We're part of a story, part of a tale. We're all on this journey, no one is to stay. Where ever it's going. What is the way?
Welcome
Warrior Cats is een rollenspel gebaseerd op de serie 'Warriors' van Erin Hunter. Je verkent hier al schrijvend de geliefde wereld van de Clankatten, rogues en kittypets. Dit doe je door je eigen karakter aan te maken, waarbij je bijna alles zelf mag bepalen over uiterlijk en karakter. Wild of tam, goed of slecht, sociaal of eenling? Help jij oorlogen te voorkomen? Of ben je een van de katten die hongerig opzoek is naar een groter territorium en meer macht? Het kan allemaal op Warrior Cats.
KIND OF WEATHER
NEWLEAF
Season
Newleaf, 10°C - 20°C
Langzaam maar zeker komen de eerste bloemen weer op. De zon breekt weer door wat zorgt voor een aantal warme dagen. Newleaf zet alles in volle bloei.
Licht filterde door de ingang heen, net genoeg om af en toe haar snoet te verwarmen wanneer de wolken werden weggeblazen. Met een zachte zucht leek haar nachtmerrie weg te glijden, waarna ze haar hoofd draaide om in Crow vacht te begraven, en nog verder te slapen. Alles voelde immers zo zwaar, zo... Pijnlijk. Ze kreunde door de kleine beweging, hunkerend naar het zachte gevoel van wakker worden naast de katten om wie je gaf. Maar de zachte vacht van Crowcall vond ze niet naast haar, en toen de roes van slaap en medicatie begon weg te trekken, slopen verschrikkelijke nachtmerries over vossen en het bloed van haar geadopteerde dochtertjes haar hoofd binnen, samen met een ondragelijke pijn. Met een ruk opende ze haar ogen en hapte naar adem. Hier vond ze een onbekende wereld. Dit was niet haar den. Waar was Crowcall? Waar was Tommy? "Help!" schreeuwde ze schoor. Er was iets verschrikkelijk mis, ze moest hier weg. Routnose probeerde overeind te komen, wat er enkel toe leidde dat ze het uitgilde van pijn. Toen ze achter zich keek, vond ze de ruïne van wat ooit haar achterpoot was geweest. Het was kundig gespalkt en behandeld, maar de pijn die ze voelde was te veel. Tranen parelden in haar ogen en ze maakte zich zo klein mogelijk, haar ogen dicht geknepen en haar poten over haar oren gedrukt. Dit was een nachtmerrie. Dit was een verschrikkelijke nachtmerrie. Ze hoefde alleen maar wakker te worden en dan zou alles weer goed zijn, toch? Toch?
&Bluejay
Bluejay
Member
Sannemander 615 Actief Always flying high and falling down
Zij lag daar- ze had daar heel de nacht gelegen. En het laatste wat hij van haar gezien had, was het met de dood geslagen gestalte van de kattin die ze ooit geweest was. Een mager beeld van zijn favoriete Windclanner. Een grim beeld dat hem zelfs tot aan zijn dromen en verder gevolgd had. Zeggen dat het een onrustige nacht was- dat was nog verdomd zacht uitgedrukt. In zijn halve slaap was hij zowat heel de nacht blijven vast haken. Tossend in zijn nest, zuchtend en vloekend. En hoewel hij wist te kunnen vertrouwen in de medicine cats hun kennis, had hij al vaak genoeg iemand in die den verloren om hier vraagtekens achter te durven zette. Om hier over aan de twijfel te kunnen trekken. Want by starclan, hij had de dood op andere zien jagen, hij had haar zien toeslaan en grijpen- en hij had haar voelen kijken. Daar in het woud terwijl hij de medicine cat met zich meedroeg door de koude heen. En de gedachte er niet te zijn om haar ervan te verweren vannacht, greep zich gretig aan hem vast.
