Aiméeeeeeee 1371 Actief I was born to die
Like everyone on earth
But I want to be the reason
You fulfilled your purpose
| |
| Onderwerp: It only takes a reason to kill[open5] do 27 jan 2022 - 1:37 | |
| Door de kale dikke takken van de hoge bomen vielen de zonnestralen van het winterse zonnetje, het licht weerkaatst door de dikke laag sneeuw. Meerdere vogels zongen door elkaar heen hun liederen, elk hun eigen gefluit en geroep. Gekraak van sneeuw weerklonk op verscheidene plekken als dieren zich voortbewogen, zoekend naar eten om de winter door te kunnen komen. Een lichtblauwe lucht was te zien tussen de takken door, maar verderop veranderde die lucht in een donkergrijze massa van wolken. Het was een groot geheel, reizend op de wind die het langzaam verder over het woud bracht. Volgepakt met koud weer, misschien was het nog meer sneeuw of harde hagel, ook was er kans dat het regen was. IJskoude regen wat je zou verkoelen tot het bot en er voor zorgde dat je door de rillingen niks meer kon doen. Het was hoe dan ook duidelijk dat het weer weldra zou omslaan en het was tijd om alvast te zoeken naar een schuilplaats, of hopen dat de reusachtige bomen genoeg bescherming boden. Een slanke kater op het magere aan stond stil, zijn blik omhoog naar de hemel, een bedenkende blik in zijn ogen. Zijn zwarte vacht stak af tegen de bruin en witte achtergrond, maar de witte delen van zijn vacht paste beter bij de omgeving. Zijn ogen waren als vlammen, brandend in zijn kop. Ze hielden de wolken in de gaten terwijl hij nadacht over waar hij naar toe ging om de bui te kunnen overleven, het puntje van zijn staart zwiepte langzaam. Er waren genoeg plaatsen om te kunnen schuilen, waar hij kon afwachten tot het noodweer voorbij was. Al wat manen zwierf hij door de bergen heen, een geheimzinnige eenling die gretig gebruik maakte van de gastvrijheid van de Tribe. Reizend door het gebied, van de hogere gelegen vlaktes tot weer de dikke bossen. Op momenten trok hij verder omhoog, de hoogste punten van de bergen had hij al kunnen bekijken en over de tijd heen was hij al wat katten tegengekomen. De katten die hem tegen waren gekomen hoorde niet veel meer dan zijn naam en dat alles wat ze mochten weten van hem. Zijn naam, een overblijfsel van wie hij vroeger geweest was, van zijn oude leven. Dat wat hij al zo lang geleden achter zich gelaten had, maar nooit daadwerkelijk zou vergeten. De naam die vertelde dat hij een schim was, dat er geen duidelijkheid te vinden was in wie of wat hij moest zijn. Het was de naam die hij met trots droeg, eentje die hij meer eer aandeed dan zijn moeder ooit had voorzien toen ze hem noemde. Hij herinnerde haar allang niet meer, maar ze had een goede keuze gemaakt. Silhouette, zo mocht men hem kennen hier. Het was het enige wat hij nog overhad van zijn verleden, van zijn leven voor zijn tocht naar de bergen. Meer hoefde hij niet te hebben, dat allemaal had hij achter zich gelaten. Verdwenen en vrijwel zeker vergeten. Dood gewaand door de enkeling die hem nog kon herinneren. Helaas ademde hij nog steeds, was hij niet inmiddels al een stapel botten aangetast en opgenomen door de natuur. Hij was hier, beslissend over waar hij ging schuilen. Het beeld gevend dat hij een gewoon leventje leidde, afgezien van het hele overleven gedeelte. De kater kwam in beweging, zich omdraaiend zodat hij juist weg ging van de dikke wolken en niet het slechte weer opzocht. Vlug draafde hij verder door de bossen, op zijn pad naar een verlaten hol wat verderop. Ooit had er een das in geleefd, maar nu stond het al manen leeg. Hij had het eerder gebruikt als slaapplek, op de momenten dat hij in de buurt was. Het was niet zozeer een van zijn tijdelijke woonplaatsen, waar hij langere tijden doorbracht. Eerder een punt om uit te rusten of zoals in dit geval, te kunnen schuilen. De kater had