We're part of a story, part of a tale. We're all on this journey, no one is to stay. Where ever it's going. What is the way?
Welcome
Warrior Cats is een rollenspel gebaseerd op de serie 'Warriors' van Erin Hunter. Je verkent hier al schrijvend de geliefde wereld van de Clankatten, rogues en kittypets. Dit doe je door je eigen karakter aan te maken, waarbij je bijna alles zelf mag bepalen over uiterlijk en karakter. Wild of tam, goed of slecht, sociaal of eenling? Help jij oorlogen te voorkomen? Of ben je een van de katten die hongerig opzoek is naar een groter territorium en meer macht? Het kan allemaal op Warrior Cats.
KIND OF WEATHER
NEWLEAF
Season
Newleaf, 10°C - 20°C
Langzaam maar zeker komen de eerste bloemen weer op. De zon breekt weer door wat zorgt voor een aantal warme dagen. Newleaf zet alles in volle bloei.
Onderwerp: We licked the salt out of our wounds di 8 feb 2022 - 18:17
H
et was de avond dat Rascal vertrok. Ze zat aan het einde van de weg en zag zijn sterke lichaam verdwijnen in het felle licht van de horizon. Zijn pluizige staart wiegde mee met het snikken en het vallen van haar tranen. Ze duwde haar oren in haar grijze nekhaar. Het ging maar voor even zijn, hield ze zichzelf voor. Toch bleef ze zitten. Haar ogen gericht op de grimmige lijn die eerst baadde in een warme, oranje gloed, daarna rood kleurde en toen overging naar een diep paars. Starclan of hier de Tribe of Endless Hunting legde zijn nachtelijke deken over het gebied, maar de sterren bleven uit. Haar voorouders bleven verstopt, versluierd achter de dikke grijze wolken. Vlinder richtte haar groene blik naar omhoog. Tranen welden weer op. Waarom waren haar voorouders zo wreed? Dan eindelijk kwam de kater die haar liet zweven, pakte ze hem van haar af. Eerst had ze gedacht dat het Southernwolf was, maar nadat ze Rascal had ontmoet wist ze dat de vader van haar kittens maar kalverliefde was geweest. Hij had haar gebruikt als een rebound, maar spijt kon ze het niet noemen. Ze had er vier prachtige kinderen van over gehouden. Haar kinderen! Oh die zouden de kater die ze als hun vader zagen waarschijnlijk ook wel missen. Ze moest een uitleg geven, enkel was ze bevroren aan de grond. De koele, nachtelijke winterbries en het verdriet dat haar verscheurde hielden haar wakker. De nacht tikte voorbij. Van diep paars naar zacht roze. Ze voelde de zwakke ochtendzon op haar rug en ze wist dat ze moest bewegen, maar het kon niet. Vlinder zakte neer op de grond en ze begon weer helemaal opnieuw te snikken. Het was maar voor even! Het was maar voor even... De dag ging voorbij en een nieuwe nacht liet zich weer zakken over het dal. Haar hoofd deed pijn van de hitte en het getuur naar de grimmige lijn. Vlinder huilde stilletjes, maar ze kon de slaap niet vatten. Haar pootjes waren onder haar witte buik gevouwen en haar kop lag op de rotsige ondergrond. Haar ogen gleden naar boven. De hemel stond nu vol sterren. Dat betekende dat het sterk ging afkoelen. Ondertussen was ze gewend aan het klimaat van dit gebied, maar 's nachts had ze altijd doorgebracht in het bij zijn van anderen. Alleen op haar reis was ze een paar weken alleen geweest en toen... Ze kon de eerste ontmoeting nog herinneren. Ze had een ritseling gehoord en onzeker had ze om zich heen gekeken. Er had een kattengeur gehangen die nu zoveel meer voor haar betekende. "Ik ga je geen pijn doen," waren de woorden die hij had gesproken. Oh wat was ze dom geweest. Angstig en hoogzwanger, verraden door haar clan, had ze zich vijandig opgesteld. Hij had haar angst geroken want hij was bij haar gebleven. Vlinder huilde weer. De herinneringen waren te pijnlijk. Hij komt vast wel terug! Hij heeft beloofd dat hij terug kwam... Het was maar voor even. De nacht werd weer langzaam dag. De zon brandde op haar lichaam en hoewel het heel oncomfortabel was verplaatste ze zich niet. Ze bleef liggen in dezelfde houding tot haar spieren te hard riepen om verlossing. De avond viel ondertussen al weer toen ze opstond. Haar tranen waren opgedroogd, maar ze bleef huilen, met of zonder vocht. Ze liet haar kopje hangen want ergens wist ze het al. Hij was weg en ging niet meer terug komen. Ze hadden er een volwassen gesprek over gehad, ook al waren ze allebei jong en toch deed het zoveel pijn. Vlinder ging haar derde nacht weer snikkend in en uiteindelijk stopte ze, omdat haar keel te rauw was en ze te veel hoofdpijn kreeg. De vierde dag kwam op en in de verte