Je beschrijft al goed, maar misschien nog meer.
bv.
in plaats van dit:
Langzaam sloop de kater het kamp uit. Want niemand hoefde te weten dat hij weg ging. Af en toe stapte hij op een blaadje of takje wat je dan hoorde kraken, maar niemand lette toch op hem. Hij liep door de straten en steegjes van het dorp en keek vaak om zich heen. Zijn groene ogen speurden rond naar wat te eten en soms keek hij een vreemde kat kil aan.
dit:
Langzaam en stil sloop de kater naar de uitgang van het kamp, even keek hij achterom om zeker te weten dat niemand hem volgde. Want niemand hoefde te weten dat hij weg ging! Plots hoorde hij een takje kraken onder zijn voeten, schichtig schoten zijn ogen naar de andere katten. Gelukkig niemand lette echt op, toen hij eindelijk het kamp uit was, liep hij snel naar de straten en steegjes van het dorp, het dorp waar hij zo vaak in rondzwierf, het dorp van de tweebenen. Bweeg tweebenen, dat waren misvormde en stomme wezens, hij snapte niet dat poesipoezen daarkonden blijven leven. Af en toe keek hij om zich heen om te zien of er niet iemand of iets interresants was te bespeuren. Zijn groene ogen flitsten door de straten op zoek naar iets te eten, gewoon een muis was genoeg. Toen hij een vreemde kat zag keek hij het dier kil aan. Wat moest die van hem? Zo interessant was hij toch ook weer niet?! Hij had de neiging om op het dier af te stappen en te zeggen wat hij van hem dacht, maar toch deed hij het niet. Hij had even geen zin in een stomme kat.
Misschien ook iets langer in het dorp houden en zeggen wat hij ziet en hoort. Dus bijvoorbeeld:
Hij zag in de verte het einde van het dorp, maar toch trippelde hij door. Het was immers nog zo ver. Alhoewel het dorp niet erg groot was misschien. Soms zag hij uit de blokken die mensen 'huizen' noemen licht komen. Alsof daar ineens een zon werd aangezet die er eerst niet was. Die mensen waren dom, licht maakte je niet, licht kreeg je vanzelf! De zon scheen elke dag wel en die gaf genoeg licht voor de hele aarde. Hij walgde soms van het idee dat katten daar echt konden leven. Plots hoorde hij naast zijn oor gekraak. Hij schrok zich dood en sprong snel opzij toen een oude vrouw een deur open deed en naar buiten stapte. Eikel! Kon ze niet uitkijken! Snel liep hij verder en voelde dat de koude tegels onder zijn voeten werden vervangen door nat gras
Snappie?
Voor de rest vind ik het erg goed