Fennelkit maakte een goed punt. Als zei het ook grappig vonden. En versieren.. nou ja. Dat was ook wel leuk. Ze had een keer hun nest versierd met allemaal blaadjes en takjes die ze gevonden hadden. En bloeide nou eenmaal niet zoveel in bladkaal dus.. tsja, ze had moeten roeien met de riemen die ze hadden. Dus na eventjes diep nadenken, knikte ze naar haar zus.
‘Oké! Het klinkt leuk!’ miauwde ze met een glimlachje. Ze schuifelde wat dichter langs haar zusje en bracht haar kop wat dichter bij de hare. Vanaf nu zouden ze stiekem moeten doen. Een giecheltje ontsnapte haar. Oh, dit was zo spannend!
‘Dus.. wie moeten we doen?’ Ze hadden immers een warrior nodig voor het spel: hoeveel-rotzooi-kunnen-we-in-een-warrior-zijn-pels-verstoppen-voordat-'ie-wakker-wordt. Het stond in de naam! Een
slapende warrior nog wel. Haar ogen speurden door het kamp, en ja hoor, daar zag ze iemand in het zonnetje liggen dutten.
‘Daar is iemand!’ wees ze, haar stem fluisterend en toch opgewonden.