Ema 139 Actief Destiny is a gift...
Always remember that.
| CAT'S PROFILEAge: 11 moonsGender: Tomcat ♂Rank: Tunneler Apprentice |
| Onderwerp: The Gravity of Reality ma 11 okt 2021 - 17:40 | |
|
Laatste tijd had hij zich nogal alleen gevoeld. Zijn mentor ging gewoon door met zijn trainingen en iedereen ging verder met het dagelijks leven. Maar hij voelde zich een beetje alsof hij op een dun laagje ijs stond die elk moment kon scheuren. Een maan lang hadden de tunnels ook onderwater gestaan, misschien langer zelfs. En daarom waren zijn trainingen nu ook weer moeilijk om op gang te komen en hij had het gevoel niet meer dat hij op iemand kon steunen nu alles in zijn omgeving allemaal langzaam vervaagde – het was ergens een beetje teveel voor hem. Wanneer de apprentice bij zijn ouders vroeg voor wat aandacht, of misschien wat hulp, keerden ze hem gewoon de rug toe. Oakpaw verwachtte ook niet echt dat zijn mentor hem steun zou bieden anders dan voor de trainingen, dus daar kon hij ook niet terecht. Hij voelde zich een beetje erg eenzaam. Daarom zat hij hier tegenwoordig vaak op het topje van de Outlook rock wanneer hij niets anders te doen had. Om een grip proberen te krijgen op de realiteit rondom hem.
+Thawrage
|
|
Freedje 455 Actief
| |
| Onderwerp: Re: The Gravity of Reality di 12 okt 2021 - 14:31 | |
| Thawrage had niet vaak spijt in zijn leven, maar als hij dan toch één ding op mocht noemen, dan was het wel het feit dat hij niet heel veel naar zijn broertje om had gekeken de laatste tijd. Hij had er niet eens een geldig excuus voor, want het leven was op wat drama na gewoon doorgegaan. Wolfstar was dood en was vervangen door Blazestar, een nieuwe deputy was aangekondigd en hun territorium had wateroverlast gehad, maar dat waren geen geldige excuusjes om zijn broertje aan de kant te zetten. Thawrage volgde dan ook expres de geur van zijn broertje toen deze zich in zijn neusgaten drong en met grote passen beende hij achter Oakpaw aan. Hij trok kort met zijn oortje toen hij zijn broertje met een redelijk verloren uitdrukking op zijn snoet bij de Outlook Rock zag zitten. Hij had de kater gisteren nog bij hun ouders zijn aankakken, maar zoals gewoonlijk negeerden zij de problemen van hun kinderen en het had alles in Thawrage gekost om zijn vader niet om te beuken met zijn schouder en zijn nagels over diens arrogante kop te halen. Als hij er nog maar aan dacht, groeven zijn nagels zich diep in de grond onder hem. Néé. Hij weigerde om ook zo te zijn. Hij weigerde om Oakpaw in de steek te laten. En dus liep hij regelrecht op zijn broertje af, zijn blik strak naar de kater gericht. ”Oakpaw,” sprak hij kil. ”Praat met me.” Waarschijnlijk niet de meest troostende openingszin, maar het was niet omdat hij één mirakel had verricht, dan men andere wonderen van hem moesten verwachten. Zo was hij niet.
|
|