We're part of a story, part of a tale. We're all on this journey, no one is to stay. Where ever it's going. What is the way?
Welcome
Warrior Cats is een rollenspel gebaseerd op de serie 'Warriors' van Erin Hunter. Je verkent hier al schrijvend de geliefde wereld van de Clankatten, rogues en kittypets. Dit doe je door je eigen karakter aan te maken, waarbij je bijna alles zelf mag bepalen over uiterlijk en karakter. Wild of tam, goed of slecht, sociaal of eenling? Help jij oorlogen te voorkomen? Of ben je een van de katten die hongerig opzoek is naar een groter territorium en meer macht? Het kan allemaal op Warrior Cats.
KIND OF WEATHER
NEWLEAF
Season
Newleaf, 10°C - 20°C
Langzaam maar zeker komen de eerste bloemen weer op. De zon breekt weer door wat zorgt voor een aantal warme dagen. Newleaf zet alles in volle bloei.
you're afraid to let yourself be happy because you know that it never lasts
Alles deed hem aan haar herinneren. Hij begreep niet dat het zo aan hem bleef hangen. Hun liefde was zo kort geweest, maar zo intens. Geen enkele zonsopgang zou meer hetzelfde zijn. En nu hij hier door niemandsland liep, deed elke braamstruik een nieuwe herinnering opwekken. Haar plezierige lach, de uitdagende blik in haar ogen, hoe hij aan haar lippen hing, hoe hij toen al niet afscheid kon nemen. Maar alles was anders nu. De jongensachtige grijns op zijn gezicht was vervangen door een zwaarmoedige frons. De jeugdigheid nu helemaal uit zijn gezicht gewassen. Hij was geen jongen meer. En toch, het zicht alleen al deed zijn hart weer een slag overslaan. Het was zo lang geleden. En de herinneringen aan hun laatste ontmoeting waren wreed, bloederig. Maar haar woorden hadden nog het meest pijn gedaan. Hij wierp zijn blik af en kneep zijn ogen dicht. Hij had haar zo gemist. Zo, zo ontzettend erg. Maar alles was anders nu. ’Seamist..’
[dicht]
Laatst aangepast door Settleddust op zo 10 okt 2021 - 23:48; in totaal 1 keer bewerkt
Benauwd, zo benauwd. Elke keer dat hij weer een stap buiten de medicine cat den kon zetten, elke keer dat de kittens aan haar buik kneedden. Het eerste nest was al niet de bedoeling geweest, maar ze had van ze kunnen houden, maar het tweede nest had nooit mogen gebeuren. Crystalstar kon ze tevens niet meer aankijken, haar hoofd gevuld met verwarring wanneer ze de clanleider zag. Het was zo makkelijk, zichzelf in de armen van de clanleider jagen, maar ze vertrouwde het niet, ze kon het niet vertrouwen. Nu scheelde het dat Crystalstar nu heel erg druk was met haar deputy op te leiden.. Dat gaf haar bedenktijd. Maar bedenktijd maakte het niet beter, het maakte het alleen maar verwarrender. Ze zag er ook niet goed uit, was magerder geworden door haar kittens. Ze gaf veel van zichzelf lichamelijk, om goed te maken dat ze dit geestelijk niet geheel redden. Ze werd erdoor buiten het territorium gedreven en blijkbaar wilde het lot haar nog meer treiteren, want de geur die ze rook herkende ze uit duizenden. Ze verstarde tussen de struiken, adem stokkend en begon achteruit te lopen. Ze had afscheid genomen van Settleddust. Ze had hem in veiligheid gebracht door van hem weg te gaan. Ze had zichzelf in veiligheid gebracht om van hem weg te gaan. Ze moest weg.. Weg... Weg....
Couldn’t you please oh please be gone out of my life But you won’t oh won’t be gone although I try
you're afraid to let yourself be happy because you know that it never lasts
Ze zag er ook anders uit. Maar het leven leek minder vriendelijk voor haar te zijn geweest. Misschien was dat het schild wat zij droeg. Ze was een schim van wat ze ooit was. De echte haar. Of tenminste, hij had gedacht dat hij haar ooit had gekend. En nu hij haar aankeek, was de eerste drang om zich over haar te bekommeren, om te vragen of het goed met haar ging. Maar hij had haar wantrouwend gemaakt. Eén ding was een feit, en zij had haar tong voorbij gesproken. En zo bleven ze staan. Hij keek naar haar, en zij keek naar hem. Haar prachtige ogen waren.. angstig? Groot. Ze herkende haar zo bijna niet meer. Hoofdschuddend keek hij haar aan, en een bittere lach rolde over zijn lippen. ‘Ben je bang voor mij?’ Was hij ooit niet eerlijk tegen haar geweest? Had hij haar ooit verdomme met een tengel verkeerd aangeraakt? Hij zou bang moeten zijn voor haar, en haar moordlustige vriendje en hun achterbakse leider die in het complot zat! Of misschien wist ze dat ze het had verneukt, voor haarzelf, voor hun kinderen, voor hen.
