Ze had langzaam een idee gekregen van de plek waar ze nu was. Ze mocht van Orchis meer rondlopen, al was de instructie duidelijk geweest. Niet het gebouw uit, niet de andere katten voor de voeten lopen. Dandelion deed wat ze gevraagd werd en dwaalde dan ook door de gangen, de details in zich opslaand, observerend, lerend. Ze was geen probleemmaker noch herrieschopper. Ze nam informatie in zich op en liep niemand voor de voeten. Na zolang tussen de Bloodclanners gelopen te hebben, werd ze steeds beter hierin, een neutraal gezicht houden.
Zo ook toen een sneeuwwitte kat haar benaderde met rozige ogen. Dandelion was behoedzaam, maar kroop niet van haar weg. Ze boog haar kop, de naam van de poes nooit gehoord hebbend. "Hallo," groette ze de poes, ook haar observerend.