Met lichte passen trippelde een prachtige witte poes door een paar struiken. Haar blik was gefocust op een muis. Net toen de muis stopte, zakte Snowleaf in jachthouding. Met trage passen sloop ze op het beestje af, poot voor poot. Ze was net dichtbij genoeg om het beestje te pakken toen er een flits van een kat vorbij schoot, moest die kat nou haar jacht verpesten? Met snelle passen rende Snowleaf achter hem aan, over een aantal omgevallen boomstammem door het grote loofbos. Er zaten minder konijnen omdat dit bos grensde aan het Riverclan territory. Snowleaf haalde de kat in en liet hem stoppen. "Wat is er aan de hand? Moest je mijn jacht verpesten?" Zei ze fel. Haar glanzende ogen veraadde haar vrolijkheid. Ze was niet enorm boos, maar ze wilde wel weten wie zo'n prachtige jacht nou wilde verpesten. Met een zucht ging Snowleaf zitten, haar ogen stonden weer gewoon vrolijk. "Laat maar." Ze dacht even na. De kat zou wel zin hebben gehad in jagen. "Zullen we samen gaan jagen?" Snowleaf keek om zich heen, er was niemand in de buurt, zelfs geen prooi! Ze dacht na, was de prooi verjaagd door dat lawaai? Ze haalde haar schouders op en keek weer naar de kat. De kat was afkomstig van de Windclan, dat wist ze meteen, omdat hij hard kon rennen. Maar toch, iets in hem wekte bij haar iets op.
[Open voor één kat]