Angstig, benauwd. Het was alsof haar keel afgeknepen werd. Maar voordat ze zich uit de voeten kon maken had hij haar al gezien. Haar tweekleurige ogen stonden rond terwijl ze naar hem keek. Ze luisterde naar de bittere lach die over zijn lippen rolde. Zou hij ooit weten hoe erg die lach door haar hart heen stak? Zou hij zich ooit beseffen hoeveel ze had opgegeven om hun kittens te beschermen? Waarschijnlijk niet. Het leven had haar getoond wat voor een ellende het kon brengen. Leugenaars, allen leugenaars. Settleddust wilde haar in de steek laten vanaf het moment dat het geen regenbogen en zonneschijn meer was. Arcticwolf behoefte geen uitleg en Crystalstar.. Crystalstar kon ze ook nog steeds niet vertrouwen. Er was iets wat wantrouwen in haar schreeuwde. Haar grote oren drukten zich plat in haar nek terwijl ze naar hem keek. Zijn woorden staken misschien nog wel het meest. Ja, sprak haar hart, maar haar mond liet anders blijken. "Moet ik bang zijn?" Ze zou moeten rennen, hard rennen. Als Arcticwolf haar hier zag. Haar ogen flitsten naar de struiken, bijna zeker dat hij hier misschien al wel toekeek, klaar om haar weer te straffen ondanks dat hij in de medicine cat den lag.
Couldn’t you please oh please be gone out of my life But you won’t oh won’t be gone although I try
you're afraid to let yourself be happy because you know that it never lasts
Het was dat Settleddust wist wie ze was, maar anders had hij nooit herkend wie voor hem stond. Als een hert in de koplampen, zo stond ze angstig en verstijfd naar hem te kijken. Hij had nooit verwacht dat ze bang zou zijn. Alles wat ze ooit waren, het leek alsof het nooit bestaan had. En toch moest ze eens weten hoe ze altijd door zijn gedachte spookte, altijd. Ze teisterde hem in zijn dromen, hij zag haar iedere dag in zijn kittens. Maar misschien moest hij eindelijk eens naar zijn hoofd gaan luisteren, en dat onnozele hart van hem voor eeuwig weg stoppen. Ze beantwoordde zijn vraag met een vraag. Ze gaf tenminste nog niet toe, al was het overduidelijk. Hij vroeg zich stilletjes af wanneer het was omgeslagen, dat het zover had moeten komen. ‘Nee,’ antwoordde hij simpel. Het was de waarheid. Hij beschermde zijn kittens en ook haar. Haar naam zou nooit in Shadowclans grenzen vallen. Niet door hem uitgesproken. Seamist leek afgeleid, op zoek naar een uitweg, of misschien naar iemand anders? De deputies blik volgde de hare en hij drukte zijn oren wantrouwend naar achteren. ‘Ben je alleen gekomen?’ Was dit weer een val?
Elk blaadje wat wapperde in de wind liet haar hart een slag overslaan. Alsof elk klein beetje kon betekenen dat er iemand uit de struiken zou stappen, haar hier zou zien met hem en conclusies zou trekken. Haar mond was droog. Het was nooit de bedoeling om hem hier tegen te komen, maar als Arcticwolf haar hier vond... Dan was het over en uit. Hij zou Settleddust weer wat aandoen en misschien dit keer de klus afmaken en wie weet wat hij haar zou doen. Of Crystalstar, wie ook overal ogen leek te hebben. Zou ze haar deze keer wel verbannen? Zou ze, wanneer ze Seamist hier met Settleddust zag, het zien als verraad van de hoogste plank? Ze had niks te vrezen van hem, waarschijnlijk had hij gelijk. Hij was niet degene waar ze vrees van had. Haar tong plakte aan haar gehemelte. "Dat.. weet ik niet," reageerde ze, haar stem zacht. Schichtig schoot haar blik weer naar de struiken terwijl ze haar oren plat legde. "Ik moet gaan," murmelde ze, terwijl ze wat stappen achteruit zette. De pijn in haar hart zwol aan, terwijl ze bij hem wegstapte. Zelfs, na al die manen hem wegduwen en hem uit haar hart verbannen, trok één aanblik van die groene ogen elke muur die ze had opgebouwd naar beneden alsof ze van papier waren.
