"The beauty of light owes it existence to the dark."
Een kleine grijns verscheen op zijn gezicht toen een bekende, verse geur zijn neus binnendrong. Een geur van ThunderClan. Zou het een zwakke apprentice zijn of misschien een oude bekende? Zou allebei wel leuk zijn eigenlijk. De point stopte met grijnzen waarna hij zich omdraaide in de richting van de steeds sterker wordende geur. Een bruine tabby kwam te voorschijn. Een oude bekende kwam te voorschijn. Runningwind. Zou de ander hem herkennen? Daar leek het niet op toen Runningwind zijn woorden sprak. Ergens wist Glint dat de kater hem best zou gaan herkennen, maar aangezien ThunderClanners mousebrains zijn, zou hij wel even een zetje geven. "Het is zeker een mooi weertje," miauwde de point met zijn koude stem. "En wie ik ben? Graaf eens diep in je geheugens... Runningwind." Glint was niet bang om herkend te worden. Hij was niet bang om een oud-Clangenoot tegen te komen. Ze waren zwak. Geen enkel partij voor hem, omdat hun heilige warrior code dat verbood.
~ Runningwind ~