kon ze stemmen horen roepen om haar. Haar Tribegenoten waren ongerust en waarschijnlijk haar kittens ook. De grote poes was echter te verdoofd om te reageren, zelfs toen haar vier kittens haar hadden gevonden. Ze reageerde niet op hun piepjes, op de kater die hen had begeleid. Vlinder zakte zonder woorden in het midden van de dag weer door haar pootjes. Ze legde haar kop neer op de harde ondergrond en zuchtte zachtjes. Haar ogen kon ze niet sluiten, want ze keek nog steeds naar de horizon. Ondertussen kende ze elke richel vanbuiten. Haar kittens kropen tegen haar op en ze legde haar staart beschermend over haar heen. Ze bleven bij haar in de nacht, maar Vlinder sliep niet. Ze liet ze lang zogen, hoewel ze ook al op vast voedsel waren gestapt. Haar melkproductie was nog niet gestopt, maar wel al sterk verminderd. Ze werden goed beschermd en warm gehouden, maar Vlinder had het zo vreselijk koud. Haar huid deed pijn van de zon, maar ze kon het rillen niet stoppen, wat een vreemde gewaarwording was. De dag klom weer omhoog en toen ze zo naar de horizon keek sprong er een naam binnen. Haar kleine man die ze momenteel nog Aapje noemde. Die zij aapje noemden. Journey of the sun across the sky. Ja dat was een mooie naam. Vlinder zuchtte zachtjes. Ze moest terug, haar kittens moesten veilig blijven en hij ging niet terug komen. Hij was voor eventjes weg, maar niet voor lang. Hij ging zo terug komen. Op de vijfde dag stond ze op en verplaatste ze eindelijk. Haar spieren schreeuwden en haar binnenkant ook, maar toen ze zo samen liep met haar kittens voelde ze zich gesterkt. Dit is voor wat ze bleef. Haar kroost die veilig moest blijven in de Tribe, ver weg van haar moeder en Acornstar. Ze had hier trouwens familie gevonden. Baneflower bleek haar halfzus te zijn en ze was zo slecht nog niet. Veel beter dan Ferret en Wolf. Ze leek haar te accepteren. Hiervoor moest ze het doen. Voor haar familie.
De dagen verstreken en winter werd lente. Haar wonden waren eindelijk geheeld, maar de vacht die er groeide was kort en stug, niet lang en pluizig. De vijf dagen die ze er had gezeten had veel van haar lichaam, maar ook van haar geest gevergd. Ze voelde zich depressief en haar kittens waren voor lang de enige reden dat ze opstond. Maar met de aankondiging van de vogeltjes die floten werd haar gemoedsrust ook getemperd. Hij ging waarschijnlijk terugkomen in de zomer. Wat voor zaken hij ook te regelen had. Als zij terug was gegaan had het toch ook lang geduurd met alle banden die ze had in het bos. haar kittens waren nu 4 moons en ze moest dringend een andere naam voor hen verzinnen, want momenteel had enkel Journey een volledige Tribe-waardige naam. Daarom nam ze haar kinderen een voor een mee op een wandeling in de hoop iets tegen te komen, iets zoals een totem. De volgende moon verstreek weer en ze had de kittens meegenomen. Ze legde een stukje van het gebied uit dat ze het beste kende, het heidegebied en de bossen met de mammoetbomen. Daar maakte ze tekeningen in de aarde. Ook vertelde ze over Starclan, maar dat ze ook mochten geloven in de Tribe of Endless Hunting. "Jullie mama gelooft in Starclan en in de Tribe of Endless Hunting, het zijn allebei namen voor het gebied waar onze voorouders leven en jagen. Er zijn geen vijanden daar en iedereen leeft in harmonie samen." Ze gaf een lik over de kop van haar dochtertje Druif. Als bij wonder rukte de wind op. Het blies in haar gezicht en fluisterde een tweede naam. Force to be reckoned with. Een prachtige naam voor haar dappere dochter. Ze bracht haar mondje bij het oor van haar schatje en fluisterde de naam. Met haar zachte poot tikte ze op de witte borstkas. "Jouw naam Druifje, vind je hem mooi?" Vlinder wilde vandaag niet opgeven. Ze wilde al de namen gekozen hebben. Daarom nam ze haar kits naar het volgende plekje. De grot waar ze geboren waren en waar Cyanide huisde. Ze kon het nog als de dag van gisteren herinneren. Ze had hier in de Clan Cavern een hele tijd doorgebracht als apprentice. Aarzelend had Vlinder naar binnen gestapt. De bekende oude muffe geur kwam haar tegemoet. Ondertussen was de geur van vos vervlogen, maar de verse scherpe geur van Cyanide kringelde nog steeds rond in de grot. Toen ze die voor het eerst had geroken had ze paniekerig naar Rascal gekeken, haar rots in de branding en toen was haar bevalling begonnen. Ze herinnerde zich nog dat ze zo zo kwaad was op Southernwolf, om haar door deze pijn