Couldn’t you please oh please be gone out of my life But you won’t oh won’t be gone although I try
you're afraid to let yourself be happy because you know that it never lasts
Dat wist ze niet. Het leek een oprecht antwoord. Misschien had ze vorige keer ook oprecht niet geweten wie op hen stond te wachten. Maar Crystalstar had het geweten. Settleddust keek gefrustreerd naar de grond. Zoveel wist hij niet, zoveel gedachten hadden hem nachten lang wakker gehouden. Hij wilde iemand de schuld kunnen geven, maar helaas kwam hij op het einde van de dag altijd weer bij hemzelf terecht. Hij had dit begonnen, met haar, en nu zaten ze op de blaren. Het was precies zoals de code hun had verteld. En zij hadden het genegeerd, want alles zou het wel waard zijn. Was dat het wel? Zou hij hun kittens wegwensen, de mooie dagen die ze hadden gehad? Zijn blik ging weer naar de hare, die van hem weg deinsde, die weg wilde. En voor hij het door had, had hij weer een stap naar voren gezet. Alweer kon hij nog geen afscheid nemen. ‘Nee, wacht!’ miauwde hij gehaast. Hij wilde haar niet wegjagen, maar ondanks alles.. ze hadden zoveel om over te praten. Vervloek een gebroken hart, maar hij kon haar niet weer zien weglopen. ‘Loop met mij?’ miauwde hij zachtjes. ‘Alsjeblieft..’
Vanaf dat fatale moment, toegezongen door het gehuil en geblaf van de honden had ze een belofte gemaakt die ze keer op keer herhaald had in haar hart. Ze zou het niet meer zover laten komen. Ze zou nooit meer verlangen naar Settleddust. Ze zou hem uit haar hart verbannen en nooit meer laten terugkeren. Keer op keer had ze zich afgevraagd hoe ze het zo ver had kunnen laten komen. Hoe ze zo dwaas kon zijn geweest.
Maar nu ze hier in het epicentrum van zijn aantrekkingskracht stond, voelde ze zich weer een komeet in zijn zonnestelsel, in een baan draaiend rond zijn prachtige ogen. Het was gevaarlijk om hier te zijn. Veels te gevaarlijk terwijl ze elke weerstand voelde wegbrokkelen. In zijn nabijheid, was het moeilijk voor te stellen hoe ze hem ooit had kunnen wegdrukken.
Haar adem haperde terwijl ze zijn stem hoorde, haar smekend om terug te komen. De gebroken toon in zijn stem resoneerde tot in het diepste van haar hart, liet haar bijna spontaan naar hem toe rennen om al zijn pijn weg te halen. Maar ze kon het niet. Ze stond als aan de grond genageld terwijl tranen van pure emotie achter haar ogen prikten. Haar tweekleurige blik stond hulpeloos terwijl ze naar hem staarde, wetende dag het niet kon. Ze moest hem beschermen tegen zichzelf, tegen haar, ze mocht niet langer egoïstisch zijn. Haar mond opende zich en sloot zich weer. De woorden sneden als doornen door haar keel terwijl ze ze naar buiten perste en de eerste tranen begonnen al te lopen. "Dat kan niet.. Settled.. Het kan niet," maar in haar stem hoorde je hoe haar hart in duizenden stukjes brak terwijl ze de woorden uitsprak. In haar ogen zag je hoe zijn eigen gebroken toon gespiegeld werd.
Couldn’t you please oh please be gone out of my life But you won’t oh won’t be gone although I try
you're afraid to let yourself be happy because you know that it never lasts
De afwijzing sneed hem het meest. Ze was bang voor hem. Voor wat? Dat hij boos op haar zou zijn? Ja, hij zou woedend zijn, voor even. Maar ergens wist hij ook dat hij daarna sorry zou zeggen, de tranen weg zou likken en haar zweren nooit meer zijn stem te verheffen. Ze wist dat hij niet lang boos op haar kon zijn. Hij was kwaad geweest toen ze vertelde dat hij de kittens moest meenemen, maar ook toen had hij zijn mening verandert. Hij zou bij haar staan als het moest. Hij zou nog honderd keer door de Dark Forest rennen en terug, vechtend om haar de volgende morgen weer te kunnen beschermen. Want dat was het spel dat ze speelden, toch? Ze zeiden niets, bleven weg van elkaar, om elkaar en hun kittens te beschermen. Ze martelden zichzelf iedere dag, in de naam van hun kinderen. Ze dreven uit elkaar, maar datgene wat ze hadden, dat echt en puur was, dat zou ze voor altijd verbinden. En toen ze vertelde dat het niet kon, hoorde hij ook dat zij het niet wilde, maar dacht dat ze het moest doen. En dan zouden ze hetzelfde weer voor manen en manen en manen doen, totdat ze stierven. Als niet nu, dan wanneer?
