Blueeyes kwam slaperig uit het krijgershol. Ze stapte in wit,koud spul. Overal spelen kittens, maar ze vind het persoonlijk maar koud en stom. Blueeyes keek naar de grijze wolken. Ze liep verder het hol uit en zakte in het sneeuw. "Wat is dit?" vroeg ze zich hardop af. Ze keek naar de bomen vol wit spul. Ze liep voorzichtig door het sneeuw naar de voedselhoop. Ze keek naar het voedsel dat bijna op was en pakte het kleinste musje, ze had toch weinig honger. De wind lag stil, maar er ritselde toch blaadjes. Het sneeuw voelde koud aan, maar toch was Blueeyes erg nieuwsgierig. Ze stak haar neus in het sneeuw en gaf een kreet. "Wat koud!" miauwde ze. Er viel af en toe wat lichte motregen, en soms brak de zon door. Ze ging zitten en voelde de verse aroma's van de mus haar geurklieren indringen. Ze nam een snelle hap en kreeg spijt dat ze zo'n klein musje uit gekozen had. Meer bot dan vet. Ze stond op en liep naar een kat. "Ik ga wat jagen." zonder op antwoord te wachten vertrok ze. Ze voelde een rilling door haar heen lopen. Het begon weer een beetje te sneeuwen, maar gelukkig brak de zon door en was het wat warmer. Ze voelde een windvlaag door haar glinsterende vacht woeien. Langzaam kroop ze in jachthouding en speurde een muisje op. Ze keek in een holletje, tussen het gras, maar kon hem niet vinden. Gekraak deed haar afleiden. Ze keek op en hoorde het muisje wegrennen. Ze keek omzich heen. "Jammer bijna," zei ze. "En trouwens waar ben ik?"
goed beter? xP Tips graag