Babe ging in de jacht houding, en sloop ze naar de eekhoorn. Stapje voor stapje kwam ze dichterbij. Haar blauwe ogen waren strak gericht op de bruine, kleine eekhoorn, die aan het eten was bij een oude eik. Babe likte haar lippen af, en proefde al de smaak van de eekhoorn. Toen Babe dicht genoeg bij de eekhoorn was, zwiepte ze even met haar staart, Sierlijk zette Babe zich af, en stortte zich op de bruine eekhoorn. De eekhoorn wou net vluchten. Te laat... Babe zette haar scherpe nagels in de eekhoorn. Die zich hevig verzette, en piepte. Babe zette haar klauwen nog dieper in de eekhoorn, en toen was ie dood. Babe zette haar nagels uit het diertje. Bloed zat er op haar nagels. Babe pakte het eekhoorntje op en liep naar een klein grasveldje, die dicht in de buurt was. Toen Babe bij het grasveldje was. Kietelde het lange gras aan haar buik. Het was het daar veel warmer dan in het bos. Omdat het dikke bladerdak van de bomen het zonlicht tegenhield. De zon scheen volop, en een paar witte wolkjes dwarrelde door de helderblauwe lucht. Babe legde de eekhoorn op de grond. Ze keek er even naar. Dat ze kon jagen, heeft Babe aan haar moeder te danken. Die was gestorven toen Babe 5 maanden was. Een traan rolde over haar wang en viel in het gras. Mom, wherever you are... I must say one thing. I love you. Zei Babe zacht. Ze schudde even haar kop. "Oke, nu niet gaan huilen! Je moet sterk zijn. Zei Babe in haar gedachten. Ze stopte met huilen, en ze richtte zich weer op de eekhoorn, die dood in het gras ligt. Babe's maag knorde. Ze ging in het gras liggen en at de eekhoorn rustig op. Toen ze klaar was, likte ze haar lippen af, en stond op. De botjes van de eekhoorn begroef Babe ergens in de open plek. Een paar witte vlinders fladderde voor de sneeuwwitte poes Vroeger speelde Babe toen ze nog klein was met vlinders. Ze rende er toen achteraan en probeerde ze altijd te pakken. Babe volgde met haar blauwe ogen, waar de vlinders naartoe fladderden. Ze fladderden naar een paar bloemetjes die aan de rand van het open veldje stonden. Babe kreeg het weer een beetje warm. Ze liep weer naar het bos, om wat te verkoelen. Toen Babe eenmaal weer in het bos zat, voelde je wel aardig het temperatuur verschil. Ze liep richting haar plekje, waar ze altijd even uitrustte. Ze liep die kant op. Onderweg zag de sneeuwwitte poes allemaal bomen, dieren en bloemen staan. Babe zag wat struikgewas staan, en ineens liep er een kater van het struikgewas vandaan. De poes snoof even de lucht in. Bloodclan... Dacht Babe. Babe is niet vijandig tegen bloodclan katten, het zijn gewoon een groepje rogue's. Maar clankatten? Kittypets? Dat vond de witte poes echt verschrikkelijk! "Zo en wie mag jij wel niet zijn als ik vragen mag." Vroeg de bloodclan kater die voor Babe stond, hij zei het met een klein beetje dreigende toon, maar ook op zachte ondertoon. Babe keek de kater met haar blauwe ogen aan. "Ik ben Babe. Miauwde de witte poes zacht. En wie mag jij dan zijn? Een fris briesje waaide door Babe's vacht heen. Vergeleken met andere bloodclan katers die Babe ooit gezien had, was deze wel de knapste. "Hoe gaat het daar, in Bloodclan? Vroeg de sneeuwwitte poes. Misschien kon ze wel vrienden maken, ze was sinds haar 5de maand alleen. Haar broertjes en zusjes waren gestorven tijdens de geboorte, en haar vader had ze nooit gekend. Ze moest het allemaal op eigen houtje doen. Ze keek naar de grond. Een traan rolde over haar wang en viel op de bruine bosgrond.
In a time of grief
In a time of mourning
In a time of pain
must have grief
Someone needs to comfort you
But I have none