Zijn ogen trilden van emoties toen hij naar haar keek. Een trillende ademhaling volgde. Ze was nog niet weg. Hij begroef zijn klauwen gefrustreerd in de grond en beet hard op zijn kaken. Misschien moest hij haar gewoon laten gaan. Het was een verloren zaak. Maar niet als er nog een dwaas over was om ervoor te vechten. ‘Verdomme Seamist, wat kunnen ze ons nog doen?’Genoeg. Ze konden doodgaan. Hun kittens konden sterven. Dat was de ultieme marteling, nietwaar? Maar hij geloofde er niet in dat de troste Riverclan leider of het narcistische vriendje dat zouden toelaten. En Dimpaw en Tidepaw waren veilig in Shadowclan. Crystalstar leek nog niet van hun bestaan af te weten, ze had het enkel over Brackenpaw gehad. Maar zelf doodgaan zou inmiddels bijna een zoeter bestaan zijn, dan wat ze nu moesten doorstaan. Nu hij haar zo weer zag, hoe een marteling was dat hij haar nooit meer aan zou kunnen raken. Maar ze mochten hem naar de Dark Forest sturen, als dit zo'n zonde was. ‘Ik weet dat je Crystalstar hebt verteld over mij. Starclan mag weten wat je die hond allemaal hebt verteld.’ Zijn hoofd bonkte. Hij wist niet meer wat hij aan het proberen was, aan welke strootjes hij zich probeerde vast te klampen. Hij wilde gewoon zo graag dat er een oplossing was, ergens, tussen al deze pijn en hartenzeer. ‘Ik wil alleen praten, alleen... alleen ons.’
Zijn woorden sneden door haar heen en ze kneep haar ogen dicht terwijl ze haar blik van hem afwendde. Ze wilde zo graag sterk zijn, zichzelf beschermen, hem beschermen, maar hoe kon ze als hij als een dwaas tegenover haar stond te schreeuwen. Ze haatte zichzelf dat ze bang was dat iemand hem kon horen spreken, kon horen wat hij allemaal verklaarde. Haar hart sloeg in haar keel als een kerkklok terwijl de tranen langs haar wangen aan het stromen waren. Hij had geen idee, geen enkel flauw idee. "Veel," reageerde ze, haar stem verstikt, haar ogen "Heel veel hebben ze gedaan, heel veel kunnen ze nog doen." Waar was ze mee bezig? Ging ze alle offers die ze al gebracht had opgeven voor een paar gestolen seconden? Ze had zoveel van zichzelf gegeven, al haar morelen verlogend, Settled gedemoniseerd in haar hoofd zodat ze hem kon haten. Maar alles viel hier weer weg. Arctic had zijn ogen overal, over Crystalstar nog maar te zwijgen. Ze had een veilige uitweg, zichzelf verbergen bij Crystalstar. Waarom stond ze hier om alles weer weg te gooien?
Ze verstarde nog harder bij zijn woorden. Ze wist niet of de beschuldigende toon die ze hoorde er daadwerkelijk in lag of dat dat haar eigen schuldgevoel was die dit bracht. "Hij heeft Crystalstar op het spoor gezet, wat kon ik Settled?" beet ze hem toe, "Het was al te laat voor glashard ontkennen." Ze had zich zo eenzaam gevoeld, zo bang, terwijl ze daar in de nursery had gelegen met Brackenkit en Amberkit, terwijl hij elke stap die ze maakte probeerde te beheersen. Met het scheurende geluid van de honden in haar oren, het bloed op haar netvlies.
Couldn’t you please oh please be gone out of my life But you won’t oh won’t be gone although I try
you're afraid to let yourself be happy because you know that it never lasts
Settleddust was de wanhoop nabij. Dat was wat hij nu aan het doen was. Niets meer dan een wanhopige man op zoek naar verlossing, op betere dagen, hoe het vroeger was. Hij zou bij haar uit de buurt moeten blijven, het was niets meer dan problemen en onheil en hij moest haar gewoon vergeten. Dat was de oplossing, niet was hij hier probeerde te doen. Wat dit moest voorstellen, was niet meer te repareren. Hij was kwaad en gekweld, geterroriseerd door zijn gevoelens en gedachten. Ze wilden hem doodhebben. Seamist had het immers ooit zelf gezegd, hij betekende niets voor haar. Misschien was dat haar ware aard, en werd hij gewoon bespeeld. Was het wel een val. De deputy van Shadowclan vermoorden, wat voor plek van zekerheid zou haar dat wel niet opleveren? Maar hij wilde het niet geloven, want hij zag dezelfde wanhoop in haar ogen. Dat om zichzelf en haar kroost te beschermen. Ze ging er zelf onderdoor. Was dit nog wel leven? En toen ze zijn gedachte bevestigde, keerde zijn maag om. Zij had katten in haar clan die haar geheimen wisten. Hij had de luxe dat bijna iedereen in complete onwetendheid waande. Inkspots en Airwisp zwegen als het graf, hadden nauwelijks munitie om hem op te pakken. Zij daarentegen was in groter gevaar? ‘Wat hebben ze gedaan?’ Er klonk nu duidelijk woede terwijl hij tussen samengeklapte kaken sprak. Arcticwolf stond al manen hoog bovenaan zijn lijstje. De eerstvolgende keer dat hij hem zag, zou hij kort werk van hem maken. Hij zou Starclan niet eens om vergiffenis vragen. Hij was geneigd geweest om Crystalstar wat aan te doen. Maar wat doe je tegen iemand die meerdere keren kon sterven?