te dwingen, maar die herinnering was oud en verplaatst door liefde voor haar kittens. Rascal had daar net zoals een leeuw gewaakt over de vier bolletjes tegen de gekke wolf. Die woorden bleven in haar hoofd hangen en toen ze naar Streep keek leek het alsof ze Southernwolf kon horen. Lionkit, alleen vond ze dat te krachtig voor haar donkere dochter. Ze neusde haar aan. "Lieve Streep, jij verdient ook een prachtige naam. Jouw naam zal Fawn fostered by lions zijn." Het was ook een verwijzing naar de kattin over wie ze nu een uitleg gaf. "Cyanide deelt haar huis. Ja, ja. Heel goed! Voor de leeuwen, voor de bergleeuwen. Cyanide is goed nu," had ze ooit eens tegen haar gezegd. Toen had ze nooit gedacht dat haar dochter naar die uitspraak vernoemd ging worden. Vlinder greens breed en blij. Tribe namen waren toch niet zo heel moeilijk en veel mooier dan clannamen. Alleen haar grijze zoon had nog een naam nodig. Ze gaf een lik over zijn bol. Pluis paste zo goed bij hem dat het haast pijn deed om zijn naam te veranderen, maar ze waren bijna to-be en hun trial kwam ten einde. Ze moest het zo snel mogelijk weten. Hij leek het meeste op hun vader, maar hij had het dappere karakter geërfd van haar eigen vader Thornface. Hmmm. Courage of the wolf. Ja dat was zijn naam. Nu hadden al haar kittens een naam: Fawn, Journey, Courage en Force. Ze moest alleen nog eentje voor haar verzinnen en ook voor Rascal om hem te verassen als hij terug kwam. Vlinder pakte Force tussen haar kaken, na enige tegenstribbeling en sjokte terug naar de Tribe Cave. Hun warme nest lonkte en de prooi lag waarschijnlijk al klaar. Ze moest ook nadenken over haar eigen naam als ze geaccepteerd ging worden als volledig lid. Ze had al tegen Day of New Light verteld dat ze het liefste gewoon een Queen bleef en klusjes deed binnen de grot. Haar twee zonen en Force zouden waarschijnlijk opgeleid worden als Cave Guards en Fawn was eerder een Prey Hunter. Ze was niet zo breed en eerder gracieus gebouwd. Van wie ze dat had was haar een raadsel want heel de bloedlijn was gebouwd op kracht. Haar eigen naam hmmm. Ze wilde butterfly gebruiken, maar ze vond het geen mooie aanspreeknaam, Vlinder was veel beter, maar alleen haar kittens en Rascal hadden het privilege om haar Vlinder te noemen. Misschien moest ze het over een andere boeg gooien. En terwijl ze daar zo wandelde langs het heide pad, haar blik gericht naar de bloemen die haar vergezelden gaf de Tribe of Endless Hunting haar toen het volgende teken: een citroengras groen vlindertje vloog voorbij haar neus. Het fladderde vrolijk, maar bleef niet zitten. Het leek haast een dansje uit te voeren voor het over haar kop heen vloog. In de laatste seconden kon ze het vleugeltje zien glimmen in het zonlicht. Glimmer of the butterfly wing. Als er hartjes in haar ogen konden springen dan had dat nu wel geweest. Glimmer was perfect, het klonk niet alleen mooi, maar ook een naam die ze veel liever had gedragen als clankat. Glimmerwing. Zo had haar moeder haar moeten noemen, niet Feverpitch. Feverkit was een naam gegeven om haar te schamen en om aan te tonen hoe zwak ze wel niet was als kitten. Ze was heel veel ziek geweest als kind, god ze was ziek geboren, maar nu was ze sterk. Haar kittens hadden haar sterk gemaakt, haar trauma's en Rascal. Ze was een poes die snel vluchtte en hoewel ze elke dag eraan dacht om hem achterna te gaan, weerhield ze die drang. Ze wilde hier een thuis opbouwen, samen met haar gezin. Oh! Misschien moest ze ook een naam voor hem verzinnen, als verassing. Een stoere naam! Vlinder stopte eventjes op haar wandeling, zette Force neer en pakte nu Fawn op, om dan weer verder te lopen. Het wiegen van de kitten in haar mond was rustgevend. Hmmm. Ze wilde iets sterks, misschien een dier. Een jager, misschien een beer of een wolf. Nee haar zoon had de naam van een wolf al gekregen en haar dochter dat van een leeuw. Een arend of adelaar misschien? Vlinder wilde haar hoofd schudden, maar bedacht op het laatste moment nog dat daar een kitten bungelde. Nee een vogel was veel te vrij. Rascal was vrij, maar ook standvastig. Ze groef in haar geheugen en plots kwam er een verhaal in haar op van de elders over een oeros. Dat waren de voorouders van bizons. Ja Bison, iets met bison hmmm. Bison wandering... Bison defending his home. Oh. Dat klonk wel goed. Ze kon er meteen ook een clannaam aan linken, Bisonheart. Een naam voor een dappere en sterke kater.
