Het was laat en de jonge Bellkit kon geen slaap vatten. Nerveus lag hij naast zijn nest, zijn pootjes onder zijn lichaam gevouwd. HIj wist niet goed wat hij moest doen, wilde mama niet wakker maken. Ze was aan het slapen, o zo vredig, en dat wilde hij niet storen. Zijn groene oogjes keken dan ook even naar haar en zijn littermates, voordat hij voorzichtig wegkeek van het nest. Hij kwam overeind, wiebelde even op zijn kleine pootjes en zette een paar passen weg van het nest. Het openlucht kamp maakte hem meteen bang en snel krabbelde hij naar achteren. Hij vond dit zeer zeker geen fijn iets. Hij sliket dan ook even, trok met zijn oortjes en liet een piepend geluidje horen. Zacht en teder, niet schel, opdat het meer een geluid van angst was dan iets om aandacht te trekken.
- Kiwi