Freedje 355
| |
| Onderwerp: x A D A M S vr 8 jun 2012 - 17:29 | |
| || General ||
≫Name;; Adams ≫Clan;; BloodClan ≫Rank;; Warrior ≫Season of Birth;; Leafbare ≫Age;; 26 Moons ≫Gender;; Male ≫Theme Song;; Yellow - Coldplay
|| Family & Friends ||
≫Parents;; Blunt x Dalmary ≫Siblings;; Damain and Cray ≫Encounters;; Nemuru;; I broke up and now you want revenge? That’s just childish.. [WORDT NOG BIJGEWERKT]
Looks
≫Eye Color;; Amber-brown ≫Coat Length;; Long ≫Race;; Maine Coon ≫Coat Color;; Lange grijze vacht met donkere strepen over de grijze gedeelten. Adams is voor een groot gedeelte wit, voornamelijk zijn buik en nek. ≫Paw Color;; Soft white ≫Further Information;; Zijn kop is voor een groot gedeelte grijs maar het gebied rondom zijn snuit is wit.
|| Inside ||
≫Short;; || Thoughtful || Strong Willed || Arrogant || Adventurous || ≫Complicated;; || Thoughtfull || Door zijn bedachtzame eigenschap zal hij niet snel met zijn lichaam reageren. Zelfs in een gevecht zal hij eerst de tijd nemen, ervoor natuurlijk, om een tactiek te bedenken. Maar ook zonder al die gevechten zal hij eerst nadenken over wat hij gaat zeggen. Daarom komt hij niet snel in de problemen. Door deze eigenschap is hij ook kalm en rustig.
|| Strong Willed || Adams zal snel zeggen wat hij vindt en of wilt. Hij gaat tot het uiterste wat zijn wensen betreft en zal alleen stoppen als hij zelf ziet dat het onmogelijk is. Als andere katten in de weg staan, zal hij deze omzeilen. Dus hij zal een niet al te groot vriendenclubje hebben.
|| Arrogant || Zoals al eerder werd gezegd, Adams wil graag alles doen voor zijn wensen. Dat geeft hem meteen ook een arrogante karaktereigenschap. Hij trekt zich niets aan van katten die onder hem staan. [Kittypets vooral en sommige jongere Clankatten] Maar als je op dezelfde hoogte als hem of hoger zit dan kan hij je aardig vinden.
|| Adventurous || Om zijn wensen uit te laten komen moet hij soms wat doorstaan, daarom zegt hij ook niet snel ‘nee’ tegen aan avontuur. Ook heeft hij dit langzamerhand ontwikkeld terwijl hij woonde bij zijn Twolegs.
[size=14]|| History ||
Voordat hij zelfs geboren werd, was er al iets wat zijn latere karakter zou bepalen. Het verhaal van hoe hij eigenlijk is ontstaan. Zijn moeder, Dalmary, was een Kittypet. Ze had een lui leventje en hoefde niet te klagen. Op een dag lag ze gewoon rustig op het gras, haar vacht nam de heerlijk warme zonnestralen in zich op. Maar toen hoorde ze een geluid van ver weg. Traag en ook wat lui hief ze haar kop op, maar toen ze niets zag op ooghoogte ging ze weer verder met het zonnebaden. Nogmaals een geluid. Maar nu liet Shuttle zich niet meer voor de gek houden. Het is waarschijnlijk een stom vogeltje. Dacht ze en sloot haar ogen voor een moment. Dit keer voelde ze gewoon iets dichterbij komen. Dit keer wat sneller hoef ze haar kop op en zag twee gele ogen haar aanstaren. Die werden direct gevolgd door een slank en gespierd lichaam. Een kater. Geschrokken deinsde de poes achteruit en voelde de warme muur tegen haar vacht wrijven. “Wie ben jij?” Stamelde ze angstig en zag dat er een glimlach ontstond op de katers smoel. Deze bleef even staan en nam haar in zich op. Maar een antwoord kwam niet. Nogmaals vroeg ze het, dit keer met succes. “Mijn naam luidt Blunt,” Hij boog zijn kop en keek haar spottend aan. “En de uwe?” Zijn grijns werd groter en hij liet zijn witte scherpe tanden zien. “D-dalmary,” Stotterde de Kittypet en voelde het zweet rond haar lichaam sijpelen. De kater stond op en deed een paar stappen in haar richting, zijn gele ogen emotieloos. “Goed, Dalmary,” Begon hij op een charmante manier. Iets in haar voelde zich veilig bij hem, een grote sterke kater die haar kon beschermen. Maar een ander deel beefde van de angst. “Ik heb je al een paar dagen zien rondhangen hier. Zeg eens, woon jij hier?” Dalmary knikte angstig, bang dat hij haar met één slag van zijn klauwen open kon rijten. “Goed, dan weet ik zeker dat je hier zult blijven. Ik kom morgen terug, wees er.” Was het een dreigement of een wanhopige uitnodiging? Voordat ze ook mar kon nadenken was Blunt alweer verdwenen.
