Day 2
Haar lichaam was nog steeds gesloopt maar de rust die ze genomen had in haar nest had haar de energie gegeven om weer veder te zoeken. Als ze gister in het Twoleg Place gebleven was in haar status, dan was ze waarschijnlijk in het zelfde scheutje beland als Blueflower of misschien wel erger. Ze was al weer vroeg uit de veren. Ze kon niet langer in vrede slapen terwijl ze wist dat de deputy daar ergens gevangen zat. De she-cat was al onderweg geweest om het kamp te verlaten toen Mizzlepaw haar gestopt had. Ze hadden een gesprek gehad. Eentje waar ze trots en blij over had gevoeld als het niet door deze situautie gekomen was. Mizzlepaw wou leren rennen. Zoals haar. Zoals een echte Windclanner.. Ze had natuurlijk ja gezegd. Hem beloofd hem alles hierover te leren maar hem op het hart gedrukt dat zelfs met haar Windclan bloed ze niet zijn moeder hierdoor had kunnen redde. Immers was Blueflower nog steeds weg en niet bij haar- hen. Ze had het gesprek daardoor niet al te lang gehouden en de jonge tom beloofd dat ze zijn moeder zou terugbrengen. Dit was ze ook zeker van plan. Al zou het haar jaren kosten. Ze zou Blueflower vinden. Haar loyaliteit naar haar en naar heel Riverclan volledig bewijzen. Ze was dus uit het kamp geglipt al wist ze honderd procent dat Crystalstar het niet mee eens was dat ze er zo in haar eentje optrok. Ze had tegen Carrioncough vermeld dat mocht ze niet terugkeren vannacht dat ze niet wou dat Riverclan haar kwam zoeken. Ze zou in het Twoleg Place blijven tot zeker drie dagen om Blueflower te zoeken. Mocht ze haar niet binnen die tijd vinden, dan zou ze terugkeren. Was ze er naar drie dagen niet, dan betekende het dat ze hun hulp nodig had. Shatteredice nam dezelfde weg die ze gister geheel afgelegen had. Het was een behoorlijk stuk lopen maar ze beet dwars door de pijn heen. Haar pootkussentjes waren nog nooit in haar leven zo kapot geweest. Zelfs niet toen ze met de andere clans in de bergen waren geweest. Maar ook hier reageerde ze niet om. Ze voelde niks, helemaal niks naast de enorme drang om Blueflower te vinden. Ze was een magneet die haar wederhelft zocht waar een continue trekkend gevoel aan haar ziel trok die bleef zeuren en zeuren tot ze weer aansloot bij haar missend stukje. Toen ze op de plek aankwam waar ze gister haar laatste mark had geplaats nam ze kort een pauze. Haar oogje gleed naar de hemel toen ze zat. De lucht was nog steeds dicht bepakt net als gister- Nee, de hemel was nog donkerder gekleurd. Het leek wel alsof er elk moment een stortbui kon neervallen. Alsof de lucht zijn verdriet met haar deelde en dit wou laten zien. De gesproette she-cat stond daarom snel weer op. Ze kon geen enkel regendruppel gebruiken nu. Dan zou ze de spoor van het monster geheel verliezen en nooit meer iets kunnen terugvinden wat kon leiden naar de blauwgrijze siamees. De flame-point zette er weer diepe tempo in en probeerde dezelfde geur weer terug te vinden. Het duurde eventjes. De geur was namelijk lastig te herkennen. Maar uiteindelijk wist ze het voor elkaar te krijgen. De dikke lucht hielp echter niet veder mee, naast alle andere nieuwe verse geuren die haar neusje streelde. Shattered probeerde haar focus enkel en alleen op de spoor te focussen waar een hint van Blueflower te vinden was. Het werd echter enkel minder en minder tot op het punt dat ze haar zoete lavendel geur niet meer in de geur van de auto te vinden was. Nu was het dus gokken als ze de goeie spoor nog volgde steeds. Het gaf haar enorme zenuwen. Paniek drukte in haar aderen maar ze probeerde haar hoofd koel te houden. Blijf je focussen op één ding Shattered.. Blijf de geur ruiken.
Hoelang had ze wederom weer gelopen? Een vraag die ze niet kon beantwoorden. Ook door de missende zon achter deze dikke wolken kon ze niet inschatte hoe laat het ongeveer kon zijn. Het maakte haar ook niet uit. Al moest ze nog dagen en nachten lopen, zolang ze maar een enkele stap dichter bij Blueflower kwam. Het leek wel alsof Starclan dan op een gegeven moment naast haar stond toen ze iets bekend in de verte zag. Een monster. Maar niet zomaar één. Het- het was dezelfde beest dat Blueflower ontnomen had van haar thuis. Een klap van adrenaline sloeg haar zo erg naar binnen dat ze weer als een afgevuurde pijl naar voren schoot. Haar pootjes leken de grond wel niet aan te raken toen ze op dat ding afsprong. Lavendel.. Lavendel? Ze rook
lavendel. Ze rook het weer. Ze rook
haar weer. Misschien dan wel verstopt onder een dikke laag van onbekende chemicaliën, ze zwoor dat ze de bloemerige zoete geur parfum van Blueflower rook. Shatteredice keek alert om haar heen maar geen teken te vinden van de twolegs die gisteren in het territory hadden gestaan. Met een soepele sprong kwam ze terecht op de kap van de auto die geparkeerd stond voor een vreemd wit uitziend gebouw. Haar kopje schoot elke kant op. Zoekend naar de mooie vacht van de deputy. ''Blueflower?" Riep ze terwijl ze de dak van de auto opsrong. ''Blueflower!?'' Probeerde ze weer met haar hart vastknijpend. ''Alsjeblieft wees in de beurt..'' Smeekte ze bijna onhoorbaar tegen haarzelf.
Alsjeblieft Starclan, laat haar hier ergens zijn..Maar er kwam geen antwoord. Niks. Hoelang ze ook bleef roepen. De sterren prikte al in de lucht toen ze haar stem deels verloren had. Haar lichaampje lag ondertussen al een tijdje onder de auto. Daar rook ze nog maar weinig de zoete geur van Blueflower. Ze had verslagen haar kopje verstopt in haar staart terwijl ze de koude nacht inging zonder Blue aan haar zijde. Alleen haar gemaskerde geur die aan de auto kleefde was het het gene dat ze bij haar had.
Day 3
...