Het joeg hem na tot aan de vroege ochtend en verder. Als een witte vlek die je maar niet uit je zicht kreeg, hoe vaak je ook knipperde. Een vlieg die je niet van je af kon slaan. Als een mot die aangetrokken werd door een zwak licht, werden zijn gedachte keer op keer weer terug gelokt naar haar, daar in de medicine cat den. Geen slecht nieuws had zijn hart gebroken die nacht, maar hij moest haar met eigen ogen zien om enig sinds gerust stelling te vinden in de stilte van de medicine cats. Hij moest aan haar zijde staan, hij moest er voor haar zijn. En hij wist dat een paar clangenote hem ervoor zou veroordelen, er zouden altijd kortzichtige eikels tussen zitten die zijn smoesje onzin vonden. Die niet inzage dat in de tijd die Routnose hier gespendeerd had, ze vrienden hadden kunnen worden. Niet dat dat een smoesje was- ze waren vrienden geworden. De leugen lag in de tijd er na. Het smoesje was dat hij niet bezorgd was om een oude vriendin- hij was bezorgd om iemand van wie hij-
Haar stem en akelige gil onderbrak zijn gedachte en deze post. Het sneed ijskoud en pijnlijk door iedere cel in zijn lichaam heen terwijl hij richting de medicine cat den stapte. Waarna iedere pas die hij vervolgens zette versnelde. En met een racend hart stapte hij naar binnen, vluchtig naar haar zoekende. Het leven was haar terug in geblazen vannacht, als een zwak kaarsje brandde het achter de in pijn getekende ogen van de ex medicine cat. Zwak, ja, maar brandde deed het. "Rout" klonk zijn warme stem zacht, "Hey, hey, sssh, ssh alles is oke, je bent oke, alles komt goed" een zwakke geruststellende glimlach trok aan zijn mondhoek. En het liefst zou hij haar willen omhelzen, alsof hij haar vast moest houden om d'r niet te verliezen. Maar zoals ze angstig en gepijnigd overkwam, leek het hem beter voorzichtige stapjes te zette. En in de privacy van de medicine cat den, drukte hij zijn kop tegen die van haar. "Alles komt goed"
Wat was er gebeurd? Waarom was alles zo onbekend, zo wazig? Het voelde alsof ze een eeuwigheid had geslapen, en die dikke deken van slaap nog altijd over haar heen hing en alle herinneringen van haar had afgepakt. Waar was haar moeder? Waar was Mousewish? Waar was iedereen? Het schokken van haar tranen deed enkel nog meer zeer, maar ze wist er niet mee op te houden. Als ze haar ogen gesloten hield, en zich zo klein mogelijk maakte zou het wellicht ophouden. Dan zouden al die verschrikkelijke dromen steeds minder als werkelijkheid voelen, en dan zou die pijn eindelijk weg gaan. Oh, alsjeblieft, waarom ging het niet weg?
"Rout?"
Zijn stem en haar naam waren het enige wat nog bekend klonk, en het was genoeg om haar te overtuigen om langzaam haar ogen te openen, zodat ze die van hem kon ontmoeten. Zijn prachtige, blauwe ogen en zijn praatjes over bloemen en zijn dochtertje, en de grappen die hij maakte; het was er nog steeds. Hij was er nog steeds. Ze sterkte haar poten naar hem uit en wilde hem vastgrijpen en nooit meer los laten. Hij was de enige rots in de branding, het enige veilige in deze nachtmerrie die steeds meer op een realiteit begon te lijken. "Blue!" jammerde ze wanhopig om hem dichter bij haar te krijgen. "Waar ben ik? W-w" al die verschrikkelijke flarden van momenten, waren dat herinneringen? Gepijnigd drukte ze haar ogen dicht, de hoofdpijn en de vlammende pijn in haar lichaam bijna ondragelijk. Nu de initiële opwelling van adrenaline begon weg te zakken, voelde ze zich meer uitgeput dat ze ooit had gedaan. Het was allemaal te veel, en ze snapte er niets meer van. "Ga alsjeblieft niet weg" smeekte ze hem gesmoord.
