Hello everybody, I'm Dotcoat and I tell you something about myself, because I have something to say!
Name: Dotcoat
Nickname: Dotje
Age: 18 moons
Clan: Rogue
race: Cheetoh
Color: dark brown with light brown and a touch of black
Pattern: The only larger spots of a cheetah
Eye color: dark gold
Size: Large
Description: A large cat with large spots. like a leopard, but is larger. The eyes are dark gold. Many muscles and so strong. but above all smooth.
Character: A very sweet, caring girl. That really empathises with the problems of others. She understands you. She is very nice, but when there is war, you are her biggest enemy! She is also very confident and easy to take difficult decisions. She helps wherever she can. also she is very smart and quick.
History:
Ik heb een lang verleden, maar ik wil het heel graag met jullie delen. (Hee, dat rijmt! haha)
Het was donker. De sterren glinsterden. Ik zat op het open veld naar de Starclan te turen. Ik kon niet slapen. ik schrok omdat ik opeens een stem achter mij hoorde. De stem zei: "Rustig maar, ik ben het maar." Ik keek achterom, het was mijn moeder, gelukkig. Maar ze zag er niet echt vrolijk uit. Opeens zei ze dan ook met een treurig kittenstemmetje: Ik..ik..ik moet je iets vertellen Dotje van me... Ik had het niet zo gewild zoals het nu gegaan is maar... omdat je te laat bent geboren, zul je nooit gezond en sterk genoeg worden om voor de clan te strijden. Je zult alleen maar tot last zijn en ik wil dat je dat niet meemaakt. Dat wil ik je niet aandoen. Dus ik wil dat je als.. als.. kittypet gaat leven!" Ik schrok, niemand van de clan zou ooit als kittypet willen leven. En ik MOEST als kittypet gaan leven. Ik keek haar twijfelend aan, ik geloofde haar niet, of ik wilde het niet geloven. Ze verbrak de stilte die was ontstaan door zacht maar duidelijk tegen me te zeggen: "GA!!!, je bent verbannen namens de Thunderclan!". Ik sprintte weg met mijn staart tussen mijn poten, het woud uit. Ik keek nog achterom maar het was te donker geworden. Ik sprintte verder, tot ik uitgeput neerstortte. Ze had gelijk, ik was te slap...
Nadat ik het woud uit was gerend en ik uitgeput neerstortte, ben ik in een soort van coma geraakt, en heb een droom gehad. Niet van de Starclan, maar gewoon een visioen. Ik stond (als ik het me nog goed herinner) op een grasveld met hier en daar bloed. Ik begreep het eerst niet, maar toen kwam ik een oude kater tegen (nog steeds in mijn droom gek genoeg!) en hij zei het volgende: "Volg je hart, ontdek jezelf en je krachten en wacht op het juiste moment.". En hij verdween, in het niets! Toen ik weer wakker werd zag ik een dageraad patrouille aankomen. Ik verdween in de bosjes en heb daar nagedacht over wat die kater zei. Ik begreep het niet, en besloot om te doen wat mijn moeder me had gezegd: als kittypet gaan leven.
