Stormpaw trippelde luchtig richting de fourtrees. Ze kwam er eigenlijk bijna nooit, niet in haar vrije tijd in ieder geval. Als apprentice was ze enkele keren mee geweest maar het kon haar nooit zo veel schelen. Fourtrees zou zogenaamd een heilige plek zijn van vrede en Starclan en blah blah blah. Vrede was iets wat niet bestond op die manier. Je kon niet gewoon je klauwen intrekken midden in de oorlog omdat de maan rond is voor zogenaamde vrede. Altijd als een stelletje dikke queens te zitten kwebbelen, ja nee dat was oh zo leuk. Er was altijd wel een jonge domme apprentice die z'n bek voorbij praatte. Het was onzin. Want op het moment dat de zon weer aan de horizon verscheen ontblootte iedereen zijn nagels weer en ging iedereen weer door met elkaar de vacht in vliegen alsof er nooit 'vrede' was geweest. Het had geen zin. Het was enkel een dom ritueel om een eindeloze cyclus te verbreken. Enkel was het nu een deel van die zelfde oneindige cirkel geworden. Dat alles omdat Starclan het zogenaamd vroeg. Ja, right. Starclan kon de pest krijgen. Ze liep op een snel drafje naar beneden. Ze kwam hier niet om nieuwtjes uit te wisselen maar om wat tijd voorzichzelf te nemen. Hier kon ze ontsnappen aan alle heisa van haar clan. Niemand zou weten dat ze hier zit. De geuren van alle clans die samen kwamen op deze plek was te sterk. De perfecte verstop plek voor haar om even goed na te denken over de volgende stappen die ze ging zetten. Maar dat plannetje werd mooi verpest toen de geur van Shadowclan sterker in de lucht hing dan dat het zou moeten. Haar oren drukte zich naar achter toen ze een scharminkelige apprentice zag zitten. Het was niet veel soeps. Zijn oren waren schots en scheef en hij had amper een staart. Een honend lachje verliet haar bek. Shadowclan was echt een zooitje misvormde katten tegenwoordig. Ze stapte op hem af. Haar oren plat in haar nek gedrukt. Ze zou hem wel even weg jagen. Dit was haar plekje nu.
"En wat moet jij wel niet voorstellen?" mauwde ze et een honende ondertoon.