Het was een prachtige lente ochtend. Buiten kwam de waterige zon tevoorschijn en gooide het zijn licht op de ingang van de Tribe Cave. Dit zorgde voor een spel van dans en twinkelingen in het gordijn van water dat zachtjes ruiste in haar oren. Vlinder had zich helemaal opgeboend en ze had een voor een haar kittens bij haar genomen. Eerst had ze Force to be reckoned with tussen haar klauwen gekregen. Ze had haar uitvoerig een bad gegeven, tegen de zin van de jonge kattin. Ze waren geen kittens meer ze waren nu to-be's. Oh ze vond het zo spijtig dat Rascal er niet bij was om hen te zien. Hij zou zo trots zijn. Daarom boog ze zich ook over haar dochtertje en keek ze in haar prachtige ogen. "Force, mijn druifje. Je gaat het super doen, ik ben zo zo trots op je." Ja ze kon dit met zekerheid zeggen want Starteller was bij haar gekomen en had gezegd dat hun trial erop zat en vandaag geaccepteerd werden als volledig lid van de Tribe. Ze liet het katje los en griste nu Fawn fostered by lions bij haar nekvel. "Zit stil!", beval ze terwijl ze ook haar helemaal opboende. Ook bij haar keek ze eens diep in haar ogen. Ze had het gevoel dat ze geen grip kreeg op deze dochter. Ze deed haar een beetje denken aan Sinclaw en het beangstigde haar. Toch was ze ook op Fawn enorm trots. "Lieve schat, jij zal een groots en sterk warrior worden, ik weet het zeker," miauwde ze met een warme trilling in haar stem. Ze neusde tegen het donkere oor. Terwijl ze zich omdraaide naar haar jongens kon ze nog net een ontsnappende Journey onderscheppen. "Hey kleine aap, waar ga jij naartoe?" Ze probeerde te beginnen aan zijn kopje, maar de stekelige haartjes schoten weer omhoog en hij deed er alles aan om weg te glippen. Met een beetje spijt in het hart zag ze hem naar buiten rennen. "Succes schat!", riep ze nog na, niet zeker of hij haar had gehoord. Hoofdschuddend richtte ze zich op haar laatste kindje. Hij was veel minder temperamentvol en ook een mama's kindje. Vlinder knuffelde kort met hem en poetste zijn grijze vachtje grondig. "Je lijkt zoveel op je vader Courage! Ik geloof in je," miauwde ze warm. Haar stem bevatte nu een trilling van emotie. Oh ze was zo trots op hen. Toen ze de aankondiging van Starteller hoorde stond ze op. Met zachte pootvallen trippelde ze naar waar de anderen vergaderd zaten. Hoewel sommigen haar nog vreemd waren voelde ze zich meer thuis dan ze zich ooit in Shadowclan had gevoeld. Ze ging vooraan zitten zodat ze goed zich had op haar kroost. Zo trots waren ze en zo trots was zij. Het maakte niet uit van welke wieg je kwam, hier werd je geaccepteerd. Al haar kinderen werden die dag to-be. Mentoren werden nog gezocht en katten feliciteerde hen en ook Vlinder met haar nieuwe naam. Vanaf nu ging ze als Glimmer door het leven! Glimmer of the butterfly wing.
Het was avond, niet laat, maar ook niet vroeg. De zon zakte achter de bergen en legde een roze gloed overgaand naar paars en nachtblauw over het gebied. Het laatste licht hing in de lucht en zorgde ervoor dat je nog een tafereel kon onderscheiden. Een kattin die zichzelf zat te wassen met vier prachtige kittens aan haar buik. Onder haar likken door zag je haar ogen naar iemand flitsen. Vlinder keek rond of ze Rascal ergens zag. Ze had zonet wat gedut en niet gehoord of hij nu al terug was gekomen of niet. Graag wilde ze samen met hem naar de zonsondergang kijken. Hij ging nu jagen voor hen beiden en het gebied ontdekken. Vlinder was altijd benieuwd waar hij nu weer geweest was. Wat voor avonturen hij had meegemaakt en wie hij was tegen gekomen. Daar was hij dan. Hij kwam voorzichtig tevoorschijn, zijn sterke spieren rollend onder de zomervacht. Een zachte, warme bries had zijn haren in de war gebracht en vlinders ontplofte in haar buik. Hij had een eekhoorn in zijn mond gehad. Het tafereel was nu echter anders. Het was wel avond, maar ze keek nu naar het gordijn van water voor de ingang en boven haar tikten waterdruppels van stalactieten neer op de vloer. Haar kittens waren met andere to-be's aan het spelen in de late zomerhitte. Hier in de bergen waren de temperaturen eerder extreem. In het clangebied hadden ze ook eens zo een hitte meegemaakt, maar toen was alles opgedroogd en was de prooi gevlucht. Hier was het eerder normaal. Ze draaide van haar buik naar haar rug en keek naar het plafon. Naar de ruwe richels. De lijn die een barst vormde deed haar een beetje denken aan de horizon die ze zo goed kende nu. Ze kon het niet laten om na haar taken toch eens te gaan kijken, voor moest Rascal vroeger terugkomen. Ze was er voor een paar weken mee gestopt, maar schuldgevoelens maakten haar zodanig meester dat ze toch ging kijken... Voor de zekerheid. Vlinder duwde haar poot omhoog en volgde de beweging van de barst. "Oh Rascal, vergeet me niet alsjeblieft."
De zomer was vol op aan de gang en de hitte had plaats gemaakt voor een meer koele zomerlucht. De wind die aangevoerd werd van het zuiden was eerder koud en sneed tussen haar vacht in haar vel. Toch stond ze vandaag paraat. Ze had alle nesten van de cave guard vandaag opgeschud en nieuw mos aangevoerd, maar ook veren van vogels. Ze had de elders voorzien van water en nu ging ze een wandeling maken. Eigenlijk wist ze al waar ze naar toe ging. Hoewel ze al die moons lang bij het einde van de weg ging kijken was dat nu veranderd naar de Vulture's Drop. Daar streek de wind als twee poten over haar gezicht, fluisterde het geheimen en liet het haar compleet vrij voelen. Het uitzicht was hier prachtig en ze kon zover kijken als het gebied zich uitspreidde. In de verte kon ze schapen zien, piepkleine wolkjes op pootjes die danste door de weides. Af en toe kon ze eens een wolf spotten, maar nu zag ze vogels dansen op de luchtstromen. Na het bekijken van het prachtige, adembenemende uitzicht ging ze meestal naar de Redwood en dan via de Highlands naar de Clan Cavern en zo weer terug naar huis. Echter was ze nu beland bij het uitzicht en hoorde ze een ritselend geluid achter zich. Ze draaide zich om met gespitste oren. Toen ze de geuren probeerde op te pikken kon ze niets ongewoons ruiken. Toch leek er een stem te fluisteren naar haar en dit keer niet de wind. Glimmer... Was er een Tribegenoot die haar nodig had? Ze besloot, ondanks de waarschuwings bellen in haar kop, het spoor toch te volgen. Het avontuur lonkte.