A day later
Dalmary zat weer op dezelfde plek als de dag ervoor, haar ogen keken ongerust heen en weer. Kwam Blunt wel? Was hij haar niet vergeten? Een ritselend geluid deed haar opschrikken. Dezelfde kater met de gele ogen kwam naar haar toe. Een dood muisje in zijn kaken geklemd. Hij plaatste het beestje voor haar neer. “Vers gevangen, voor jou.” Hij keek haar aan, een vreemde emotie was vanuit zijn ogen te lezen. Bijna wilde ze het met haar poot terugduwen, ze at alleen van het voer dat haar Twolegs gaven, geen wild. “Nee,” Iets strengs in zijn stem beval haar om tenminste één hapje te nemen. Dalmary boog naar voren en trok een klein stukje vlees van het karkas. Verschillende smaken golfden over haar tong. “Dit is geweldig,” Miauwde ze en nam nog een hap. Tevreden zwiepte Blunt met zijn staart en ging naast Dalmary zitten. “Morgen kom ik weer,”
A moon later
Nee toch. Haar Twolegs gaven haar een bezorgde blik. Ze wilde naar buiten, maar het luikje was vergrendeld. De twee Twolegs mompelden wat met elkaar en Dalmary bleef maar krabben aan het plastic luikje. Na een tijdje werkte het en rende ze vlug naar de tuin. Blunt was er al. Zijn blik tevreden gekeerd naar haar gezwollen buik. “Ze wilde me er niet uit laten,” Zei Dalmary wat treurig. Ze zou binnen een paar dagen kittens krijgen van Blunt. “Maar vandaag is een belangrijke dag,” Miauwde Blunt en stond gelijk op toen Dalmary naast hem stond. “Ik wil je meenemen naar mijn thuis. BloodClan. Je zal er gemakkelijk inpassen. De meeste zijn zelfs Kittypets.” Hij deed een paar passen naar het hek toe. Maar Dalmary bleef staan, haar ogen geopend van schok. “Wilde je dat?” Blunt bleef ook staan en draaide zijn kop. Verbaasd. “Natuurlijk. Dacht je nou echt dat ik mijn nakomelingen aan Twolegs zou afstaan?” Iets in zijn stem maakte haar bang. Was het woede? “Nou,” Begon ze wat rillerig. “Ik dacht dat je me elke dag zou opzoeken of zelfs bij ons zou komen wonen.” Die woorden voelden totaal anders aan bij Blunt. Woedend kwam hij op haar af, zijn klauwen zichtbaar. “Ik? Wonen bij Twolegs?” Snauwde hij en zijn vacht begon uit te zetten. “Nooit! Rot toch op met je gezeik. Ik wil mijn kittens hebben, maar jij bent gewoon al te verwend door hen. Ik wist dat je net zo was als al die andere.” Hij rende weg en sprong op het hek. “Dus ik ben niet je enige?” Schreeuwde Dalmary hem achterna. Woedend kroop ze terug haar huis in.
A moon later
Adams was geboren. Na een paar weken kon hij zijn oogjes openen en zag hij de wereld voor het eerst. De kleuren vielen hem als eerste op. Maar ook de bewegingen. Natuurlijk speelde hij het meest met zijn broertjes, Damain en Cray. Maar er was iets anders aan hem. Iets vreemds. Soms werd hij door zijn moeder zo vreemd aangekeken. Alsof hij niet van haar was. Geadopteerd. Het eten smaakte hem niet goed, alleen de buitenlucht voelde goed aan. Soms kon hij dagenlang naar het hek blijven staren, alsof hij wachtte totdat het ging bewegen of zou instorten. Maar nooit kwam die tijd, altijd bleef het daar staan. Solid.
