Het ding met de jonge riverclanner was dat hij graag ritme had. Variatie was iets die hem niet lekker lag. En als hij heel eerlijk was, dan had hij liever een periode van hetzelfde dan dat hij elke dag iets anders moest doen. Zo was hij ook erg behoedzaam over nieuwe dingen proeven, want dat was gewoon niet zijn ding. Hij slikte even en haalde diep adem, zijn maag luid knorrende. Geen vis ter beschikking en zorgen op zijn hersenpan was er een tegendraads gevoel om naar de prooistapel toe te wandelen en er iets aan te doen. Hij meende zich immers iets te herinneren dat de queens hem eens hadden gezegd, dat het schijnbaar deel was van de warrior code en what not... Hij slikte nogmaals oncomfortabel en keek op toen hij een stem hoorde. Een andere kater benaderde hem en vroeg hem of er nog iets lekkers tussenzat. Bellpaw schudde meteen zijn kop. "Geen vis meer..." mompelde de gespikkelde kater naar hem. HIj zuchtte even en liet zijn kop wat hangen. "Ik wil vis..." Jammerde de jongen, duidelijk van slag. Hij was nog te jong en onervaren om te weten dat er veel verschillende soorten vissen waren met allemaal unieke smaken. In Bells kleine kopje was het vis en alleen vis, niks meer en niks minder.