Blood on my claws. (Hunting)

Het was vroeg, een zwak zonnetje scheen in haar gezicht. Whitenose stond rustig op, ze stond aan de rand van het Bloodclankamp. Ze liep het bos in, ze snoof de lucht op. Haar ambere ogen richtte zich op een beestje dat in de struiken naar eten zocht. Whitenose besloop de muis, toen ze dichtbij genoeg was sprong ze op het muisje. Haar klauwen zaten in het lichaam van de muis geboord, haar klauwen zaten vol muizenbloed. Whitenose snoof, een geur van bloed vulde haar neusgaten. Whitenose pakte de muis op en nam hem mee naar een plek om hem te begraven, ze kwam bij een struik. Whitenose ging door de struik en kwam op een open plekje waar nog meer struiken omheen stonden, ze groef een kuiltje en legde de muis er in. Toen Whitenose aarde over de muis had gelegd hoorde ze pootstappen, had iemand haar gevolgd? Ze keek naar de struiken, klaar voor een aanval.

Kayleigh liep op een vroege ochtend door het bos, de vogeltjes floten. Kayleigh had honger en besloot te jagen, ze liep veder en rook de geur van een muis. Kayleigh bukte en sloop erheen, ze zag dat de muis aan zijn eten aan het knagen was. Toen zette Kayleigh zich af en kwam bij het muisje terecht, maar Kayleigh gleed uit en ze zag het muisje wegrennen. Snel stondt Kayleigh op en rende achter het muisje aan. Kayleigh zette zich flink af en belande op het muisje. Snel beet Kayleigh het muisje dood en at de muis op. Kayleigh stond op en liep veder. Toen rook Kayleigh een rare geur, ze volgde het geur. Kayleigh zag dat de geur afkomstig was van een poes uit de Bloodclan. Snel dook Kayleigh de struiken in. De Bloodclan poes keek naar de struiken waar Kayleigh in zat, de Bloodclan poes had waarschijnlijk Kayleigh gehoord. Kayleigh ging uit de struiken en keek de Bloodclan poes strak aan. "Hallo." Zei Kayleigh kill.

Een witte poes sprong de struiken uit. "Hallo" zei ze kill. Whitenose kneep haar ogen tot spleetjes, zij kwam hier niet vandaan. "Hallo" miauwde ze terug, ze likte haar voorpoot en ging langs haar oren. Whitenose zette haar poot weer netjes bij de andere. "Wat moet jij hier?" Whitenose keek bezorgd, als haar clanleden de poes zagen dan was dat al snel niet meer. "Je moet hier weg." siste Whitenose, ze keek om zich heen. "Ik ben trouwens Whitenose, ik ben geen qeeun maar een krijger." Whitenose keek naar haar poten, wat zou ze graag een qeeun willen zijn. "Maar je moet hier weg." zei ze tenslotte.

Malona ging het kamp uit om te jagen, snel rook Malona al een muis. Ze sloop er zachtjes heen, met kleine stapjes kwam Malona dichterbij de muis, toen zette ze zich af en sprong naar de muis. Malona zette haar klauwen in de muis, de muis begon even te piepen en toen was de muis dood. Malona begraafde de muis in de grond en trippelde veder. Toen hoorde Malona iemand hallo zeggen. Malona trippelde richting het geluid en zag 2 poezen, Malona zag een poes met zwart bruine vlekken in wie Malona Whitenose herkende en een witte poes die een Rogue was. "Wat moet je hier? Je moet hier weg." Hoorde Malona Whitenose zeggen. "Ik ben trouwens Whitenose ik ben geen qeeun maar een krijger. Maar je moet hier weg." Hoorde Malona Whitenose zeggen. Malona grijnsde. "Die rogue komt hier niet weg." Dacht Malona. Malona liep naar de rogue en Whitenose toe en ging zitten. "Hallo, stoor ik jullie gesprek?" Zei Malona vals. Ze trekte haar scherpe nagels uit en legde haar staart ervoor, zodat de Rogue en Whitenose haar nagels niet konden zien. Malona zou de Rogue helemaal vermorzelen.

