De kleine bruinkleurige kitten zat ineen gedoken naast zijn nest. Zijn kittenoogjes groot gericht op een veertje die voorbij was komen vliegen. Toen de wind het ding terug de lucht in werkte, kwam zijn pluizige pelsje overeind, waarna hij met stotten en vallen naar achter schuifelde. Hijgend dook hij weg achter een steen, zijn pootjes rustende op zijn kopje. Zijn ademhaling was gehaast en angstig, hij wist helemaal niet hoe de wereld in elkaar zat... En hij wist ook niet wat dat was. Wat als het hem pijn deed? Die gedachte liet hem sudderen, hij vond het maar een naar iets om bij stil te staan. Zijn pootjes gleden af naar zijn ogen, waar hij deze op liet rusten. Hij wilde voor even de wereld niet meer zien, die was te eng.
- Specklekit