De moons streken voorbij. Ze had haar totem gekregen en die wachtte vast al op haar. Toch hield ze Journey en Force nog eventje stevig vast. Ze gaf hen beide een lik over hun kop en wang. "Ik hou van jullie. Zo zo veel! Ik kom jullie bezoeken en jullie mogen ook altijd naar mij en papa komen als jullie willen!" Een krop in haar keel verbood haar om nog verder te praten, met tranen in haar ogen gaf ze nog een laatste knuffel en wenste ze Shine en Day een vaarwel. Rascal was na een jaar nog steeds niet teruggekomen en Vlinder voelde zich alles behalve boos. Ze was… ongerust en ze miste hem zo hard. Ze keek even warm naar Courage of the Wolf die met haar de reis ging maken. "Heb je er zin in?", miauwde ze warm met een nerveuze trilling in haar stem. Ze richtte haar blik op de weg voor haar. De weg die ze nu al van buiten kende. Natuurlijk was Rascal niet het enige waarvoor ze de reis maakte. Fawn bevond zich ook in het clangebied en continue stress omdat ze in Bloodclan terecht was gekomen beet aan haar tenen.
TIMESKIP
Ze waren allebei moe. Vlinder ondersteunde haar jonge zoon. Ze waren nu ongeveer bij de Fourtrees. Vlinder zou gaan naar Thunderclan. Shadowclan vermeed ze met de grootste bocht ooit, Windclan was geen clan waar ze zou willen verblijven en Butterstar vond ze geen vriendelijke leider, dus dan maar naar Thunderclan. Silverstar was de meest vriendelijke leider en hij had de Skyclan ramp meegemaakt. Samen met Thornface zou ze wel eventjes mogen blijven, ze wist het zeker. Daarom stond ze nu ook in het gebied, met haar zoon. Ze was nerveus, maar liet het niet schijnen. Ze moest dapper zijn.
Onderwerp: Re: We licked the salt out of our wounds di 8 feb 2022 - 19:35
De vroegste herinner die de jonge kater had, was misschien wel de intense kou toen zijn vader hen verlaten had. Of, pleegvader, moest hij misschien zeggen, maar dat verschil had er nooit toe gedaan toen hij nog hier bij hen was. Hij had zijn biologische vader immers nooit mogen kennen, en alles wat hij van hem wist was dat hij kilometers hiervandaan gestorven was. Je zou zeggen dat deze vroege herinnering hem misschien zelf ook koel of bitter zou maken; maar Courage was niet zo iemand. Hij genoot van de schoonheid van het leven en besteedde zijn dagen met het zoeken naar het mooiste dat hij kon vinden. Hij had een hele verzameling; steentjes, bloemetjes, pluimpjes, van alles en nog wat. Maar al dat moois kon hem niet compleet maken. Courage had het idee dat hij iets miste, en dat hij met dit alles misschien dat probeerde te compenseren. Toen zijn moeder dan ook verteld had dat ze op pad zou gaan, terug naar waar ze vandaan kwam, had hij geen moment getwijfeld om met haar mee te gaan. Hij wou zijn roots opzoeken, de plek waar hij vandaan kwam. Vlinder had hem verteld over Starclan, en over de clans, en dat had zijn nieuwsgierigheid gewekt.
De jonge kater stopte nog een keer bij zijn verzameling voor ze zouden vertrekken. Het deed hem pijn dat hij dit achter zou moeten laten, hoewel hij niet echt kon beschrijven waarom. Het waren maar objecten, elk zonder echte betekenis. Rommel voor iemand anders - maar het waren zijn schatten, die hij al sinds hij hier in de grot aangekomen was verzameld had. Het was zijn beetje stabiliteit in de grote, onbekende en chaotische wereld. Courage besloot om het allermooiste ding dat hij had mee te nemen: een relatief grote, platte steen met twee kleuren grijs die in elkaar overlopen als een zonsondergang in zwart-wit. Toevallig, of misschien juist niet, was dit het allereerste object dat hij in zijn verzameling gestoken had. Het zou hem herinneren aan de bergen, zelfs wanneer ze zo ver weg waren, en het zou hem herinneren aan de siblings die hij hier zou achterlaten. Courage had niet echt een besef van hoe het zou zijn om zonder hen te zijn; misschien was hij daarom niet echt verdrietig als hij Journey en Force en Fawn voor het laatst een knuffel gaf. Ze zouden er altijd zijn, ook al waren ze ver weg, en hij had geen besef van afstand.