En ze begon weer over hem. Hij. Ze hoefden geen namen te noemen om te weten over wie het ging. En haar woorden brachten de meest giftige gedachten in hem op. Want hij was wantrouwig. Want waarom? Wat was Arcticwolf zijn motief om het aan Crystalstar te vertellen. Waarom wilde hij dat wagen? Het was niet logisch. Wilde hij macht over Seamist, wilde hij pronken bij zijn leider dat hij een verrader te pakken had? Wilde hij met haar spelen? Godsamme, hoe had ze van alle kerels hem uit kunnen kiezen als alibi? Het waren woorden die hij nooit hardop zou uitspreken. Want ze was waarschijnlijk net zo wanhopig geweest als hij was geweest, zonder plan terugkeren met kittens. Net zo wanhopig als Airwisp was geweest toen ze haar kindje probeerde te beschermen. En achteraf was altijd zo makkelijk praten, en hij haatte dat hij zo dacht, dat hij haar nooit meer volledig kon vertrouwen. Want op het eind van de dag, ze had het zelf verteld. En hij was bang dat hij dat haar nooit zou kunnen vergeven.
En dat was het. Ze praten niet. Ze konden het elkaar niet uitleggen waarom ze dingen deden. Hij kon al die tijd alleen maar dingen aannemen, en het bracht het ergste in hem naar boven. En ook al nu ze het zo zei, dat ze dacht dat ze geen andere opties meer had. Hij begreep het niet. Eenmaal opende hij zijn mond, om iets te zeggen wat waarschijnlijk meer stuk zou maken dan goed. Waarom zou hij haar nog een trap na geven? Het was gebeurd. Het was voorbij. Voor eeuwig. Hij zette weer een stap dichterbij. Hij wilde haar niet bang maken, hij wilde dit oplossen, al was het onmogelijk, maar misschien konden ze een stap de goede richting op gaan. ‘Ik wilde dat het anders was. Ik wou dat ik kwaad op je kon zijn, Seamist.’ Maar alleen de gedachte al om haar nog meer pijn te doen. ‘Ik wou dat ik dit los kon laten.’ En toen voor het eerst in al die tijd, kwamen de tranen omhoog. Voor het eerst liet hij het naar buiten. Eindelijk. ‘Ik haat dit, ik haat dat we ons leven laten verwoesten. En ik weet dat het moet, ik weet dat het niet anders kan. Maar bij de sterren, ik.. ik kan niet ophouden met denken wat als het anders was.’
Na al die manen van pijn, verdriet, had ze niet verwacht dat het haar nog zo kon raken. Maar hier stond ze, opnieuw zwak, opnieuw vervuld van verdriet. Op trillende poten die het liefste terug naar hem wilden kruipen, zodat hij de tranen weg kon kussen en haar kon vertellen dat het goed zou komen. Maar dat moment zou nooit meer komen, nooit meer mogen komen. En dat wist hij net zo goed als zij dat wist.
Wat hadden ze gedaan. Een schampere lach kwam bijna over haar lippen heen. Wat hadden ze niet gedaan. Zou hij het überhaupt niet aan haar kunnen zien? Niet kunnen ruiken dat ze melk had? Waarschijnlijk lette hij er niet eens op. "Ik moest mijn loyaliteit aan Riverclan, aan hem bewijzen, dat heb ik gedaan," haar toon was vlak, haar stem emotieloos. Wat er aan de andere kant van het niet bewijzen stond, liet ze in het midden. De implicatie zal vast niet verloren zijn gegaan aan Settleddust. Ze had zoveel vergeven om haar loyaliteit te bewijzen. En nu was ze het allemaal weer om zeep aan het helpen.
