We're part of a story, part of a tale. We're all on this journey, no one is to stay. Where ever it's going. What is the way?
Welcome
Warrior Cats is een rollenspel gebaseerd op de serie 'Warriors' van Erin Hunter. Je verkent hier al schrijvend de geliefde wereld van de Clankatten, rogues en kittypets. Dit doe je door je eigen karakter aan te maken, waarbij je bijna alles zelf mag bepalen over uiterlijk en karakter. Wild of tam, goed of slecht, sociaal of eenling? Help jij oorlogen te voorkomen? Of ben je een van de katten die hongerig opzoek is naar een groter territorium en meer macht? Het kan allemaal op Warrior Cats.
KIND OF WEATHER
NEWLEAF
Season
Newleaf, 10°C - 20°C
Langzaam maar zeker komen de eerste bloemen weer op. De zon breekt weer door wat zorgt voor een aantal warme dagen. Newleaf zet alles in volle bloei.
De vochtige aarde koelde haar pootjes af na de afstand die ze zojuist had uitgerend. Voor het eerst dit jaar kwam haar ademhaling weer in wolkjes naar buiten terwijl ze naar de mistige hemel keek. Hoewel de vochtigheid haar vacht nooit meer uit kwam, was ze dankbaar voor de koelte die dit seizoen met zich bracht. Het betekende een einde aan die verstikkende dagen waarbij haar vacht haast een gevangenis leek, maar ook een einde aan de voldoende hoeveelheid aan voedsel. Vandaag had haar jacht haar ver naar de grenzen gebracht, en zonder er echt over na te denken was ze afgedwaald naar fourtrees. Of nuja, three-trees eerder, na het fiasco van enkele moons geleden. Wolf liep langs het afgebrande stompje en vroeg zich af wat de volgende gathering met zich mee zou brengen. Ergens was het ook wel lullig, dat ze enkel met die medicine cats spraken.
Zo veel herinneringen hier, aan goede dagen en aan slechte nachten. De plek leek echter steeds minder op die waar ze zo veel beleefd had. Fourtrees was ooit een symbool geweest voor stabiliteit, voor de 'balans' van het bos - vier bomen, vier clans (de vijfde die er ooit geweest was voor het gemak vergetend. Zo veel werd voor het gemak vergeten), een rots voor trotse leiders, onder het licht van StarClans volle maan. Maar het was bewolkt vandaag, en de rots was gebarsten, en vier bomen waren drie geworden. Alles veranderde immers, alles verging, behalve de grenzen en regels waar halsstarrige katten zich aan vastklampten. Zou StarClan ooit vergaan? Ze hoopte het. Ze hoopte dat ooit de sterren zouden doven, hun kille, veroordelende ogen zouden sluiten, en dat de nacht dan donker zou zijn, en stil, en kalm. Ze zat naast de rots en wachtte, al wist ze niet op wie. De kat die ten slotte verscheen was geen bekende van haar, al had ze haar wel eens gezien, op Gatherings, en misschien ook op de grote reis. Was ze oud genoeg om die meegemaakt te hebben? Ze leek jong, maar zo te zien oud genoeg om al flink wat littekens verzameld te hebben. Het zou kunnen, dat ze de bergen gekend had, als kitten, of misschien al apprentice. Crowcall kon zich niet goed meer herinneren of er een jonge ShadowClanner was die op deze poes leek. Ooit had ze zich iedereen van de reis herinnerd. Alle namen. Alsof ze alles in haar hoofd zo bij elkaar zou kunnen houden. Maar namen die je nooit gebruikte verdwenen al snel uit je geheugen en zo werden ze allemaal weer vreemden van elkaar. De ShadowClanner liep langs de restanten van de vierde boom. Crowcall begon te praten. "Je zou zeggen dat er nu ook maar drie clans zouden moeten zijn, hm? Symbolisch gezien."
Wolfblood
Deputy
Kip 1108 Actief ➳ I wasn't born to be soft and quiet, I was born to make the world shatter and shake at my fingertips
De miezer regen en wind hadden haar geur gemaskeerd, waardoor Wolfblood er slechts voor een paar tellen van overtuigd was dat de sterren haar gedachten hadden gehoord en nu eindelijk hun mond open trokken. Toen ze zich echter met een ruk omdraaide, zag ze enkel een donkere vacht op de rots zitten waar de leiders normaliter plaats namen. Geërgerd zwiepte ze met haar staart, terwijl haar houding naar vijandig begon te nijgen. De ander had iets bekends, maar wie had dat niet? Even was ze stil, terwijl ze haar woorden op zich in liet werken. Haar ogen flitsten van de boomstronk naar de vreemde kat. "Wat probeer je daarmee te zeggen, Windclanner?" klonk haar stem dreigend terwijl ze de ander in de gaten hield. Impliceerde ze soms dat Shadowclan hier geen plek meer had?