Toen vertrokken ze, het onbekende in. Courage wou dat hij zijn totem al gekend had; dan had hij misschien meer steun gehad. Maar hij was er zeker van dat zijn totem bij hem was, ook al wist hij het nog niet, ook al zag hij er volledig overheen. De jonge kater keek met grote groene oogjes naar alle nieuwe beelden die hij te zien kreeg. Bossen, riviertjes, nieuwe dieren en planten die hij nooit eerder had gezien. De sterren waren hier nog hetzelfde. Hij wist niet waar Starclan begon en de Trie of Endless Hunting eindigde - zouden ze dat merken? De bergen verdwenen achter hen steeds meer; ze gingen op in de omgeving, alsof ze niet echt meer waren maar slechts een schilderij waaruit ze gekomen waren. Het maakte hem bang om de details niet meer te kunnen zien, om niet meer exact te weten wat zijn siblings aan het doen waren. Maar zijn moeder had hem vernoemd naar de moed die hij volgens haar bezat, en dus deed hij zijn best om die angst niet te laten doorschemeren.
Vlinder vertraagde haar pas; ze moesten er bijna zijn, dan. Zijn poten deden pijn zoals nooit tevoren. Hij was doodop, en had niet eens meer de energie om de indrukken om hem heen op te nemen. Courage had zijn steen in zijn bek, het enige tastbare ding dat hij had om te bewijzen dat zijn herinneringen écht waren. Samen met zijn moeder was het het enige vaststaande feit uit zijn leven. Hij voelde hoe zijn moeder tegen hem steunde; om zichzelf recht te houden, of om hem te ondersteunen? Hij wist het niet zeker. Hij deed zijn best om tegendruk te bieden, zodat ze beiden recht bleven staan. Courage wist niet goed waarop ze wachtten, maar net zoals die vijf dagen in de kou zou hij zo lang het moest bij haar blijven wachten.
Rascal
Member
Renske 628 Actief You glow differently when you're actually happy
Onderwerp: Re: We licked the salt out of our wounds di 8 feb 2022 - 23:42
Maybe this cage has been a cocoon all along
Rascal meende een vlaag van herkenning op te merken. En direct twijfelde hij aan zijn eigen zintuigen. Of zijn brein niet een spelletje met hem aan het spelen was. Hij dacht altijd aan haar, iedere dag. Soms ging er een periode voorbij dat hij meende dat hij haar aan het vergeten was, dat het mischien beter zo was dat hij door kon gaan met het leven wat hij altijd wilde. Maar de periodes van spijt en verdriet waren langer. Van hartzeer en verlangen. En sinds Eveningstar had aangeboden dat hij haar op mocht halen en mee mocht nemen naar Thunderclan, was het alles waar hij aan dacht. Het was zo'n simpel antwoord geweest op een onmogelijk probleem in zijn hoofd. Hij had nog niet het hart gehad om het aan Silverwish te vertellen. Alleen Eveningstar wist af van zijn grootste liefde in de bergen. Aan de kittens die hij als zijn eigen zag. Aan het leven dat perfect was, alleen voor hem nog niet compleet. En nu was er een manier op alles recht te zetten. Hij was dwaas dat hij nog twijfelde, dat hij niet gewoon direct die dag weer was vertrokken, zijn hart achterna. En toen hij een vleugje van haar geur had opgemerkt, die alle herinneringen weer opende en die zijn gevoelens vertienvoudigden, meende hij dat het zijn verbeelding was. Zij fladderde constant in zijn gedachten, alles wat hij zag deed hem aan haar herinneren. En toen hij het nog een keer opmerkte, stokte de adem in zijn keel. En zonder verder na te denken rende hij die kant op. Hij wist dat hij aan het jagen was op een geest, maar wat als...
Rascal beukte zich door bramenstruiken heen alsof het niets was. Plukken lange vacht bleven hangen, maar hij was bijna dierlijk op zoek naar haar. En bij iedere pas die hij zette, begon hij steeds meer te twijfelen aan zichzelf. De geur werd sterker, ze kwam dichterbij... Was dit echt? Nee, het kon niet echt zijn. Maar wat als... Wat als ze hier zijn? God, wat zou hij eigenlijk tegen haar zeggen. Geen zinnig woord kwam in hem op. Zijn gele ogen speurden enkel in een wilde weg naar een glimp van haar grijze vacht, die piercende groene ogen, de vorm van haar lippen als ze lachte, haar gevederde staart die hij over zijn lichaam kon voelen. Hij kon zich zo helder voor zich zien. Helderder dan ooit tevoren.
En toen de grote kater zich bruusk langs nog een struik duwde, zag hij haar staan. Pluis aan haar zijde. En ze was zo prachtig als hij kon herinneren en... Hij kreeg een diepe frons boven zijn ogen toen hij haar aankeek, tranen sprongen direct in zijn ogen. Pas nu sloeg het echt bij hem in. Hij geloofde het niet. Dit kon niet, dit kon niet echt zijn. Dus keek hij voor een moment weg, knipperde de glazige waas uit zijn ogen van de tranen en keek nog een keer. Nee, ze was er nog steeds. Hij hapte naar adem terwijl spontaan al zijn levensfuncties leken te stoppen. Zijn hart sloeg over, de lucht was uit zijn longen geslagen en hij staarde daar maar, terwijl stille tranen uit zijn ooghoeken kwamen. ‘Vlinder..?’ miauwde hij hees. Nog altijd kon hij het niet geloven. Niet geloven dat ze echt was. Hij stapte dichterbij terwijl de tranen nu rijkelijk vloeide. Ze zou hem vast haten. Hij had haar zo teleurgesteld. Hij had haar achtergelaten en nooit teruggekomen. Nooit woord gestuurd. Voor een moment had hij zichzelf toegelaten hier gelukkig te zijn. Het comfort en veiligheid van de clan hadden hem verleidt, de vrienden die hij hier had. En hoewel hij zich constant verscheurd had gevoeld, had het gesleten. Maar de liefde die hij zo intens voor haar voelde niet. Hij zette nog een pas dichterbij, en nog een. Zo dichtbij dat hij haar ademhaling kon voelen, en kon zweren dat hij haar hartslag hoorde. Of wellicht was dat gewoon zijn eigen die op de kletter was gegaan.
