Deathstrike zat bewegingloos in de schaduw van een grote, kale boom. Haar mosgroene ogen waren gericht op het donderpad. Hoewel ze er een heel eind vandaan zat, ging er een rilling over haar ruggengraat als er een monster langs reed. Als ze schaduwen zag aan de overkant, fantaseerde ze dat het Tigerwing was. Ze wilde hem dolgraag, maar dan ook dolgraag zien. Ze wist nu waarom die regel er was van de Warrior Code. Het trok haar uit elkaar. De vrolijkheid van de ceremonie was zo snel weg als die gekomen was, en daarbij, voelde ze zich nog steeds niet goed. Haar buik voelde opgezet, en leek dikker te worden. Oké, ze at sinds gistere bergen met voedsel om haar achterstand in te halen- maar .. dat kon je toch niet zó snel merken? Ze trok met haar grijze oren toen er in de verte een kreet klonk. Alsof dat een teken was, draaide ze om en besloot terug naar het kamp te gaan. Haar gedachten waren echter nog bij het donderpad, beter geformuleerd, Tigerwing. Toen ze het kamp naderde zag ze een kat voor de kamp ingang rusten, ze herkende hem meteen als Lostpath. Haar staart ging omhoog in een begroeting en droogjes liep ze langs hem heen om een prooi van de prooistapel te halen. Ze koos een mager houtduifje en nam het mee naar buiten. Ze had hetzelfde idee als Lostpath gekregen, buiten eten. Aan de andere kant van de kamp ingang streek ze neer, een pijnlijke steek schoot door haar buik en ze kermde gesmoord. Ze legde haar oren in haar nek en de duif tussen haar voorpoten en begon hem kaal te plukken. Deathstrike zei geen woord, ze at alleen maar, ook al was ze tegelijk met Lostpath Warrior geworden, ze was net zo onafhankelijk als altijd. Ze trok het maar oren toen de maan bedekt werd door wat wolken en een donkere gloed over het bos wierp. Treurig at ze door.