"Hallo" miauwde de bloodclan poes terug. "Wat moet je hier?" Vroeg de bloodclan poes. "Ik was aan het jagen en rook ineens een geur en ik volgde het, en toen zag ik jou." Antwoorde Kayleigh. De bloodclan poes keek bezorgt. "Je moet hier weg." Siste ze. "Waarom dan? Zeker voor de andere Bloodclan katten." Zei Kayleigh. "Ik ben trouwens Whitenose, ik ben geen qeeun maar een krijger." Zei Whitenose. Kayleigh knikte. "Maar je moet hier weg." Zei Whitenose. Kayleigh wou bijna weggaan toen ze een andere bloodclan poes zag. "Hallo, stoor ik jullie gesprek?" Zei de Bloodclan poes vals. "Wat nu?". Fluisterde Kayleigh tegen Whitenose. Kayleigh keek strak naar de Bloodclan poes. "O nee help! Wat moet ik nu doen?!"Dacht Kayleigh.

Whitenose keek de poes strak aan. "Hallo, stoor ik jullie gesprek?" hoorde ze een poes achter haar zeggen, Whitenose schrok. "Malona! Eehm nee hoor, ik was net deze Rogue aan het waarschuwen." Whitenose keek naar de Rogue. "Wat nu?" fluisterde ze. Whitenose keek voor zich uit en haalde haar schouders op. Whitenose keek naar Malona, zij had wel zin in vechten met deze poes. Maar Whitenose dacht er niet aan om deze poes te bevechten, misschien had ze wel kittens. Whitenose schudde haar kop, hoe kon ze nou zo denken? Maar iets zei haar dat niet te doen, haar hele gedachten zaten helemaal door de war. "Malona, we hoeven niet..." Whitenose hield op toen ze nog een kat rook.

Kearn wou graag gaan jagen. Hij keek om zich geen ofdat hij een kat zag dat hij graag wou meenemen maar het kamp was een beetje verlaten dus moest hij alleen gaan jagen. Kearn liep rustig het bloodclankamp uit. Hij liep rond maar vond geen geurspoor van een prooi. Ineens rook hij de geur van een konijn. Kearn zakte in de sluiphouding en ging om het konijn af. Toen de grijze kat vlak voor het konijn was dan sprong hij erop. Snel doodde hij het konijn. Hij liep naar de bosjes om het daar te begraven hij graafde snel een putje en stopte het konijn erin. Terwijl hij aarde over het dier legde rook hij de geur van katten. Voorzichtig volgde hij het geurspoor. Toen hij dichter kwam zag hij drie katten zitten. Het waaren Whitenose, Malona en een andere kat die waarschijnlijk een rogue was. Kearn hoorde Whitenose zeggen: "Malona, we hoeven niet..." toen was het stil. Waarschijnlijk had iemand hem gehoord of geroken. Kearn ging op de katten af en zei: "Hallo, is het hier gezellig?" Hij keek de katten 1 voor 1 aan.

"Malona! Eehm nee hoor, ik was deze Rogue aan het waarschuwen."Zei Whitenose tegen Malona. Malona kneep haar ogen tot spleetjes. "Ja, ja. Moet je je dan ook voorstellen? Je moet het op een bloederige manier doen, als je begrijpt wat ik bedoel." Zei Malona vals. Malona keek vals naar Kayleigh en grijnsde. "Malona we hoeven niet..." Malona rook een andere kat en Whitenose waarschijnlijk ook. Malona keek om zich heen. Toen zag ze dat Kearn op hun af kwam komen. "Hallo, is het hier gezellig?" Vroeg Kearn, hij keek de katten
1 voor 1 aan. "Hoi Kearn!" Zei Malona tegen Kearn. Ze liep naar hem toe en fluisterde: "Help je mee om die Rogue te vermozelen? Whitenose staat waarschijnlijk aan die Rogue haar kant." Malona liep weer naar Whitenose en de rogue en keek aardig naar de rogue. "Mag ik even ergens met je praten, het spijt me dat ik gemeen deed ik heb veel meegemaakt en zo en ik moet me soms afreageren." Vroeg Malona vriendelijk aan Kayleigh. Malona knikte stiekem naar Kearn.