Haar haren kwamen wat overeind, haar poten trilden van emotie. Dit was gevaarlijk. Hoe erg haar hart ook naar hem zong, ze kon hen niet in deze valkuil laten trappen. Hoe zoet en verleidelijk zijn woorden ook waren, hoe graag ze zich ook weer in zijn omhelzing wierp. "Het is over Settled," haar stem sloeg over terwijl ze sprak, terwijl ze voelde hoe haar hart weer tot stof vermalen werd. Haar gezicht vertrok van verdriet terwijl een nieuwe vloedgolf aan tranen over haar wangen liep. "Ik heb alles aan Crystalstar en Arcticwolf gegeven wat ik had om ons, om jou te beschermen. Alles wat ik had!" Amberpaw, Brackenpaw, haar waardigheid, haarzelf. Niks was er meer over. Ze was een omhulsel van zichzelf geworden. Leeg, kapot, een pop waar mee gespeeld was om vervolgens weg te werpen. Ze had dingen gedaan die ze nooit meer uit kon spreken. Stappen gezet waar ze zichzelf nooit voor kon vergeven. Haar stem zakte naar slechts een verstikte fluistering, een smeekbede "Vergeet me. Wees verstandig en loop weg van deze plek." Als Arcticwolf niet langer meer zou geloven dat ze Settled had afgezworen. Dan zou hij terugkomen voor hem. Starclan, misschien zou Crystalstar dat zelfs doen. "Ik wil niet dat ze je nog een keer wat aandoen." Het had net zo goed een fluistering kunnen zijn van de wind, de volgende woorden die ze sprak, zo zachtjes werden ze uitgesproken. Maar terwijl ze hier in zijn prachtige ogen keek, wist ze dat ze het nooit meer aan zou kunnen zien dat hem nog wat aangedaan werd.
Couldn’t you please oh please be gone out of my life But you won’t oh won’t be gone although I try
you're afraid to let yourself be happy because you know that it never lasts
De deputy had deze dag al duizenden keren in zijn hoofd afgespeeld. Hij zou Seamist het vuur aan de schenen hebben gelegd, hij zou haar vertellen wat ze had gedaan en hoe ze hem, zijn kittens in gevaar had gebracht. Door Riverclan chantage materiaal over hem te geven. Als alles uit zou komen, hoe lang zou het duren voordat ook Dimpaw en Tidepaws levens verpest zouden worden? Ze zouden moeten doorstaan wat hij had doorstaan toen hij een kitten was. Maar er zou meer spotlight op liggen, want hij zou een deputy zijn. Hij zou van zijn rang worden gestript, al zijn eer, al zijn respect, en verbannen worden. En hij zou het in stilte doorgaan. Maar wat van hun kinderen, die hun hele leven met die schaamte moesten leven? Dat stempel op hun voorhoofd hebben? Dus hij zou Seamist de schuld geven. Hij zou eindelijk van haar verlost zijn en dan was het voorbij. Maar het was nooit voorbij.
Alles. Hij had geen idee van haar leven. De dagen die hij haar niet hadden gezien waren manen geworden. En voor even kwam de bitterheid weer binnen. Hij drukte zijn oren naar achteren toen ze sprak. Loyaliteit was een grappig iets. Clan boven familie, boven vrienden. Dat werd er van je verwacht. Zijn klauwen groeven zich dieper in de aarde. ‘Ik neem aan dat ik je moet feliciteren met je kittens.’ Hij kopieerde haar kille toon klakkeloos. De gedachte alleen al liet hem walgen, zo erg dat hij het bijna had verdrongen. Hij weigerde het voor te stellen haar, met hem. Kittens aan haar buik die niet van hem waren. Woord doet daad, dat leek maar weer. Ze had het gezegd die dag bij de honden, toen ze zijn hart had gebroken. Ze zou zichzelf, lichaam en ziel aan hem geven, en dan zouden alle zondes vergeven zijn? Was dat hoe het ging? Jezelf verkopen voor een ticket naar het paradijs?
Alleen de hoop dat er tussen alles een uitweg was. In het perfecte leven dat hij haar voor alles kon vergeven, dat ze uren konden praten en dat ze elkaar eindelijk weer zouden begrijpen. Dat ze die herinneringen in het verleden zouden kunnen begraven en dan het opstappen was waar ze waren gebleven. De tranen staken in zijn ogen, dropen als vergif in de vacht op zijn wangen en brandden op zijn huid. Hij probeerde om een uitweg te vinden, maar hij moest er ook aan geloven dat die er niet meer was. Dat hij er nooit was geweest sinds de dag dat Morningkit was gestorven. En toch schudde hij nee toen ze sprak dat het over was. En toen ze smeekte dat hij weg moest gaan, bleef hij zijn kop schudden. Hoe kon hij haar ooit vergeten? Zij was de zon en de maan, degene waar zijn wereld om draaide, diegene die hij had uitgekozen. Zij was het bloed in zijn aderen, dat wat zijn hart deed kloppen. Een lach zou hem kunnen vloeren en hij zou naar het einde van de wereld gaan en terug om haar te beschermen. ‘Dat kan ik niet..’ sprak hij bibberend. Zijn hart reikte naar haar, het zou het altijd doen. Hij zou alles voor haar doen, maar vergeten kon hij niet. Hij kon niet doen alsof ze niet bestond. Want ondanks alles.. ‘Jij bent het beste wat ik heb meegemaakt.’