Bluejay
Member
Sannemander 615 Actief Always flying high and falling down
Hij nam kleine passen. Voorzichtige stappen. Maar toen de kattin gretig om haar heen greep naar iets bekends- toen hij zag hoe wanhopig ze om hem riep, bewoog de kater zich instinctief naar voren. Hield zijn kop zo dicht mogelijk bij het haren, verborgen in de privacy van de medicine cat. Hier, waar ogen niet op hem vielen, waar niemand het in de gaten hield, hoefde hij zich niet te verstoppen achter stomme pijnlijke smoesjes. Hoefde hij zich niet binnen de lijntjes te houden. De zilveren kater sloeg zijn staart half om haar heen in een warme omhelzing, zonder twijfel. En een brok vormde zich in de keel van de warrior bij het zien van geliefde windclanner, en tot hoe ver ze gebroken was. Nog geen jaar geleden had ze hier gestaan, in alle gezondheid, in alle vreugde. Ze had hun apprentices met alle geduld opgeleid. Ze had hem laten glimlachen, lachen en-"Ik ga nergens heen Rout, ik ben er" fluisterde hij, zijn stem warm "Je bent veilig hier- in de shadowclan medicine cat," Hij zou alle gebroken stukjes weer in elkaar zette. Desnoods zou hij ze persoonlijk vast houden, dag in dag uit. Een hoopvolle glimlach trok aan de spieren onder zijn vermoeide gezicht. "J-je hebt me zo laten schrikken Rout- i-ik dacht dat je doodging" de grote kater slikte, maar kreeg de prop maar niet uit zijn keel. Het idee alleen al ook zijn geliefde Rout te verliezen? Grenzen kon hij nog trekken, Windclan kon hij nog hendelen. Maar Starclan? Zij in starclan, hij hier? Het idee alleen al brak zijn hart in een tal van stukjes. Hij legde zijn staart nog dichter tegen haar aan, alsof de dood nog steeds op de loer lag. Alsof hij ze dicht bij hem houden moest. "...Een vos had je te pakken gekregen. I-ik heb je hier heen gebracht."
Ze was nog nooit zo blij geweest om een bekend gezicht te zien. Het maakte haar niets uit dat iedere beweging vuur door haar aderen liet stromen, ze wilde niets minder dan zich aan hem vastklampen totdat ze wakker zou worden en alles weer normaal zou zijn. Hoeveel pijn het ook deed, ze kon hem niet loslaten. Wie weet waar hij dan heen zou gaan, of hij net zo makkelijk zou vervliegen als al haar dromen. De medicatie liet een vervelende smaak achter op haar tong, maar nog veel echter stopte het haar hoofd zo vol met wolken dat de grens tussen realiteit en dromen nog altijd vervaagd was. Ze was te bang om te huilen, te verward. Het enige wat ze kon doen was huiveren, of dat nou was van de pijn, kou of vermoeidheid, en bidden dat zijn woorden de waarheid waren. In zijn omhelzing kon ze het bijna geloven; dat ze veilig was. Met gesloten ogen liet ze hem het plaatje schilderen en het sloeg op haar in dat dat deel van haar dromen de waarheid besloeg. De vos, Windclan... Het was allemaal te veel. Hij leek het enige te zijn dat ervoor zorgde dat ze niet in scherven uit elkaar viel. "Ik ben zo bang, Blue," piepte ze als een kitten, zich volledig in zijn omhelzing gedrukt. "A-a-alles doet p-pijn en, en ik, en Wisteria-" de naam brandde op haar tong, een nog zuurdere herinnering aan wat er gebeurd was. Een gesmoorde snik rees op uit haar keel. "Ik wilde alleen, ik dacht-... Het spijt me zo..." al haar woorden eindigden alleen in onverstaanbaar gebrabbel, terwijl ze zelf ook niet meer wist wat ze wilde zeggen. Maar ondanks haar verwarde staat, was er wel één ding dat ze verstaanbaar kon maken. "Ik hou van je, Blue,"
Bluejay
Member
Sannemander 615 Actief Always flying high and falling down
Licht viel sporadisch de medicine cat den binnen, een zacht ritme die de kater vanuit zijn ooghoeken volgde terwijl de kattin zich tegen hem aandrukte. Zo bang- zo fragiel. Hij slikte, legde zijn kop tegen haar aan terwijl ze haar excuses aan bood voor niks. Want ze deed hem niks aan, ze kon, op het stelen van haar hart na, hem nooit iets aan doen. Wat er met Wisteria gebeurd was, wie het was, voor nu zou hij het inet opbrengen. Voor nu lag zijn volledige aandacht op de gevlekte kattin naast hem. Wiens tranen glinsterde in de dansende zon, wiens ogen hij nooit zou kunnen vergeten. Hij slikte, kantelde zijn kop terwijl hij zijn geliefde windclanner warmhartig aankeek. "Je hoeft geen sorry te zeggen Rout- Starclan, je kunt nooit iets fout doen bij mij" glimlachte hij hoopvol. Hij kon haar pijn niet weghalen, kon de onweerswolken boven haar kop niet wegtoveren. Maar hij kon starclan verdomme wel samen met haar in de stortregen staan. Haar woorden gingen over in gebrabbel, zijn staart sloeg dichter om haar heen. En toen haar zachte woorden verstaanbaar klonken. Dacht de kater voor geen seconde na.