Malona! Eehm nee hoor ik was deze rogue aan het waarschuwen." Zei Whitenose tegen Malona. "Dus die bloodclan poes heet Malona." Dacht Kayleigh. "Ja, ja moet je je dan ook voorstellen? Je moet het op de bloederige manier doen, als je begrijpt wat ik bedoel." Zei Malona vals tegen Whitenose. "Wat heeft zij?" Dacht Kayleigh. Malona keek vals naar Kayleigh en grijnsde. Kayleigh rilde ervan. "Malona we hoeven niet..." Whitenose stopte met praten, het leek alsof ze wat rook. Kayleigh rook het ook, er kwam ergens een kat vandaan. Kayleigh keek om zich heen en zag een kater van de bloodclan. "O nee!" Dacht Kayleigh. "Hallo, is het hier gezellig?" Vroeg de Bloodclan kater. "Hoi Kearn!" Zei Malona tegen Kearn. "En die bloodclan kater heette Kearn." Dacht Kayleigh. Kayleigh zag dat Malona naar Kearn toeliep en iets fluisterde, toen liep ze weer naar Kayleigh en Whitenose en Malona vroeg aan Kayleigh: "Mag ik even ergens met je praten? Het spijt me dat ik gemeen deed, ik heb veel meegemaakt enzo en soms moet ik me afreageren." Kayleigh knikte. "Ik begrijp het wel, je hebt vast veel meegemaakt." Zei Kayleigh tegen Malona

Whitenose keek bezorgd toen Kayleigh ja zei op het verzoek van Malona. O nee, nu gaat ze eraan. Whitenose schudde haar kop, ze was verdoemd. Whitenose schudde haar kop naar Kayleigh, misschien zag ze het wel. Kearn was er ook bij komen zitten. "Hoi, Kearn!" zei Whitenose vriendelijk. Whitenose keek naar hem, haar snorharen trilde. Whitenose was nu heel rustig, net of haar hoofd ineens helemaal leeg was. Whitenose keek naar Kayleigh, zij had niet naar haar toe moeten gaan. Het was nu wel heel duidelijk, wat had ze gedaan? Ze had deze rogue al lang vermorzeld moeten hebben, dat had ze zelf willen doen. Whitenose keek duister naar Kayleigh, haar blik ging naar Malona. "Mag ik met je mee Malona?" zei Whitenose zacht. Een pure Bloodclan krijger zou aan haar moeten merken dat ze ook mee wilde doen.

Kearn ging bij de katten zitten en toen riep Malona: "Hoi Kearn!" de bloodclan kater keek Malona even aan. Daarna kwam Malona naar Kearn toe en fluisterde: "Help je mee om die rogue te vermorselen? Whitenose staat waarschijnlijk aan die rogue haar kant." Kearn keek Malona even aan maar ze liep alweer door. Waarschijnlijk verwachte de zwarte kat geen antwoord maar dacht ze dat Kearn wel zou mee doen. Malona ging weer bij de andere katten zitten "Mag ik even ergens met je praten, het spijt me dat ik gemeen deed ik heb veel meegemaakt en zo moet ik me soms afreageren." zei Malona opeens super vriendelijk. De kat knikte. Kearn zag dat Whitenose met haar kop begon te schudden. Kearn keek Malona raar aan. Ineens haf de zwarte kat een knikje naar hem. Kearn wist onmiddellijk dat het niet was om gezellig iets tegen de rogue te zeggen maar eerder was om die te vermorselen. Whitenose had Kearn duidelijk nog maar pas gezien en zei toen: "Hoi Kearn!" Kearn draaide zich om en keek de kat aan. Daarna zei Whitenose tegen Malona: "Mag ik met je mee Malona?" Kearn keek nu naar Malona wat haar antwoord zou zijn. Zonder dat Malona nog had geantwoord liep Kearn naar haar toe.

Kayleigh knikte. "Ik begrijp het wel, je hebt vast veel meegemaakt." Zei Kayleigh tegen Malona. "Yes! Ze loopt in de val, nu kan ik haar vermorzelen." Dacht Malona. "Kom mee Kayleigh!" Zei Malona. Malona liep naar het bos. "Mag ik met je mee Malona?" Zei Whitenose. "Ja hoor, Kearn kom je ook mee?" Zei Malona. Malona liep naar een struik en pakte haar gevange prooi die ze toen straks had gevangen. "Alsjeblieft, voor als je honger hebt." Zei Malona vriendelijk tegen Kayleigh. Malona schoof het muisje richting Kayleigh en keek aardig naar Kayleigh. Malona ging zitten en stelde allemaal vragen aan Kayleigh. "Hoe oud ben je?" "Waren je ouders ook Rogue?" "Kan je goed vechten?" Malona probeerde zoveel mogelijk te weten te komen over de rogue.