Of hij haar moest feliciteren met de kittens. Haar gezicht vertrok zich kort van pijn en verdriet en haar tweekleurige ogen sperden zich voor een moment open, maar al snel sloot ze zichzelf af van hem. Het was alsof ze wegkroop in haarzelf, de pijn die zojuist nog op haar gezicht te lezen was fysiek wegstopte in zichzelf. Er lag niet eens woede op haar gezicht, het was alleen maar leeg. Het lege masker wat ze de laatste manen in Riverclan droeg, schoof ook hier wederom weer voor haar gezicht.
Ze was een dwaas.
Ze was even vergeten wat haar positie was in deze wervelwind van passie en emotie. Het was immers Settleddust die zich er makkelijk vanaf had geprobeerd te maken. Als het aan hem had gelegen, waren Dimpaw en Tidepaw ook in de greep van Arcticwolf gekomen. Waar was hij geweest toen Arcticwolf haar bedreigde? Hij had het recht niet om zo beschuldigend te klinken. Waar was hij tijdens die liefdeloze nachten waar ze steeds een stukje meer van haar hart verbrijzelde? Om hun kinderen te beschermen? Om hem te beschermen? Om te zorgen dat zijzelf niet verbannen was? Als Crystalstar haar de clan uit gegooid had, dan had hij haar niet in bescherming genomen. Dan had hij tegenover Acornstar gedaan of zijn neus gebloed had, alsof ze niks was geweest. Uiteindelijk was iedereen alleen maar uit op zichzelf beschermen en zou ze ten alle tijden mogen barsten.
Als zij een dwaas was, was hij de koning der dwazen.
En als een zeep bubbel die popte, viel het moment weg en viel Seamist weer in haar eigen angst terug. Ze begon bij hem weg te stappen, haar hoofd afgewend en de stekende pijn in haar hart vervangend door een dof geklop. Er was hier maar één juiste keuze, één juiste stap. Hoe het haar hart ook verbrijzelde. Ze zou hem los moeten snijden uit haar leven. Om hemzelf te beschermen, om haarzelf te beschermen en, het belangrijkste van allen, om de kinderen te beschermen. Ze verhardde haar hart terwijl ze zich afwendde. Voordat ze het wist rende ze, weg van hem, weg van deze plek.
Couldn’t you please oh please be gone out of my life But you won’t oh won’t be gone although I try
you're afraid to let yourself be happy because you know that it never lasts
De stilte was te snijden, maar in plaats daarvan leek hij alles te horen wat in zijn lichaam gebeurde. Het bonzen van zijn hart, het bloed dat door zijn oren stroomde, de lucht die stokkend in zijn longen kwam. Hij tintelde, hij wist niet wat er gebeurde. Maar alles deed hem zo pijn. Zij deed hem pijn. De waarheid was hard, en ze wilde niets meer met hem te maken hebben. Maar dit was echt, toch? Hij had haar weer bij haar neergestort, gesmeekt voor haar om te blijven, om te spreken, om dingen uit te leggen, uit te praten. Hij kreeg geen woord, enkel dat ze deed wat ze moest doen. Enkel angstige ogen. Het was niet eerlijk. Dit was niet eerlijk. Wat maakte het allemaal nog uit? Was het niet al marteling genoeg dat hij zijn kinderen alleen van een afstandje kon bekijken? Zij was de enige die het kon begrijpen, het echt kon begrijpen. Alles voor hun kinderen, zo ging het toch?