Rascal zijn ogen waren compleet op de hare gevestigd. En langzaam stak hij een poot uit en legde die tegen haar wang. Ze was echt. Vlees en bloed tegen zijn klauw. En dat was het moment dat hij helemaal brak. ‘Het spijt me, het spijt me zo,’ begon hij met overslaande stem te fluisteren. ‘Het spijt me, het spijt me.’ Het werd een mantra, terwijl hij zijn poten week voelde worden. Hij moest op zijn blote knieën haar smeken om haar te vergeven. Na alles wat hij haar aan had gedaan. Hij wilde haar omhelzen, haar vasthouden en nooit, maar dan ook nooit, weer laten gaan. Hij was wanhopig voor haar. Maar hij durfde haar niet verder dan die korte aanraking te gaan. ‘Ik hou zoveel van je, Vlinder. Alsjeblieft..’ Betraande ogen zochten die van haar. Hij kneep zijn ogen een keer snikkend samen. ‘Vergeef me.’
i've had the time of my life slaying dragons with you
Onderwerp: Re: We licked the salt out of our wounds wo 9 feb 2022 - 1:34
Z
e voelde hoe Courage zich tegen haar aandrukte. Haar felle groene ogen gleden over zijn gezichtje heen. Hij was haar al lang ontgroeid en hoewel zij ook groot was, stak hij er met een kop bovenuit. Ze liet haar lange pluizige staart over zijn flank gaan en gaf hem een lik over zijn wang. "We zijn nu in Thunderclan, dat is de meest vriendelijke clan. We moeten nu wachten tot iemand ons opmerkt, verder gaan zou onbeleefd zijn," legde ze zachtjes uit. Vlinder was ondertussen gaan zitten en had een vriendelijke, maar onderdanige houding aangenomen. Haar hart bonsde. Wat als ze werden aangevallen? Dan had ze haar zoon ook ik gevaar gebracht. De gedachte eraan maakte haar misselijk. Ze moesten niet lang wachten. De Thunderclanner die op komst was wond er geen doekjes rond dat hij in aantocht was. Ze kon de kat niet ruiken, maar hij was erg luid. Ze legde haar staart op de pootjes van haar zoon, een teken dat hij geduld moest hebben. Beleefd moest zijn.
Pas dan brak haar hart open. Alle leed die ze had doorstaan glipte weg. Alle gedachtes en gevoelens werden uit haar geslagen. Ze hapte even hard naar adem dan hij. Elke spier in haar lichaam begon te trillen van de adrenaline die door haar lijf gierde. Ze had nooit geweten wat ze zou voelen als ze hem weer zag. Geluk, verraad, liefde, woede? Nu wist ze het. Tranen welden op, dropen over haar wangen. Ze knipperde verwoed. Dit was een droom! Dit was een droom! Een snik verliet haar lippen en haar ogen werden groter en ronder. Ze wilde zo hard naar hem toe lopen, maar de schrik dat hij zou verdwijnen was te groot. Zelfs toen hij zijn naam sprak geloofde ze het niet. Elke vezel in haar lichaam gilde. Hij kwam dichterbij. Het was een droom! Een droom die ze bijna elke nacht had gedroomd en ook haar gedachten had geoccupeerd in de dag. Een droom dat hij haar kwam redden en haar kuste, een kinderlijke droom van toen ze nog veel jonger was. Nu waren ze 10 of 11 moons ouder en toch. Toch voelde ze die liefde haar weer overstromen. Hij stond nu voor haar neus en hij rijkte naar haar. De drang om een stap naar achteren te zetten, bang dat het allemaal aan diggelen zou vallen, was zo groot, maar ze bevroor.
Zijn klauw pakte haar wang vast en het was nu moeilijk te beschrijven in woorden. Een vuurwerk van gevoelens schoten door haar heen. Ze pakte zijn poot vast en drukte die harder tegen haar wang. Hij was echt! Hij was echt! De woorden tolden over haar hoofd heen en alleen de belangrijke bleven plakken. Hij hield nog van haar! Oh! Dat was meer dan ze ooit kon hopen. Vlinder begon luidop te snikken. Hij was echt en hij was nog steeds van haar! De witte, muisgrijs gevlekte poes doorbrak de barrière. Ze schoot in zijn armen en drukte haar kop tegen zijn wang. Een simpele kus was nu niet genoeg, een knuffel zei nu zoveel meer. Ze liet hem niet los, smachtend bijna en huilde in zijn vacht. Net als een kind kon ze bijna niet meer spreken van het snikken. "Rascal, Rascal! Je leeft nog!", begon ze hakkelend. Ze wilde hun moment niet verpesten echt niet, maar haar zoon stond aan de kant. Vlinder deed haar betraande ogen op en keek naar hem. Ze reikte een poot naar hem uit, om hem uit te nodigen voor mee te knuffelen. "Ik heb je zo gemist Rascal, wij! Ik hou van je!" Dat laatste zei ze in zijn vacht toen ze haar gezicht er weer in drukte om zijn geur op te snuiven. Starclan en Tribe of Endless Hunting wat had ze die gemist! Ze was het bijna vergeten. Een nieuwe reeks snikken rolde over haar lippen. Oh ze was het bijna vergeten! Elke dag had ze aan hem gedacht, maar met de tijd en de seizoenen vervaagde zijn stem en zijn geur. Ze had hem nog perfect kunnen beschrijven, maar als ze een herinnering voor zich wilde halen had ze enkel dat vurige gevoel van liefde gehad. Oh wat had ze dit gemist. "Ik heb je zo gemist!", prevelde ze stilletjes.
