Tigerpaw had toegekeken hoe Ravenpaws jacht leek te mislukken en vervolgens dat hij wat gefrustreerd begon te raken. Ze kreeg een beetje medelijden met hem. Hij was zo verkeerd nog niet, ze hadden vroeger immers vaak genoeg gespeeld. Dus kwam ze rustig naar hem toe lopen met een kleine glimlach op haar gezicht. Hij sprak haar aan dat ze was gegroeid en direct gingen haar oogjes wat naar de grond om een verlegen lachje te verbergen. ‘‘Ik mag het hopen,’’ miauwde ze. Ze kon niet altijd kittens blijven, toch? Ze keek naarna terug naar hem en kwam naast hem zitten eigenlijk echt best wel heel klein. Net zo fijntjes gebouwd als zijzelf. ‘‘Jij.. ook..’’ probeerde ze toen voorzichtig. Oké, misschien kwam dat er verkeerd uit, waarna ze naar het water wees. ‘‘Moet ik anders helpen?’’
For the ones who dream of stranger worlds