Ivypaw was met het ochtendgloren al wakker geworden. Ze had
zoveel zin in haar eerste training! Ze had Fennelpaw - waarvan ze wist dat die nooit haar nest uit te krijgen was - al vroeg gewekt, tegen haar schouder gepord met de mededeling dat ze zich klaar moest maken. Ivypaw had de tijd genomen om haar pels te wassen. Zonhoog duurde nog
eeuwen. Uiteindelijk zag ze er spik en span uit en geen haartje stond de verkeerde kant op. Ze had geen zin om nog langer op Fennelpaw te wachtten en liep nerveus door de doorntunnel. En daar was ze dan.. buiten kamp! Met grote ogen keek ze in het rond, haar bekje stond open. Totdat er iemand voor haar sprong en een gilletje uit haar bek ontsnapte en ze zich in een schrikbeweging klein maakte. Toen ze realiseerde dat het haar
mentor was, keek ze beschaamd naar de grond.
‘Oh.. uh.. ik bedoel-’ begon ze snel te ratelen. Ze keek vluchtig Smouldertongue aan.
‘Ja.’