Hoog in de bomen met zijn neus in de wind wiegde hij stil mee. Bladkaal was niet het fijnste seizoen en bovendien was er in die tijd nooit prooi. Hij zuchtte diep en zwiepte met zijn staart. Sierlijk liep hij over een tak heen en keek naar beneden. In de Hoogbomen zat hij het liefste en daar was hij eigenlijk altijd te vinden geweest. Vaak was het zo geweest dat andere katten hem zochten om karweitjes op te knappen in het kamp en had hij zich hoog in een van de bomen verschanst. Hij grijnsde bij de gedachte. Hij had de klusjes vaak alsnog moeten doen maar was er meestal wel even onderuit gekomen. Hij rekte zich langzaam en lui uit. Er fladderde een magere merel langs zijn neus en hij keek de vogel na. Hij had geen trek dus liet hij de vogel gewoon vliegen. Bovendien hadden de Elders al eten. Hij besloot dat hij af moest wachten tot er een Apprentices zou komen. Hij vroeg zich ook af of hij Mentor mocht worden. Hij had tot nu toe nog geen Apprentices toegewezen gekregen van zijn Clanleader. Misschien dat er sommige langs zouden komen. Toen hij een schim onder hem zag sprong hij uit de boom. Hij landde geruisloos op zijn voetkussentjes en liep naar een kale struik toe waar hij zijn geur aan afgaf. Geen enkele kat behalve een SkyCat zou hier mogen komen.
[Apprentices Only]