"Ik ook van jou, Rout"
Het was niet meer dan een zachte fluistering geweest. Kleine woorden, die een ontzettend groot gevoel blootgaven. Een gevoel dat iedere keer dat hij gelukkig genoeg was oog op haar te mogen leggen, enkel groeide. Hij hield starclan verdomme van haar, door dik en dun. Over grenzen heen en daar voorbij. Hij hield van haar. Toen ze shadowclan verliet en hem omhelsde, hield hij van d'r. Op het moment dat hij angstig naar haar gezocht had tijdens de gathering, hij hield van haar. Iedere keer dat hij over de grenzen heen tuurde in de hoop haar tegen te komen, hield hij van haar. En nu ze hier lag, naast hem en tegen hem aangedrukt- hield hij van haar. Hij slikte, drukte zijn kop nogmaals tegen haar aan "Ik hou van je Rout- zelfs al kan ik het hier niet altijd laten zien, zo midden in het kamp. Ik hou van je. En ik ga er alles aan doen om je te helpen, dat beloof ik."
Ze probeerde zich op haar ademhaling te focussen, op de aanraking van zijn zachte vacht. De zwaarte van wat ze zojuist had gezegd drong nog lang niet helemaal tot haar door, anders had ze die woorden nog vele maanden, al dan niet voor altijd, ingeslikt. Niet omdat ze niet echt waren, maar omdat ze normaliter wist welke gevolgen het met zich mee zou brengen. Hoeveel meer pijn het hem, maar ook haarzelf zou doen. Ze was lang genoeg medicine cat geweest om het te weten. Dan zou ze zich zorgen maken over de toekomst die ze zojuist zoveel moeilijker had gemaakt. Dan zou ze hebben geweten dat haar uiteindelijke vertrek zoveel pijnlijker zou zijn door die stomme woorden. Maar op dat moment was het enige wat ze kon zeggen de waarheid. Hij kon niet haar problemen laten verdwijnen, hij kon niet de pijn weghalen - maar wel het scherpe randje, en met hem zo dichtbij leek alles opeens net iets draagbaarder. En toen hij haar woorden herhaalde, voelde ze voor het eerst in dagen weer iets dat leek op hoop. Een klein, warm vlammetje in haar borstkas dat hij had aangestoken. Dat ervoor zorgde dat ze de slaap zou vechten, dat ze haar ontmoeting met Starclan uit zou stellen. Maar met die gedachte kwam een andere herinnering terug, eentje die door merg en been sneed. Als ze haar poot één stap verder had gezet, zouden ze dit gesprek nooit hebben gehad. Ze was zó dichtbij geweest, zo belachelijk dichtbij. Het bracht een misselijkheid in haar op. Wat als hij haar had gevonden? Of nog erger, wat als hij altijd had moeten leven met de wetenschap dat ze spoorloos was verdwenen? Routnose snikte, tegelijk zo overrompeld van blijdschap en angst voor wat er bijna niet geweest. "Het spijt me," herhaalde ze nogmaals, alsof hij zou weten waarvoor precies ze zich verontschuldigde. Ze bewoog haar vermoeide hoofd naar de zijne en liet haar kop tegen zijn schouder aan rusten, haar neus in zijn vacht zodat ze alleen hem nog kon ruiken en zich wijs kon maken dat dat de hele wereld was. "Ik heb.. Het is... A-alles is verpest, Blue, ik kan niet blijven, en volgensmij kan ik ook niet meer terug," haar stem trilde terwijl ze de puzzelstukjes aan elkaar probeerde te brengen tot een gruwelijk geheel. "Het was dom van me, zo dom van me. Ik weet het allemaal niet meer, maar ik wil nooit meer weg van je zijn," normaal gezien zou ze zichzelf egoïstisch hebben gevonden, en waarschijnlijk wel ook terecht, maar in deze staat was ze haar filter verloren. "Laat me alsjeblieft niet alleen," ze wist niet hoe ze hier doorheen zou komen zonder hem.