flut (ik heb niet veel inspiratie vandaag)

"Kom mee Kayleigh!" Zei Malona tegen Kayleigh. Kayleigh zag dat Whitenose nee schudde. Kayleigh schudde ja en liep met Malona mee. "Mag ik met je mee Malona?" Hoorde Kayleigh Whitenose tegen Malona vragen. "Ja hoor,Kearn kom je ook mee?" Zei Malona. Kayleigh liep naast Whitenose. Ze liepen naar het bos, de vogeltjes floten. Malona ging iets uit de struiken halen, Kayleigh zag dat Malona een muis uit de struiken haalde. "Alsjeblieft voor als je honger hebt." Zei Malona vriendelijk tegen Kayleigh. Malona schoof het muisje naar Kayleigh. Kayleigh had best wel honger en at het muisje op. "Dankje." Zei Kayleigh tegen Malona. "Malona is best wel aardig." Dacht Kayleigh. "Hoe oud ben je?" Vroeg Malona ineens aan Kayleigh. "Ik ben 12 manen". Antwoorde Kayleigh. "Waren je ouders ook rogue?" Vroeg Malona weer aan Kayleigh. "Ja." Antwoorde Kayleigh. "Ben je goed in vechten?" Vroeg Malona aan Kayleigh. "Redelijk." Antwoorde Kayleigh. "Waarom wil je dat allemaal weten?" Vroeg Kayleigh aan Malona. Kayleigh ging naast Whitenose zitten. "Malona is aardig hoor, ik weet niet waarom je toen straks met je kop nee schudde, maar er is niks aan de hand tog?" Fluisterde Kayleigh tegen Whitenose

Whitenose zat op de grond in de struiken waar Malona naartoe was gegaan. Malona stelde een aantal vragen, nadat de vragen waren gesteld ging Kayleigh naast Whitenose zitten. "Malona is best aardig hoor, ik weet niet waarom je toen met je kop nee schudde, maar er is niks aan de hand toch?" fluisterde Kayleigh. Whitenose dacht diep na, in haar hoofd was een gevecht tussen de goede en de slechte kant. Ze kon deze rogue geen pijn doen, in de tijd dat ze daar met haar had gepraat was er een soort vriendschap geworden. Maar ze mocht haar clan niet verraden toch? Whitenose schudde haar kop om helder te worden. "Er is iets met jou wat mij aanspreekt." fluisterde Whitenose alleen maar terug. Wat moest ze anders doen?

"Mag ik ook mee Malona?" vroeg Whitenose "Ja hoor, Kearn kom je ook mee?" Zonder op een antwoord te wachten liep Malona de struiken al in. Daar groef ze haar prooi uit en gaf ze aan de rogue en zei: "Alsjeblieft voor als je honger hebt." "Dankje" antwoorde Kayleigh. "Hoe oud ben je?" vroeg Malona ineens. "ik ben twaalf manen" antwoorde de rogue. Daarna vroeg Malona: "Waren je ouders ook rogue's?" "Ja" antwoorde Kayleigh. Kearn keek Malona raar aan. Daarstraks wou Malona ze vermorsellen en nu wil ze vrienden worden dacht Kearn. "Ben je goed in vechten" vroeg Malona dan nog "Redelijk antwoorde ze." Daarna vroeg Kayleigh nog: "Waarom wil je dat allemaal weten?" De rogue ging dan naast Whitenose zitten en fluisterde toen iets. Whitenose schudde met haar kop en fluisterde toen iets terug. Kearn keek Malona aan terwijl hij zich afvroeg waarom dat ze ineens zo aardig was voor de rogue.

Kayleigh gaf antwoord op de vragen die Malona toen net stelde. "Waarom wil je dat allemaal weten?" Vroeg Kayleigh aan Malona. "Gewoon ik ben nieuwschierig." Antwoorde Malona. Malona zag dat Kayleigh naar Whitenose toe liep en iets fluisterde. Kearn keek Malona raar aan. Malona liep naar Kearn toe en fluisterde: "Ik probeer haar vertrouwen te winnen, en als ze me genoeg vertrouwd dan zeg ik dat ik haar alleen even wilt spreken, en dan gaat ze mee. Kom je dan mee, dan kunnen wij die rogue vermorzelen." Malona liep naar de rogue toe. "Kayleigh mag ik je spreken?" Vroeg Malona aan Kayleigh. Malona liep richting een klein grasveldje. "Kearn kom je ook mee?" Vroeg Malona. "Whitenose blijf jij maar even hier." Zei Malona tegen Whitenose. Malona liep naar het grasveldje en ging zitten. "Nu heb ik haar!" Dacht Malona.

