik kleedde me aan. Ik ging zo naar school. Ik zat in het laatste jaar van de havo. Ik was negentien jaar. Twee jaar blijven zitten. Ik wilde net mijn kamer uitstappen, toen er een wind van achter tegen mij aan waaide. 'Jij gelooft in mij.' Was de tekst die de wind dit keer met zich mee bracht. Ik draaide me om. Niks. Ik stapte op de fiets. Ik ging richting school. Ik stapte binnen. In de garderobe stonden groepjes. Ze fluisteren. Ze keken naar mij. Daar is het vreemde meisje. Daar is het meisje wat dingen ziet die er niet zijn. Daar is het gothic meisje. Daar is het meisje wat hier niet hoort. Daar is het meisje wat in een eigen wereld leeft. Ik negeerde alles, Ik liep strak vooruit tussen de jassen door. Ik hing mijn zwart wit geblokte jas, met oortjes, op aan het achterste haakje, en ging naar de les. De bel ging. Ik was uit. Ik ging naar het bos, waar niemand durfde te komen. Ik keek op het bordje. The Dark Woods, stond er op. Ik keek vooruit. Ik liep het pad op. Toen ik tussen de eerste bomen Kwam, was ik gelijk omringt door mist. Het was donker hier. Ik liep richting het water, waar een omgevallen boomstam lag. Ik voelde wind achter me. 'Je bent te laat' Hoorde ik achter me. Ik draaide me om. Niks. Achter me voelde ik nog een wind. Ik wou omdraaien, maar iets hield me tegen. 'Ga weg' Zei de stem. Ik liep weg zonder om te draaien. toen ik tussen de bomen vandaan was, schemerde het buiten al. Ik was hier dus twee uur geweest. Maar het voelde als tien minuten. Toen ze thuis was, liep de direct door naar haar kamer en ging op bed liggen. Ik viel gelijk in slaap.
Ik opende mijn ogen. Het was donker. Ik draaide mijn hoofd. Er stond een vrouw in mijn kamer. Een knappe vrouw, met lange zwarte haren, met een lange zwarte jurk met rode roosjes. Ze keek naar mij. Toen ik knipperde was ze weg. Het leek of ik haar lang had aangekeken, maar in werkelijkheid waren het enkele seconde. Ik keek naar mijn wekker. Twee uur s'nachts. Ik draaide me om, en viel weer in slaap. De volgende dag werd ik wakker. Zoals iedere ochtend kleedde ik me aan en stapte op de fiets. Maar niet naar school. Ik ging naar The Dark Woods. Ik gooide mijn fiets in het gras, en liep het bos in. ‘He ben je daar!’ Riep ik. Geen antwoord. Geen vreemde wit. Niks. Alleen de mist die ik nog steeds merkwaardig vond was hier. Ik ging op een boom stam zitten, bij het water. Het water was zwart, al kon dat ook aan de mist liggen. Achter me hoorde ik geritsel. Ik keek om. Niks. Ik draaide me weer terug. Voor me zat de knappe vrouw weer. Haar zwarte haren sloeg ze naar achter over haar schouders. Haar zwarte jurk lag op de grond. Ze gaf me een rode roos, die van haar jurk af kwam. Ik voelde het stof. Ik hoorde weer geritsel. Ik draaide me om. Daar was Jay. Hij was mijn vriend. Ik kende hem al zo lang dat ik me herinner. We waren ook al eeuwig samen. Ik draaide mijn hooft terug. De vrouw was weg, en de roos ook. Jay kwam naast me zitten. ‘Waarom ben je hier?’ Vroeg hij. ‘Zag je die vrouw dan niet?’ Vroeg ik. ‘Welke vrouw?’ Vroeg Jay verbaast. ‘Die vrouw die hier net zat! Ze had zwart lang haar, en een zwarte jurk met rode rozen’ Zei ik. ‘Er was hier niemand’ Zei Jay. Ik viel huilend in zijn armen. Hij troostte mij. ‘Geloof me’ Zei ik. ‘Ik wil je geloven’ Zei Jay. ‘Geloof me dan’ Zei ik. ‘Ik zag niemand…’Zei Jay. ‘Ze is echt!’ Zei ik. ‘Geloof me’ Vervolgde ik. ‘Ik geloof je’ Sprak hij. Hij gaf een kusje op mijn voorhooft. ‘Jay…’ Zei ik. ‘Ja’ Was zijn simpele antwoord. ‘Ga je mee?’ Vroeg ik. ‘Ja’ Was opnieuw zijn antwoord. Hij pakte mijn hand. ‘Wacht’ Zei hij. Ik keek hem vragend aan. ‘Ik was ongerust’ Sprak hij. Ik keek hem aan. Ik kuste hem. ‘Hoeft niet’ Zei ik. Mijn hand ging door zijn zwart, rode haar. ‘Kom’ Zei ik. Ik trok hem mee. We liepen het bos uit. Het was donker. Ik keek op mijn telefoon. 