Genietend stapte Dearheart door het water. Nou, wat was het een lange tijd geleden dat ze hier was. Een dode muis lag tussen haar poten en dreef weg met de sterke stroming. Ze had hem met gemak kunnen vangen, en de muizen die langs de rivier leefden waren veel lekkerder dan de muizen die vlakbij de clan huisden. Uit eindelijk kreeg ze de muis te pakken, maar niet zonder dat ze kletsnat was geworden Met een tevreden glimlach op haar snuit, werkte ze het arme dier naar binnen. De laatste tijd was er niet zo gek veel langs de grens gebeurt. Dearheart was zelfs af en toe naar de kittypet-huizen toegeslopen om wat meer te beleven. Het had haar een paar uur vermaak opgelevert maar verder niks bijzonders. Nu ze hier was wist ze wel wat fijn was. Een vis zwom voorbij en zwom geschrokken weg toe hij de gestalte van een grote kat zag. Met een zucht ging Dearheart liggen op een mooie ronde, platte steen en liet haar vacht drogen in de zon die zo warm was voor de tijd van het jaar. Ze dutte in, maar niet lang daarna hoorde ze wat verdachts. Geschrokken sprong ze op. "Wie is daar?!" haar stem klonk hard in de doodse stilte. Niks. "Wie zit daar?" ze herhaalde de vraag is en wachtte af. Deze keer gebeurde er wel wat.