Bluejay
Member
Sannemander 615 Actief Always flying high and falling down
Hij drukte zich wat dichter tegen haar aan, alsof hun aanraking wonden helen kon. Alsof al haar problemen weg zouden smelten in zijn warme omhelzing. En weer bood ze haar excuses aan, en weer schudde de grote kater zijn kop terwijl hij zijn best deed die gedachte niet uit haar prachtige kop te tikken. Hoevaak moest hij het haar nog zeggen, tot hoever ging haar verantwoordelijkheidsgevoel? De blauw zilveren tom ving het gewischt van haar kop met gemak op, sloeg zijn staart wederom om haar fragiele lichaam heen. En met een brok in zijn keel luisterde hij naar haar zwaarwegende woorden. Kleine puzzelstukjes waar tussen hij de missende onderdelen zelf invullen moest. Ze had nergens om te blijven, hij kon enkel raden dat ze windclan verlaten had, verbannen was? De warrior beet zachtjes op zijn wang, hij had daar moeten zijn. Hij had de overbodige klappen op moeten vangen. Wellicht waren er dan wel minder scherven geweest om op te pikken. "Rout-" mauwde hij zachtjes toen ze in herhaling viel. Zijn zware stem in warmte omwikkeld, "Ik ga nergens heen, waar je ook heen gaat- ik ben en blijf er altijd voor jou. Ik-ik hou van je door dik en door dun." een hoopvolle glimlach trok aan zijn mondhoeken terwijl hij de zij kant van kop op het hare weglegde. "Ik vind wel iets, ik bedenk wel iets. Ik vind een manier om bij elkaar te kunnen blijven. Ik fix dit" de kater slikte, de waarschijnlijkheid van het toekomstige vertrek van de kattin wegdrukkend. Hij zou een manier vinden. Regels buigen tot het uiterste, loopholes in duiken. Voor haar liep hij starclan verdomme over kolen heen en- Routnose was altijd welkom in Shadowclan. De woorden van Settledstar vochten zich langzaam omhoog in de gedachte van de warrior. Het viel te proberen.
Hij sloeg haar steviger in zijn omhelzing. Ondanks dat haar gebroken lichaam protesteerde, probeerde ze nog dichter tegen hem aan te kruipen. Alsof ze een angstige kitten was die in hem wilde kruipen, die niets anders wilde dan hem vasthouden en nooit meer loslaten. Alles buiten dit nest, buiten hem, was gewoon te veel. Ze liet zich naar een zachtere werkelijkheid wiegen door zijn woorden. Want was dat niet een mooie droom? Een simpelere wereld waar ze samen konden zijn, waar geen enkele regel hun uit elkaar kon trekken, waar ze nooit meer zoveel pijn zouden hebben. Hij zou het in orde maken, niet? Dat was wat hij zei, en Rout was zo wanhopig om dat te geloven. Wellicht zouden ze in die wereld samen oud worden. Ha, misschien zou zelfs zijn dochter haar ooit lief genoeg vinden om per ongelijk 'mama' te zeggen in een conversatie. Dan zouden ze hun nesten versieren met de favoriete bloem die ze deelden, en stiekem toch altijd in hetzelfde nest eindigen iedere nacht, zo dicht opgekruld dat het nét paste. Routnose ademde bibberend uit en haar lichaam ontspande iets. Zijn kop legde hij op de hare, en met zijn woorden voelde deze fantasie net iets meer als een werkelijkheid."Dankje, Blue.." was alles wat ze uit kon brengen, waarna de vermoeidheid het overnam, maar de dromen in haar warrige kop waren die nacht zachter dan ze in moons waren geweest.