Even rekte ze zich uit. Ze voelde een rilling over haar rug lopen. Even keek ze om zich heen. De bladeren hadden een oranje-achtige kleur gekregen, sommigen waren al bruin. Ze snuifde de geur op van de lucht, en haalde diep adem. Toen begon ze te lopen. Haar maag voelde ze een beetje knorren. Ze stopte, en keek om zich heen. Ergens een prooi ? Een klein vogeltje misschien ? Ze liep naar een blad en schraapte er met haar nagels overheen. Geen beweging. Teleurgesteld liep ze verder, alleen. Ze liet haar hoofd iets naar beneden zakken en viel in de jachthouding. Daar, zo'n 5 meter van haar vandaan, zacht geritsel. Ze spitst haar oren, die langzaam heen en weer bewegen. Even likt ze een snorhaar af. Ze concentreerde zich en viel aan. Mis. Weg vogeltje.. dacht ze bij zichzelf. Ze wou terug lopen naar het kamp, tot ze iets weer zag bewegen. Dit keer was het veel groter, geen prooi dus. Langzaam werd het duidelijk. Een kater, verscheinlijk ook van de Thunderclan. Ze liep op hem af. Even iets wat verlegen. ''ThunderClan kat toch ?'' zei ze en snoof zijn geur op.