Ivykit was nu al zo goud dat ze precies wist wie haar familie was en dat ze heeel veel van ze hield. Dus toen ze Bel-la-don-na-kit (jeetje wat een lastige naam!) uit het nest zag kruipen en steeds verder uit het zicht verdween, kon ze niet laten om op snelle pootjes achter hem aan te gaan. Ze stuiterde naar hem toe, struikelde een keer onderweg, maar was al vlug genoeg aan zijn zijde in de grote, boze wereld. Verwonderd keek ze omhoog naar wat er uit de lucht kwam vallen, en nieste verward toen het op haar gezicht kwam. Haar bekje viel open en haar blik kruiste met haar broer.
‘De wolken vallen!’ miauwde ze uiteindelijk geschokt uit. Wat kon het anders zijn? Het was wit en kwam uit de lucht.