De jonge Medicine Cat Apprentice had een oogje gehouden op de grote kater die door een aardige kopstoot in haar den was beland. Nu voelde het nog niet geheel als
haar den aan, immers was het nog steeds meer de den van haar mentor. Rousebell, echter begon ze steeds meer te leren en doordat ze zo goed was in het onthouden van informatie, mocht ze zo af en toe met de Medicine Cat op de achtergrond al haar eigen patiënten behandelen. Zo had ze ook haar best gedaan om Tallfright weer zo snel mogelijk op de poot te helpen. De grote kater mocht wellicht een sterke misschien ietwat scherpe Warrior zijn maar stiekem vond ze hem niet zo erg om rond te werken. Er waren vast en zeker makkelijkere katten, maar de jonge kattin zag enkel de innerlijke kracht in zijn ogen, hoorde het in zijn stem. Toch had hij tot nu toe het rustig aan moeten doen en vandaag was dan eindelijk de dag dat ze hem toestemming zou geven de den met haar te verlaten.
Het was nog net geen dageraad maar de jonge kattin was al wakker en hees zichzelf rustig uit haar nest voordat ze haar neus tegen de schouder van Tallfright drukte.
'Wakker worden slaapkop! We gaan het kamp uit.' Mauwde ze droogjes en zacht, al klonk haar schorre stem toch duidelijk in zijn oren, aangezien ze praktisch in die van hem sprak. Ze zwiepte vrolijk met haar staart terwijl er een ondeugende grijns op haar gezicht tevoorschijn kwam. Eens zien of de oude man klaar was om wat te gaan doen. Ze wilde weten of hij vandaag nog weer naar de Warrior Den kon trekken.
@Tallfright eerst