A couple of moons later
Het was tijd dat de jonge katers werden weggeven. Steeds weer kwamen er meer Twolegs nar hen kijken, hun poten hebberig graaiend naar hen. Maar Adams liet hem niet zomaar oppakken, hij sloeg met zijn klauwen naar hen. Meestal werd hij dan in de tuin gegooid, maar misschien was dat wel zijn bedoeling. Eerst was Damain weg, zijn absentie was te erg voor de overige twee. Maar zelfs Cray verdween uiteindelijk. Hij was over met zijn moeder. Mokkend ging hij bij haar zitten en waste zijn poten. “Zeg eens Adams,” Zuchtte ze opeens en keek hem met een bezorgde blik aan. “Wil jij niet eens weten wat er met je vader is gebeurd?” Onschuldig keek Adams haar aan. Zijn vader? Nog nooit had hij daar een verhaal over gehoord. Hebberig ging hij rechtop zitten en luisterde. “Hij was geen Kittypet, maar een Rogue. Oftewel, hij leefde niet met Twolegs.” Nee, wie zou dat ook willen? “Hij leek op het eerste gezicht ook echt aardig, maar het bleek dat hij alleen maar kittens wilde.” Weer zuchtte zijn moeder, “Hij vroeg of ik met hem mee wilde gaan, vlak voor jullie geboorte, maar ik weigerde. Vertel mij eens, wie wil er nou weg bij zulke Twolegs?” Maar opeens voelde ze niet meer zo vertrouwd aan. Het was voor hen ook de kans geweest om hier weg te kunnen. Maar zij had hen alten stikken. Adams zei echter niets en knikte wat dof.
A year later
Stiekem had hij leren jagen. In de tuin als niemand op hem lette. Het lukte hem na een paar pogingen. De keuze was eigenlijk al beslist in zijn kop, maar zijn lijf moest zich aanpassen aan al die moeite voor een maal. Hij wist dat hij ooit weg zou moeten, als Kittypet of in een nieuw leven als Rogue. Zijn moeder had hij al wat manen niet aankeken. Hij wilde hier weg, weg van die verraderlijke moeder van hem. Maar nu nog niet, nu was het nog te vroeg. Een paar dagen waren voorbij gegaan en de druppel was gevallen. Zijn moeder wilde dat hij meer binnen bleef om haar wat gezelschap te houden. Kwaad had hij naar haar uitgehaald en was de tuin in gerend. Hij hoorde de pootstappen van zijn moeder, maar hij was al op het tuinhekje geklommen. “Nee!” schreeuwde Dalmary en probeerde met haar dikke lichaam het hek te beklimmen. “Too bad,” Siste Adams en draaide zich om, zijn leven kon weer een nieuwe start maken. Vanaf nu. Maar alleen de stem van zijn moeder hield hem nog tegen. “Wacht!” Adams nam nog net de moeite om zijn kop een kwartslag te draaien. “Laat mij hier niet achter, laat me meegaan.” Geen enkele goede emotie van Adams liet dat gebeuren. “En wat dan? Je kan niet eens jagen met dat zware lijf van je,” Gromde Adams en draaide zijn kop weer terug naar het bos. “Je kan het me leren,” Klonk de smekende stem van zijn moeder, maar Adams had geen geweten. Hij leefde voor zichzelf en niemand anders. “Laat me niet achter bij de Twolegs.” Hij nam niet eens de moeite om te antwoorden. Met een simpele beweging lande hij op de grond en hoorde het hopeloze gekrabbel van klauwen op het hout. Gniffelend trippelde de Rogue naar zijn onbekende thuis. Free for live.
When moons had passed
Hier komen we aan in het nu. Adams is bij de BloodClan gekomen. Door zijn verkregen technieken voor jagen en vechten werd hij al meteen aangezien voor een Rogue. Dus nu had hij een thuis én een nieuwe en betere familie. Maar toch kwam er een dag dat zelfs zijn hart stilstond. Nemuru, een beeldschone zwarte poes, had zijn hart. Zoals hij was, arrogant en natuurlijk goed met woorden, vertelde hij meteen zijn gevoelens aan haar. Maar helaas was de voink voor hem voorbij en maakte hij het gewetenloos uit met haar. Nog steeds voelt hij de haat die ze op hem stort. Komt het wel goed tussen hen? Kunnen ze ooit vrienden worden?
|
|