meerdere plekken in zijn geheugen staan waar hij een korte tijd kon doorbrengen, bij elk gebied had hij er minstens eentje inmiddels. Natuurlijk waren ze niet allemaal even goed, het bleef werken met wat je had. Zijn oren werden naar achteren gericht op geluid van snel getik wat al gauw dichterbij kwam. Het leek erop dat de wolken gevuld waren met hagel, wat nu in een rap tempo naar beneden kwam. Een constant geluid van ijs kaatsend op de harde bomen en enkele zwervende stenen wat alle andere geluiden overstemde, totdat de hagel het enige was wat hij nog kon horen. De eerste ijsstukjes vielen al op hem neer, ze voelde niet bepaald klein aan en Silhouette begreep dat hij met een fikse bui te maken had hier. Geluk was aan zijn zijde voor vandaag, de verlaten burcht was al in zicht gekomen. De tuxedo kat versnelde zijn pas en ging van het drafje over in een galop richting het donkere gat in de sneeuw. Al kon hij er natuurlijk meteen in duiken en de harde hagel ontvluchten, het was geen verstandige keuze om zo te doen. Dus remde hij eerst netjes af en rook hij even of de burcht intussen niet alweer bewoond was. De geuren waren vanouds, de geur van de das die er ooit in geleefd had was nu helemaal weg vergeleken met de laatste keer dat hij er bivakkeerde. Dat was mooi wat hij was intussen al wat nat aan het worden en helaas was zijn vacht nog niet helemaal aangepast aan de kou. Het was wat dikker in de koude manen hier, maar nog niet bepaald lekker warm. Hij bukte en dook het hol in, een stukje in de duisternis naar beneden lopend totdat hij uitkwam op het brede stuk. Al was een gedeelte ingestort en was het inmiddels wat krapjes hier, hij kon het uithouden totdat de bui over was. Silhouette liep wat rond over de zanderige grond, wat wel een verschil was met de sneeuw waar hij zonet nog door moest. Buiten hoorde hij nog steeds de hagel flink tekeer gaan, al was het een stuk fijner geluid als je er niet zelf in zat. De kater geeuwde eens en strekte zich uit, het was nog geen nacht voorlopig maar hoe kon hij anders de tijd doorbrengen terwijl hij hier vast zat. Hij rolde zich op en stak zijn kop tussen zijn voorpoten, zijn buik en keel beschermend met de rest van zijn lichaam. Silhouette sliep nooit op zijn zij met een getoonde buik, zijn zwakke plek laten zien terwijl hij zelf geen besef had van zijn omgeving was geen verstandig idee. Hij had nog trots over en Silhouette zou zeker niet in zijn slaap vermoord worden, dat was een dood die hem onwaardig was. Wanneer iemand hem zou verwijderen van deze wereld, hem sturend naar de duisternis, dan wou Silhouette diegene aankijken in de ogen en vervloeken. Niet wakker worden op de verkeerde plek of nooit meer wakker worden. Het was overigens niet dat hij graag vermoord ging worden, ook niet met zijn eigen voorwaarden. Helaas was hij nog niet klaar hier, want geen van zijn doelen was nog bereikt. Geen van zijn oude en ook niet van zijn nieuwe en inmiddels had hij al een hoop seizoenen meegemaakt. De waarheid was dat hij meer een mislukkeling was misschien dan hij zelf ooit zou toegeven, een lachertje wiens naam nooit met angst zou worden uitgesproken. Zeker als ze geen enkele weet zouden hebben van zijn daden, maar zodra ze er iets van zouden hoorde verwachtte hij niet nog lang gebruik te kunnen maken van de Tribe’s gastvrijheid. En eerlijk gezegd, vond hij het nu nog uit te houden hier. Daarnaast, hij had plannen om verder te komen met het contact, als het aan hem lag bleef hij niet eeuwig nog een rogue hier. Enkel daarvoor moest hij verder gaan met zijn facade tegenover de katten die zijn lot konden beslissen, maar hoe lastig kon dat zijn in vredesnaam. Gewoon zijn spel spelen, de juiste zetten maken en de goede woorden vinden wanneer hij de kans kreeg te spreken met een van hen. Silhouette was vrijwel zeker dat in de dichtbije