Moonkit staarde voor zich uit. Bluestar had haar gezegd dat ze Splashtail moest zoeken, omdat dat haar pleegmoeder zou worden. Vlugge witte voetjes namen haar mee, sneller en sneller trippelde het kamp door. Vlak hiervoor was ze nog eenling geweest, nadat haar ouders een tijdje terug, samen met al haar broertjes en zusjes, het donderpad overstaken, maar te laat zagen dat er een monster aankwam. Moonkit moest zwijgend toekijken hoe al haar familie ter plekke dood was. Bij deze gedachte liep er een traan over haar wang. De gedachte aan haar sneeuwwitte moeder, die haar zachte likjes gaf. Bij die gedachte ging er een pijnscheut van verdriet door haar kleine, magere lijfje. pas nu bedacht ze dat ze er vreselijk uit moest zien; Uitgemergerd, klitten in haar vacht, klein, te klein voor een kit van bijna 5 maanden, maar ze was niet gegroeid omdat ze langer dan een maan van bijna niks geleefd had. Ze ging zitten en waste de tranen van haar gezicht. Waarom moest zij het nou overleeft hebben? Waarom? Waarom was ik nu niet ook gewoon dood, zodat ik geen leven in pijn en verdriet door hoefde te brengen? De tranen gleden inmiddels al weer over haar kleine wangetjes. Toen zag ze een driekleurige poes aankomen, uitziende als moederpoes. Moonkit huiverde. Zou dat Splashtail zijn...?
-Normaal zijn mijn posts langer, maar ben niet erg goed met begintopics ;]-