21:30. Ik fietste met Jay naar huis. Ik pakte mijn sleutels uit mijn tas. Ik opende de deur. We stapte naar binnen. Mijn moeder kwam naar de deur toe gerend. ‘Waar was je!’ Zei ze. Ze schreeuwde half. ‘Mischien is het beter als ik een andere keer kom…’ Zei Jay zacht. ‘Nee’ Zei ik zacht terug. ‘Ik was met Jay eten in de stad’ Zei ik. ‘Meld dat voortaan even!’Zei mijn moeder, nog steeds half schreeuwend. ‘Ja mam’ Zei ik. ‘En Jay blijft slapen’ Zei ik. ‘Wanneer heb je dat gevraagd’ Vroeg mijn moeder. Dit keer zonder hard te praten. ‘Nu’ Zei ik. ‘Mocht het?’ Vroeg ze. ‘Ja’ Zei ik, en trok Jay mee naar boven. Ik hoorde mijn moeder zuchten en de deur dichtslaan. Ik plofte op mijn bed. Jay kwam naast mij liggen. ‘Sorry’ Zei ik. ‘Sorry voor wat’ Vroeg hij. ‘Voor veel’ Zei ik. Mijn hoofd lag op zijn borst. We zwegen. Ik viel in slaap.-
‘Wakker worden….’ Hoorde ik. Met mijn ogen gesloten draaide ik mijn hoofd. ‘Schatje je moet wakker worden, we moeten zo naars school..’ Zei Jay. Langzaam opende ik mijn ogen. ‘Jay…?’ Zei ik. ‘Ja’ Zei Jay kort. ‘Ik hou van je’ Sprak ik zacht. ‘En ik van jou’ Zei hij. Zijn hooft kwam dichterbij, en hij kust me langzaam. Ik kwam langzaam omhoog. ‘Ik ga me aankleden’ Zei ik. Ik liep naar de Douche, want daar lagen mijn kleren. Die dag droeg ik een vest met beren oortjes, een broek met riemen en een shirt met een band naam erop. Ik droeg standaard rode handschoenen met rode strepen. Dus ook vandaag. Ook haar armbanden had ze om, zoals elke dag. Ik stapte de badkamer uit. Ik besefte dat ik de hele morgen al wat miste. Wat? Ik kon het niet plaatsen. 'Kunnen we gaan?' Vroeg Jay. Ik knikte. We liepen naar beneden. 'Doei mam!' Riep ik. Ze riep nog wat, maar dat negeerde ik. Ik had de deur al achter me gesloten. Ik liet mijn fiets staan. Ik ging bij Jay achterop zitten. We fietste naar school. Mijn armen lagen om hem heen. Mijn hooft ruste tegen zijn rug. Ik sloot mijn ogen. Toen ik ze weer open deed, zag ik dat we niet naar school gingen. Ik besloot niks te zeggen. Ik zweeg. Ik sloot mijn ogen weer even. 'Ik heb ons ziek gemeld' Zei Jay. 'Waarom' vroeg ik eentonig. 'Ik wil weten waarom je hier heen gaat' Zei hij. Ik zweeg. We liepen het pad op. Gelijk toen we tussen de eerste bomen door waren, werd het donker. Mist. The Dark Woods. We zaten op de boomstam. Ik wist wat ik die morgen gemist had. Ik had geen wind gevoeld. Ik had niemand iets horen zeggen. Waarom was het nu zo stil. Waarom geen geritsel. Waarom geen wind. Waarom geen vrouw? Waarom geen rode rozen. Aan Jay kon het niet liggen. Hij was wel vaker blijven slapen. Toen had ik er ook last van. Waar was ze. Ze was weg! Weg zonder dat ik nou eindelijk wist waarom ze we was geweest. Ze was zomaar verdwenen. Jay porde me zachtjes in mijn zij. Ik duwde hem zachtjes om, zodat hij is de bladeren viel, maar hij trok me mee. Daar lagen we. Ik legde mijn hooft op zijn borst. We vielen in slaap. Toen ik wakker werd maakte ik Jay ook gelijk wakker. Zullen we gaan. Tot mijn verbazing werd het buiten ligt. Dat betekende dat we maar heel even hier waren. Ik stapte achterop de fiets bij Jay. We fietste naar de stad. Er hingen overal posters GEZOCHT, stond er op. Ik keek naar de foto's. Ik en Jay! Wij stonden op de foto's die op de posters stonden! We keken naar de datum die op die poster stond. 11 Juni. 'Maar dat is toch vandaag?!' Vroeg Jay verbaast. "...Ja..." Antwoorde ik langzaam. Ik keek op mijn mobiel naar de datum. 25 Juni. 'Jay?' Zei ik. 'Ja.' Was het simpele korte antwoord wat ik kreeg van Jay. 'Hoelang zijn we volgens jou in het bos geweest?' Vroeg ik aan Jay, terwijl mijn ogen naar de datum op mijn telefoon gericht bleven. "Een paar uur?' Zei Jay. "Nee..." Zei ik kort. "Wat dan?" Vroeg Jay. 'Twee...' Zei ik. "Twee weken..." Vervolgde ik.
╔╦╦
╠╬╬╬╣
╠╬╬╬╣OK! WHO ATE MY
╠╬╬╬╣CHOCOLATE!!?
╚╩╩╩╝