Nou dat pad stelde dus eigenlijk ook niet echt veel voor. Hij was er zo overheen gecrossed- en iedereen zou het kunnen als ze een beetje uit hun doppen keken. Als een monster kwam ging je toch Niet oversteken? En als er geen aan kwam, was het gewoon weg een pad als ieder ander, nou nou wat spannend. Eaglepaw schudde ietwat zijn kop, angstzaaiers.
En nu hij dan dit had overleefd, was het woud er achter ook al niet zo spannend meer- nieuwsgierig keek de apprentice er rond- de bomen hier waren zo anders. Veel groener- Eaglepaw glimlachtte, nieuwgierig naar wat er achter de eerste boomlijn verschool, er achter komen echter, bleek nog even te moeten wachten. Fronzend draaide het joch zich om toen hij zijn zusje rook, haar geur gedoopt in een jas van zenuwen. Nou wist hij dat Sprout zowiezo wat angstig was, maar het risico nemen er van uit te gaan dat er niks loos was zou Eaglepaw niet over zijn hartje krijgen. En met grote stappen racede hij terug, zijn zusje had hem nodig.
Met snelle passen racede de kater naar voren toen de situatie ook maar een beetje duidelijk was, haar positie op het donderpad, het naderebde monster- hij slikte niet eens.
" Sprout!" schreeuwde hij voor hij haar op het nimmertje uit de wegduwde en ze samen terug naar hun eigen gebied rolde.
"Sprout! Alles oke?" mauwde haar broer vervolgens terwijl hij overeind kroop.