"Er is iets met jou wat mij aanspreekt." Fluisterde Whitenose terug. Kayleigh wou net wat terug fluisteren, toen Malona naar Kayleigh toe liep. "Kayleigh mag ik je spreken?" Vroeg Malona. "Ja hoor." Antwoorde Kayleigh. Kayleigh liep achter Malona aan. "Kearn kom je ook mee?" Vroeg Malona aan Kearn. "Whitenose blijf jij maar hier." Zei Malona tegen Whitenose. "Waarom mag Whitenose niet mee?" Dacht Kayleigh. Kayleigh keek even naar Whitenose en liep toen achter Malona aan. Malona liep naar een grasveldje en ging zitten. Kayleigh ging ook zitten en keek even naar de lucht. Ze zag vogels vliegen. Toen keek Kayleigh weer naar Malona. "Over wat wil je me spreken?" Vroeg Kayleigh aan Malona. Kayleigh keek Malona vragend aan.

Whitenose zag dat Malona Kayleigh vroeg om even mee te komen. "Whitenose blijf jij maar hier." zei Malona. "Waarom mag Whhitenose niet mee?" vroeg Kayleigh, dat vroeg ze zich zelf ook wel af. "Ja, waarom mag ik niet mee?" vroeg Whitenose. Zo kon ze echt niet door blijven gaan, uiteindelijk zou Malona wel denken dat ze het expres doet. Whitenose stond op en ging naast Kayleigh staan. "Als ik jou was zou ik zo snel mogelijk ontsnappen." fluisterde Whitenose. Waar was ze nou mee bezig?

"Waarom wil je dat allemaal weten?" vroeg Kayleigh aan Malona. "Gewoon ik ben nieuwschierig." antwoorde ze. Daarna liep de rogue naar Whitenose toe en fluisterde iets. Malona kwam dan naar Kearn en fluisterde: "Ik probeer haar vertrouwen te winnen, en als ze me genoeg vertrouwd dan zeg ik haar dat ik ze even alleen wil spreken, en dan komt ze mee. Kom je dan mee, dan kunnen wij die rogue vermorselen." Kearn dacht even na over het plan en vond toen dat het eigenlijk wel goed zou kunnen lukken. Daarna vroeg Malona al aan Kayleigh: "Kayleigh mag ik je even spreken?" "Ja hoor" antwoorde ze onmiddellijk. "Kearn kom je ook mee? Whitenose blijf jij maar mee" zei Malona daarna. Kearn ging zonder te antwoorden achter Malona aan. Hij zag dat de rogue nog snel eens keek naar Whitenose en daarna ook achter hen aankwam. Samen gingen de katten naar het grasveld en daar ging Malona zitten. Kearn volgde haar voorbeeld en ging ook zitten. Daarna keek Kayleigh Malona aan en vroeg: "Over wat wil je me spreken?" Kearn keek Kayleigh goed aan en keek daarna naar Malona wat ze zou antwoorden of ging doen.

"Over wat wil je me spreken?" Vroeg Kayleigh aan Malona. Malona stond op en ging tegenover Kayleigh staan, Malona keek vals naar Kayleigh. "Zeg je laatste woorden rogue." Zei Malona vals. Malona trekte haar nagels uit. "Nu gaat ze eraan!" Dacht Malona. Malona knikte naar Kearn en keek weer naar de rogue. "Had je maar niet mee moeten gaan." Zei Malona vals. Malona liep rond Kayleigh heen en zette zich op een gegeven moment af. Malona kwam bij Kayleigh en zette haar nagels in Kayleigh schouder en schopte Kayleigh in haar buik. Malona lachte heel erg gemeen. "Ik hou van dit!" Dacht Malona. Nu kon ze die rogue vermorzelen
( Ik dood je niet Kayleigh)

Onderwerp: Re: Blood on my claws. (Hunting)