Onderwerp: Re: We licked the salt out of our wounds wo 9 feb 2022 - 13:49
De jonge kater voelde zijn ogen langzaamaan toevallen. Hij zou nu direct kunnen slapen, als hij wou - hij had doorheen de tocht zeer weinig kunnen slapen, deels door de stress en de angst van het onbekende, en deels omdat hij geen enkel moment had willen missen. Hoe ironisch dat hij nu, bij de aankomst, niets liever zou willen doen dan slapen. Maar zijn oortjes spitsten zich toen hij gekraak hoorde, alsof er iets heel groots op hen af kwam geracet. En toen diegene te voorschijn kwam, liet Courage meteen schok zijn steen uit zijn bek vallen. Het kwam met een plofje op de grond terecht, maar niemand scheen dat te horen. Het was zijn vader die daar uit het struikgewas kwam, levend en écht. En hij begon zich meteen te verontschuldigen, leek zelfs amper te merken dat Courage hier ook was. De jonge kater zette een stap opzij, zodat zijn vacht die van zijn moeder niet meer raakte, en gaf hen plaats. Met grote verwonderde oogjes keek hij toe; Rascal zette een poot tegen de wang van Vlinder, en de vurige liefde die hij tussen hen zag zou voor altijd bij hem blijven. Hij had het idee dat dit het mooiste was dat hij ooit al gezien had, en voor een kater die zijn leven besteedde met het zoeken naar de mooiste dingen, was dat heel wat. Oh, hij hoopte dat hij ook ooit zo'n liefde kon vinden. Maar voor nu was het net alsof hij zelf niet bestond, alsof hij enkel een lichaamloze waarnemer was, volledig opgaand in de felle schoonheid van ware liefde.
Rascal
Member
Renske 628 Actief You glow differently when you're actually happy
Onderwerp: Re: We licked the salt out of our wounds wo 9 feb 2022 - 21:41
Maybe this cage has been a cocoon all along
Ze was echt. Zijn Vlinder, stond voor hem. En toen ze zijn poot vast pakte wist hij dat het echt was. Een lach kwam over zijn lippen. Van verbazing, van compleet ongeloof dat ze hier gewoon echt was. Maar hij wilde niet weten hoe, of waarom. Hij was gewoon zo, zo ontzettend dankbaar dat ze hier nu was en oh, ze vergaf hem zo makkelijk. Veel te makkelijk. Maar zodra ze in zijn poten vloog, drukte hij zijn kop stevig in zijn nek en genoot van iedere aanraking, van haar geur, zelfs van haar schokkende schouders terwijl ze huilde. Want hij wist dat het van geluk was. En hij huilde ook.
Hun blikken kruisten na een tijd weer. Ja hij leefde nog. En zij ook. En Pluis. God, hij wist niet waar hij moest beginnen. Hij knikte kleintjes. ‘Ik heb jou ook gemist. Iedere dag,’ miauwde hij schor. Hij slikte en wist zich voor een kort moment van haar los te wurmen. Zijn blik ging kort over haar heen en hij glimlachte waterig. ‘Je bent nog mooier dan ik me kan herinneren,’ snifte hij kleintjes. En toen drukte hij voorzichtig en zacht zijn neus tegen de hare, om vervolgens met zijn hele voorhoofd tegen de hare aan te leunen. Hart en ziel, deel van hem was altijd bij haar achter gebleven in de bergen en voor nu voelde hij zich weer even compleet. En toen hij zo met gesloten ogen tegen haar aan stond wist hij eindelijk zijn ademhaling even op de rit te krijgen. Hij streelde nog een keer zijn poot langs haar wang, eindigde bij haar kin en keek haar lang aan, alsof hij nog steeds niet geloofde of ze echt was. Echt. Ze had hem gevonden.
Uiteindelijk ging zijn blik naar Pluis. Zijn zoon. Het deerde hem niet welk bloed erachter zat. Hij was zijn zoon. Dus liep hij naar jonge kater, die was verdubbeld in grootte sinds de laatste keer dat hij hem zag. Een waterig lach rolde over zijn lippen. ‘Zo, Pluis. Wat ben jij groot geworden,’ bromde hij. Hij duwde zijn poot tegen zijn schouder en omhelsde hem vervolgens ook, zijn neus in zijn nek. Rascal gaf hem een plagerige veeg langs zijn kin en keek hem met een schuin oog aan. ‘Laat me je eens zien, jongen, hoe groot je wel niet bent geworden.’ Hij keek hem van links en rechts aan en knikte goedkeurend. ‘Een sterke man,’ bromde hij vrolijk. ‘Heb je wel goed naar je moeder geluisterd?’ Zijn blik ging weer naar Vlinder en hij lachte weer hoofdschuddend. Man, hoe was dit werkelijkheid?
i've had the time of my life slaying dragons with you