toekomst hij zou zitten ter midden van andere katten en niet meer zijn dagen alleen versleet. Niet dat hij daar een groot probleem mee had, zo gericht op gezelschap was hij nooit echt geweest. Als je het gezelschap kon noemen wanneer jij degene was die op de achtergrond stond, met iedereen en tegelijk met niemand. Af gezien van een paar losse katten wie blijkbaar wat in je zagen, iets gevaarlijks of iets groots. Natuurlijk, meer katten begonnen toen te begrijpen wie Silhouette werkelijk was, maar nooit hadden ze de kans gekregen om te kunnen zien hoe ver hij zou gaan om dat te bereiken waar hij naar verlangde. En aan de andere kant had ook hij niet genoeg kansen gekregen, hij had ze aan zich voorbij laten gaan. Eigenlijk had hij niks meer gedaan dan gevlucht, weg van zijn oude leven en de Bloodclan waar hij zich het laatst in bevond voordat hij de tocht hier naar toe gemaakt had. Niet tevreden met zijn leven, want hij was altijd zoekend naar meer. Het was de vraag wat dat meer dan nog was, waarom hij gedacht had het hier te kunnen vinden. Een plek waar hij niemand kende, waar hij met niemand geschiedenis deelde. Wel, bijna niemand helaas. Maar zij was niet meer dan een oude schim geworden, ze was niet meer compleet. Het was beter dat hij haar ontweek, zodat ze de verrader niet meer hoefde te zien. Het was de reden dat hij nooit meer naar die grot ging, al wist hij niet eens of ze daar nog steeds zat. In elk geval ging hij dat risico niet nemen. Dat was tenslotte beter voor beide. Nee, het verleden was dichterbij dan hij gehoopt had, al nam dat niet weg dat hij zijn heden en toekomst beter kon maken. Er was geen reden dat hij op het oude moest blijven doorbouwen, vervolg na vervolg maken in een vaag samenhangend geheel. Zijn leven hier was altijd al bedoeld als een nieuw begin, of niet soms.
Silhouette richtte zijn kop op, starend naar de wand. Zijn plan om te gaan slapen lukte minder goed dan hij eigenlijk gehoopt had, mogelijk was hij minder moe dan hij eerst gedacht had. De andere mogelijkheid was, naast het feit dat het nog even dag was, de vele hersenspinsels. Alleen leven kwam met zijn nadelen en een daarvan was dat er niemand was om je af te leiden van je gedachtes, behalve dan jezelf. Immers kon hij niet luisteren naar een andere en dat gepraat gebruiken om de stem in zijn kop te laten zwijgen, altijd aan de zijkant gedrukt worden want hoe belangrijk was hij eigenlijk. Helaas, zonder iemand om hem er aan te herinneren moest hij zelf het werk doen. Dus lag hij in een slapende houding klaarwakker, luisterend naar zijn eigen geweten. Silhouette gromde binnensmonds, alsof hij zichzelf uitdaagde, en kwam moeizaam overeind. Leunend op zijn voorpoten lag hij nog half op de grond, zijn orange ogen staarde in de duisternis van de burcht. Hij richtte zijn oren meer naar de uitgang, luisterend naar of de hagel alweer voorbij was. Er klonk een vogel, een stuk verderop, maar zijn geroep was luid genoeg om een grote afstand te overbruggen. Dat was ook het enige wat hij hoorde. Geen getik van hagelstenen meer, dus dat zou betekenen dat het weer droog was. De zwart met witte kat stond nu helemaal op en verliet zijn schuilplaats met nog geen verdere plannen. In elk geval was het zeker dat blijven liggen en zichzelf gek makend geen goeie optie was. Hij mocht dan wel wat gestoord zijn, zo gek was hij nou ook weer niet. Daar was later nog meer dan genoeg tijd voor. De sneeuw voelde zachter aan, op een natte, zompige manier. Het was niet bepaald een pretje om door heen te moeten lopen en een lichte rilling trok door zijn lijf bij het gevoel. Hij maakte een vies gezicht, kijkend naar klonten sneeuw die van zijn opgeheven poot afvielen. Nou ja, hij moest er toch doorheen. Daarnaast, hij was echt geen watje die met iets teveel nattigheid zich terugtrok en toevlucht zocht op het droge.