Toen ik het bos uit liep ben ik naar de twoleg place gegaan. Daar hadden een stel twolegs mij in huis genomen. Ik kreeg kattenbrokken voorgeschoteld maar ik vond ze afschuwelijk! Ik weigerde ze te eten en ben, toen het uitkwam, ontstapt. Het bos weer in. Maar dit keer ging ik richting de boerderij van rogge. Daar heb ik mij genesteld en ben ik nog eens goed na gaan denken over wat die oude kater nou eigenlijk had gezegd. Na lang nadenken snapte ik het eerste deel eindelijk; ik moest terug naar de Thunderclan, want daar ligt mijn hart. Het laatste snapte ik weer niet. Dus ik besloot het eerste deel maar uit te voeren. Maar natuurlijk zonder dat iemand merkte dat ik er was! Gelukkig had ik nog wel de geur van de Thunderclan nog in me (want ik viel die twolegs telkens aan als ze me probeerde aan te raken), dus dat zat mee. Tenzij je het anders bekijkt, ze zouden me meteen herkennen. Dus ik besloot toch het zekere van het onzekere te nemen. Ik hield rekening met de windrichting, zodat geen kat mij kon ruiken. Telkens als de windrichting veranderde, verhuisde ik van plek. Dat ging lang zo door... Een paar halve manen later ving ik een gesprek op tussen Bluestar en de medicinecat. Ze hadden allebei een boodschap van de Starclan gekregen: er zou een onbekende bekende kat onopvallend meedoen met de leerlingenlessen, en veel bloeden voorkomen. Toen snapte ik na veel denken dat die onbekende bekende kat ik was. Dus toen begreep ik ook meteen wat mijn tweede opdracht was. Mijzelf trainen met de dingen die de apprentices leerden, ik moest mijzelf en mijn krachten ontdekken. Dus toen heb ik voor mijzelf een warrior en apprentice uitgezocht die ik zou volgen om dingen te leren. Wie dat waren weet ik niet, want ze waren allebei nieuw voor mij. Zo heb ik in een paar manen heel wat bijgeleerd! (Wel was ik erg bang dat ik gesnapt zou worden.) Het jagen lukte al want ik moest toch al voor mijzelf zorgen, dus dat was een eitje. De rest ging ook wel, maar ik werd gauw moe. Ik moest telkens denken aan wat mijn moeder zei: omdat je te laat bent geboren, zul je nooit gezond en sterk genoeg worden om voor de clan te strijden. Maar ik sprak mezelf de moet in dat ik dat niet zou worden, maar gezond en sterk!
Het eerste en tweede deel van mijn opdrachten waren voltooit, want toen de apprentice warrior werd, werd ik dus eigenlijk ook warrior. Ik voelde me zo trots! Maar nu moest ik nog op het goede moment wachten, volgens die oude kater. En die was er al snel genoeg. Ik brak een gevecht uit tussen de Thunderclan en de Shadowclan. En de Thunderclan was in de minderheid. Tijdens het gevecht zat ik in de bosjes te twijfelen of ik mee zou kunnen vechten om ze te helpen. Maar ik wist niet of ik inderdaad wel gezond en sterk genoeg zou zijn voor de strijd. Maar ik kon het niet langer aanzien en ben toch mee gaan vechten. Bluestar was, aan haar gezicht te zien, verbaast en keek onder het vechten door naar de medicinecat; ik denk dat ze doorhadden wat die boodschap van de Starclan betekende. Uiteindelijk had de Starclan gekozen voor de Thunderclan. We wonnen de strijd. Maar ik kon er niet echt meevieren, want ik glipte na de strijd zo snel mogelijk de bosjes weer in, maar het had geen nut. Want Bluestar had me gevolgd. Ze vroeg om opheldering. Ik heb mijn hele levensverhaal verteld, precies zoals het hier tot nu toe geschreven staat. Ze was beduusd, maar bleef er rustig onder. Ze zei dat ik hier nog even moest blijven zitten. Ze kwam later terug met de commandant. Toen zei ze dat ik hier nog een nacht mocht blijven slapen en dat ik morgenochtend naar haar hol toe moest komen. (Ik denk omdat ze hoopte op een tip van de Starclan. Ik wist het niet zeker hoor, maar zoiets verwachte ik...)
De volgende dageraad sloop ik naar haar hol, heel erg zenuwachtig. Ze zei dat ik...weg moest. Ik ben verbannen geweest, eigenlijk nog steeds en dus mocht ik niet terug de clan in komen. Ik was (en nog steeds) wel welkom maar dat was geen excuus voor mij. Ik was diep geraakt en dat ben ik eigenlijk nog steeds. Sindsdien (al bijna 6 moons) ben ik een rogue, maar ik voel nog steeds het echte clanbloed door mijn aderen vloeien. Ik droom er nog vaak over om met mijn moederclan aan mijn zijde te vechten, maar dat zal altijd een droom blijven.