Yaro werd wakker, een grote gaap kwam uit zijn bekje. Hij stond op en trippelde naar zijn bakje. Er zaten stukjes vis in en droge brokken. Yaro besloot om buiten iets proberen te vangen. Hij rende naar de keuken, hij sprong via de prullenbak op het aanrecht en zo het raam door. Hij bleef even op de vensterbank zitten om te kijken of er toevallig iets in zijn tuin zat. Yaro zag niks en sprong van de vensterbank af, hij vond het jammer dat er geen vogeltje in de tuin zat. Hij keek naar de grote pot met aarde waar nog geen plant in zat, haar huismensen wilden er in het voorjaar pas een planten. Yaro sprong op de pot en snel op het hek. Zo kon hij in de tuin kijken van een andere kat. Yaro zag daar wel een vogeltje huppelen. Hij sprong van het hek, recht op het vogeltje. "Hebbes!" zei hij. Yaro had niet in de gaten dat de kat die er woonde naar buiten kwam. Hij stond op en peuzelde het vogeltje op. Hij keek op en zag de kat voor zijn kattenluikje staan. "Hallo." begroette Yaro. Hij trippelde naar de kat toe en ging voor hem zitten. Hij had wel zin om even een praatje te maken. Yaro gaf zijn borst een lik en keek toen weer vriendelijk naar de kat. Hij had de kat nog nooit gezien, ze gingen eigenlijk nooit op hetzelfde tijdstip naar buiten. "Ik ben Yaro, en jij?" vroeg Yaro. Een vriendelijke glimlach stond op zijn gezicht.
[Buggles]