Hoeveel tellen lang bestond de wereld en haar clan? Hoeveel tellen langen stond ze daar nou stil? Niet precies wetend waarom ze stil stond? Alsof iemand haar gewoon had versteend, maar ze kon nog bewegen. Ze tuurde in de verte, hoewel haar gezicht werd belemmert door het hoge gras. Wat prikte in haar buik en borst, kriebelde aan haar kin en langs haar wangen streelden. Ze begreep wel dat prooi hier graag zat, een mooie verstop plaats. Maar stom genoeg dachten ze er niet aan, dat de katten dat misschien ook wel vonden en wel konden weten, dat hier de prooi zat. Nou ja, zij stond in een hoger stukje gras, hier was het gewoon even de grond uitgeschoten. De grijs/witte poes stapte met moeite uit het hoge gras en kwam over in iets minder hoog gras, nu kwam het nog maar beetje tegen haar haar zijkant aan, de kin haalde hij niet. Ze stapte rustig door, terwijl de seconden door gingen, over op minuten. En ook op uren, maar zij was daar geen uren aan het lopen, hooguit vijf tot tien minuten. Maar goed, ze was daar voor een jacht, om haar clan te voeden...Niet om de tijd te tellen en een wandeling van een uur of twee te maken. Avalanchefall was vandaag in een rustig gevoel, iets, behalve dat ze soms de tijd wat behield. Ze verbaasde zich er gewoon over...Over dat er zo iets als tijd bestond, wat altijd zal door gaan, ook al zal de wereld vergaan...De tijd was groter en ouder. De tijd was de heerser van iedereen. Avalanchefall besloot om maar met de jacht te beginnen, ze rook alle geuren op en toen ze de vertrouwde Riverclan geuren wat vergat, kon ze de geur van een muis oppikken, een woelmuis. Niet veel en bovendien niet haar jacht-talent, dat waren vogels. Maar goed, er waren vandaag veel jagers in het kleine bosje en ze wou vandaag liever alleen jagen. Ze volgde de geur en kwam tot ontdekking dat het beestje zich schuilhield in wat geplet gras, ze zag tenminste iets bewegen. Avalanchefall ging in jachthouding, de flanken kwam op dezelfde hoogte als haar kop, die ze wat naar beneden had gedaan. Ze bekeek de woelmuis, die wat te voorschijn was gekomen en was muisstil. Ze voelde de wind tegen haar gezicht aan en dat was goed, ze zat aan de goede kant, wat wind betreft. Langzaam maar zeker sloop ze op hem af, even keek hij op, stil zitten! En toen ging hij weer verder met wat hij deed, zo te zien, at hij iets. Zijn laatste maaltijd, als alles goed ging. Ze was nu wel dichtbij genoeg. Ze ging wat dieper zitten en zette zich toen af, de muis wou net wegrennen, toen zij weer niet kwam. Met haar voorpoten op de bruine woelmuis, ze voelde hem bewegen, deed een poot omhoog, de muis rende weg. Maar Avalanchefall,s kop schoot naar voren en pakte het muisje beet in zijn buik, een bijt en hij was dood. Avalanchefall was tevreden over de gelukte jacht en groef op een open stukje een gat, waarin ze de muis deed en toen weer dicht gooide. Nog meer! Een woelmuis was niet genoeg. Ze draaide zich o en zag toen...
....Een gedaante, een andere kat. Ze ging er voorzichtig naar toen en rook toen, Riverclan, mooi, geen vijand. Ze herkende de eigen geur van de kat vaag, ze had hem wel eens geroken in de Warrior Den. Het was een kater. Avalanchefall ging naar hem toe, maar voordat ze er was, draaide de kater zijn kop al om, ze keek in blauwachtige oog, een wat vreemde kleur. De kater bleef stil staan en keek haar richting op, zo te zien zag hij haar niet. Avalanchefall stapte maar tevoorschijn en keek met haar donkergroene ogen de vossenrode kater aan, ''Hoi'' begroette ze hem, ze had een rustige houding, bijna zwakjes...Dat betekende dat ze je vertrouwde en ze vond deze kater er ook wel vertrouwd uit zien. ''Ik ben Avalanchefall en jij bent?'' vertelde ze en vroeg ze achter elkaar. Een moment lang dacht ze aan Hawkscream, ze voelde meteen spijt, niet aan hem denken! ''Ach, het wordt nooit iets tussen jou en hem...Hou eens op met die onzin'' zei een stemmetje in haar achterhoofd, even staarde ze maar wat voor zich uit, maar al vlug had ze de draad van het gesprek weer op te pakken. ''Sorry...Zei je iets?'' vroeg ze voor de zekerheid, terwijl ze Hawkscream,s beeld uit haar kop zette. Ze keek naar de ongeveer 2 manen oudere kat, ze gokte hem rond de 13/14 manen. En wachtte rustig af. Ze had wel zin in een nieuwe kennis, misschien zelfs vriend... Maar ze moest niet de woelmuis vergeten en dus liet ze die in haar gedachtens zitten. Maar voor de rest lette ze alleen maar op de kater.