Maar ze deinsde enkel terug. Sneller, grotere stappen. Dat was het dan. Ze gaf op aan hem. Misschien moest hij gewoon accepteren dat ze niets meer met hem te maken wilde hebben. De deputy drukte zijn oren naar achteren en keek nog een keer gepijnigd naar haar. ‘Seamist, doe dit niet..’ prevelde hij nog als een laatste wanhopige actie. Op dit punt wilde hij niet eens meer dat liefde beantwoord was. Hij wilde gewoon.. gewoon iemand om te hebben, die hem begreep als geen ander. Hij was misselijk van de geheimen. Maar ze verdween. Ze was niets meer dan een geest. En toen ze het op een lopen begon te zetten, ging er een knop bij hem op. Hij sloeg een poot kwaad in de grond en een kwade vonk wakkerde op in zijn ogen. ‘Ja, ren maar!’ snauwde hij haar na. Want dat was de oplossing, hm? Terug naar die cirkel, die hel waarin ze leefden. Maar zij moest loyaal zijn aan haar clan, en hij aan de zijne. Nog een dierlijke schreeuw kwam uit zijn bek, de emotie, die pijn die eruit moest. Hij boog vervolgens zijn kop naar voren en haalde ruw zijn poot langs zijn ogen. Oké dan, hij zou geven wat ze wilde. Als dat het laatste was wat hij voor haar kon doen. Dit was voorbij.
In een alternatief universum was hij haar achterna gegaan. Haar gesmeekt om met hem weg te rennen. Hun kinderen op te halen en alles achter te laten. Maar ze wisten beide dat het niet anders kon. Ze waren weer terug bij af. Andere katten hadden hem nodig, en opeens stonden ze daar weer op Fourtrees, de geur van bloed in de lucht en hun jongste kindje onder de grond. Hij moest deputy zijn en zij.. zij konden nooit meer naast elkaar lopen.
Haar poten droegen haar steeds sneller weg van deze plek. Weg van hem, weg van zijn beschuldigende blik, zijn gesmeek en zijn tegelijkertijd harde woorden. Als hij nu niet begreep wat er allemaal in de waagschaal lag, zou hij het ooit begrijpen? Maar met elke stap liet ze een stukje van haar hart achter, verbrijzelde ze weer een beetje verder. Met elke stap wist ze dat er geen weg meer terug was.
Nog een laatste keer keek ze over haar schouder terwijl ze hem nog hoorde schreeuwen. Nog een laatste test van Starclan. Alles in haar diepste binnen wilde als een pijl uit een boog terugschieten om naar hem terug te keren. Terwijl tegelijkertijd alles in haar ook schreeuwde om er heel hard vandoor te gaan. Ja ren maar. Had zijn stem geroepen. Weerzin, woede. Een nieuwe steek in haar hart. Hoe kon het dat het nog door kon kloppen onder al dit? Vroeg ze zich wat afwezig af.
Nog een laatste keer ontmoette ze zijn ogen, zachtgroen. Ogen die zoveel liefde uit konden stralen, maar nu zoveel woede, pijn en verdriet uitstraalden. Met wangen nat van de tranen staarde ze naar hem vanuit de verte, leek ze te twijfelen voor enkele hartslagen, waarna ze zich met een ruk omdraaide en definitief tussen de struiken verdween.
Couldn’t you please oh please be gone out of my life But you won’t oh won’t be gone although I try
you're afraid to let yourself be happy because you know that it never lasts
Was het een uitdaging? Of gewoon zijn manier om met dit hartenbreek te dealen. Kwaad zijn was makkelijker dan verdrietig. Maar hij voelde nu duizend emoties als een donderstorm door elkaar heen. Schreeuwen, huilen, janken, het zou niets goed maken. En zij wilde niet meer vechten, zij wilde wegrennen. Nou, stik er dan maar in. Hij stond te trillen op haar poten hoe hij haar gevlekte vacht tussen de struiken zag verdwijnen. Nog voor één moment deelden ze een blik. Hijgend keek hij hoe ze daar stond, de hartslagen leken dagen te uren. Allen ging in slow-motion, en hij zag dat ze ook aan het leiden was. Ergens daar diep van binnen, zat dezelfde wanhoop en liefde genesteld. Beiden wilden ze het beste doen, maar er was gewoon geen goede keuze in hun situatie. Alle wegen leidden naar een andere hel. Hij probeerde alleen degene te vinden die het minst heet zou branden.
En in dat koude moment, dat tijd en ruimte even stil leek te staan, wendde zij haar blik na uiteindelijk weer af. De tijd versnelde weer en het was alsof iemand een ijskoude regen had opgeroepen. Trillend haalde hij adem, snuivend kwam het weer naar buiten. Nog eenmaal schudde hij met zijn kop. Hoe had het zo ver kunnen komen? Vervolgens ging zijn blik weer naar de hemel en knipperde hij de resten van de tranen weg. Het was klaar nu. Over en uit. Alles waar hij die manen op had zitten hopen, over had gedroomd, over had zitten peinzen en piekeren, was nu voorbij. Nu kon hij weer naar terug naar zijn dagelijkse chaos in Shadowclan. Verbitterd keerde hij zich om.