Ze had de ander laten schrikken. Het was niet haar bedoeling geweest meteen op slechte voet te beginnen, maar ach, wat gebeurd was, was gebeurd. Bovendien hoefde dit niet te betekenen dat er geen mooie vriendschap uit voort kon komen. O, hoe Tall haar had laten schrikken bij hun eerste ontmoeting! Ze glimlachte even, maar er zat een bitter randje aan. Was het niet immers die eerste slechte indruk die uiteindelijk uitgekomen was? Was hij niet de kat geworden die hij in dat eerste moment al even geleken had? Ze reageerde niet meteen op de vraag van de ShadowClanner. Haar blik gleed over de bomen die er nog stonden. "Het was beter als ze allemaal waren afgefikt..." mompelde ze. Pas nu keek ze de ShadowClanner aan. "Niet zo gespannen. Ik ben geen vijand van ShadowClan. En mijn naam is Crowcall." WindClanner. Als het eruitziet als een WindClanner en ruikt als een WindClanner en rent als een WindClanner, dan is het waarschijnlijk een WindClanner, hm? Was er ze een? Echt? Als iedereen die clans zó belangrijk vond dan moest het toch meer zijn dan een geurtje en een manier van jagen. Dan moest er toch iets vanbinnen zijn dat haar zo anders zou maken dan de ShadowClanner tegenover haar. Maar wat dat dan zou moeten zijn had zij nooit gevoeld.
Wolfblood
Deputy
Kip 1108 Actief ➳ I wasn't born to be soft and quiet, I was born to make the world shatter and shake at my fingertips
De ander leek vrij zorgeloos, terwijl ze uitgebreid d'r tijd nam om de afgebrande boom in zich op te nemen. Wolf zwiepte ongeduldig met haar staart. Ze had wel lef om zoiets te opperen, zeker met dat kleine windclan figuur van d'r. Waarschijnlijk zodat ze direct als een lafaard weg kon rennen wanneer het uit de hand liep, zeker. Maar de poes elaboreerde niet, in tegendeel, ze gaf aan geen vijand te zijn. Ietwat verward trok ze met haar oor, niet zeker wetend of de ander een spelletje speelde of dat ze haar daadwerkelijk verkeerd had begrepen. De pluizige poes ging zitten, de ander scherp in de gaten houdend. "Oké."sprak ze enkel. "Heb je wat van me nodig ofzo?" small talk was nog altijd niet haar forte.
De ander snapte het niet. Natuurlijk niet. Crowcall kon de radertjes bijna vanaf hier horen blokkeren. 'Andere clan' en 'geen vijand'? Dat ging niet samen. Dat klopte niet. Dat was te ingewikkeld voor die stomme, slome warriorkoppen. De grote kat was tenminste gaan zitten, een klein gebaar van vrede. De wantrouwige blik bleef echter. Crowcall staarde uitdrukkingsloos terug, maar ze kon een lachje niet inhouden bij de vraag. Gesprekken voeren was niet echt haar ding, hè? Vechten was vast een stuk makkelijker voor haar. Daar had ze schijnbaar een stuk meer oefening in gehad ook, gezien al die littekens. Crowcall zelf had er daar niet veel van - eentje op haar buik, al oud, en onzichtbaar onder haar vacht; en een gebroken tand, maar dat viel van een afstand ook niet zo op. Zouden katten die haar zagen weten wat voor een lafaard ze was, altijd vluchtend voordat iemand hun klauwen in haar schouders kon zetten of haar oren stuk kon rijten? Misschien is het wel een teken van uitzonderlijke vaardigheden, misschien win ik wel ieder gevecht zonder zelf ook maar één keer gewond te raken, zei ze in gedachten. "Hoezo? Heb je iets te bieden?" kaatste ze terug. Een vriendelijk gesprek kon ze waarschijnlijk niet krijgen hier, dus ze zou het waarschijnlijk met een beetje gein moeten doen. Het leidde in ieder geval af.
Wolfblood
Deputy
Kip 1108 Actief ➳ I wasn't born to be soft and quiet, I was born to make the world shatter and shake at my fingertips
Ze kon de ander maar moeilijk een houding geven. Was het zo'n fourtress sletje, die graag buitenclanse vrienden zocht? Of juist iemand die opzoek was naar ruzie? Wolf vernauwde haar ogen en keek de ander strak aan, de nietzeggende uitdrukking op haar ronde gelaat maakte haar niet veel wijzer. "Een klauw over je neus, als je ruzie wilt," Niet dat ze haar kon raken, gokte ze zo. Haar groffe lijf was niet gemaakt voor gladde ratjes zoals zij, die glipten als water tussen je klauwen. En zeker een poes van haar leeftijd met geen littekens die haar geschiedenis verraden. Ofterwijl ze was een angstaanjagend goede vechter, of iemand die uit de buurt van klauwen bleef - Wolf gokte het laatste. "Hoezo, je bent geen vijand van shadowclan?" wel van de andere clans? Waarom sprak ze zo raar?
Bij twijfel: dreigen. Het leek zo ongeveer een regel. Stond dat ook in de warrior code? Crowcall onderdrukte een zucht. "Hm", zei ze in plaats daarvan nadenkend, en ze keek even schuin omhoog, alsof ze het aanbod overwoog. Na een paar tellen keek ze de ander weer aan. "Nee, als dat het enige is wat je te bieden hebt, zal ik je aanbod helaas af moeten slaan." Ze hield haar kop even schuin en lachte een glimlach die haar ogen niet bereikte. De vraag die volgde had ze al wel aan kunnen zien komen, gezien de lage intelligentie die de grotere kat tot nu toe gedemonstreerd had. Crowcall haalde haar schouders op. "Omdat het idioot is om een complete clan tot vijand te benoemen. Ik ken jou niet, wat moet ik tegen jou hebben? Wat moet ik tegen jullie onschuldige apprentices hebben en tegen de kittens in jullie nursery?"