Zijn hoge poten gingen in een rap tempo verder door het woud heen, met zijn lichaam omhoog klimmend in de helling dat het gebied hier nam. Zijn momentele werkplan was hoger op komen en het woud verwisselen voor de velden. Hij hoopte erop een konijn te kunnen vinden, een prooi waarop hij niet had verleerd te jagen. Helaas waren ze ook populair bij de Tribe had hij wel eens gezien, hij wist niet zeker hoe goed ze in het konijnenjagen waren, maar van wat hij gezien had hadden ze wel enig ervaring. Natuurlijk, er bleef nog wel wat over voor hem. Al dan in deze jaargetijde minder en hij wist niet zeker of ze het erg op prijs stelde als hij alle konijnen opvrat. Als hij ze bevriend wou houden, wat tenslotte wel zijn plan was, moest hij misschien niet hun eten al te veel af nemen. Nou ja, ze hielden vast wel rekening mee met dat de rogues die ze met open poten hier ontvingen ook moest vreten en wouden overleven. Hij kon straks nadenken over konijnen, want zover als hij kon kijken tussen alle grote stammen was hij voorlopig nog het bos niet uit. Een belangrijk ding wat hij al snel geleerd had hier was dat alles behoorlijk groot was, vergeleken met waar hij vandaan kwam. Natuurlijk hielp het ook mee dat er geen grenzen waren hier en je gewoon van het ene gebied naar het andere kon lopen. Niet dat dat hem ooit tegenhield trouwens, maar je had een stuk meer vrijheid op deze manier in tegenstelling tot afwachten op het moment dat je ontdekt werd. Het was ook enigszins saai in bepaalde tijden, de spanning van anderen uitdagen was hier niet zo aanwezig. Hier was het dag in en dag uit hetzelfde verhaaltje een beetje. Intussen was hij al een beetje gewend geraakt aan hoe de sneeuw nu aanvoelde en lette hij er niet meer op. Plots stopte Silhouette, hij hief zijn kop bedenkend op en keek wat om zich heen. Zijn ogen danste als vlammen, met een zoekende blik tuurde hij tussen de bomen door. Hij meende wat gehoord te hebben, de krak van een brekend takje. Het was een plots geluid tussen al de andere geluiden door, bovendien had het dichtbij geklonken. Silhouette stond in een stille houding, zijn ademhaling werd langzamer om het zo stil mogelijk te houden. Naast inhouden, maar dat was niet altijd een handige optie. Zover zag hij nog niks, misschien had hij zich vergist of was de dader allang weer vertrokken. Het bleef in elk geval stil nu. Wie weet een prooi die nu angstig afwachtte tot de kater weer verderliep, zodat het nog een dag verder kon leven. Wat het ook mocht zijn, het had zijn aandacht al getrokken en hij besloot een kijkje dichterbij te nemen. Langzaam sloop de vroegere Warrior af op waar het geluid vandaan kwam, naar dichte bosjes. Zijn witte poten raakte langzaam de grond aan, hopend dat de sneeuw hem niet meteen zou verraden. Hij zocht naar beweging of de bepaalde kleur van vacht tussen de takken door, maar nu zag hij nog niks. Helaas stond de wind de andere kant op, dus ruiken zou wat lastiger zijn. Desondanks was het nooit een slecht idee om te proberen, want al werden de geuren nu van hem weggevoerd, het betekende niet dat er niks te merken was. Hij trok zijn roze neusje op, de geuren naar binnen halend. Er kwam een hoop binnen nu hij zijn best deed om het te kunnen ruiken, maar dat allemaal was niet zo belangrijk. Wat meer van belang was dat er een sterke vieze geur tussen zat, een geur die hem vertelde dat er gevaar was. Silhouette mocht van geluk spreken tot nu toe, nog niet al te vaak had hij met een vos te maken gehad. Wel, hij was wel eens een tegengekomen, maar meestal kon hij dan snel wat verderop gaan zitten. Helaas was deze geur sterk en vers, dus was dit exemplaar dichtbij.
Silhouette begon al door te hebben wat hij gehoord had en alsof het een teken gekregen had, liep er een rode gedaante door de struiken. De takken gleden langs de vacht en als snel stapte het dier te voorschijn. Een spitse witte snuit, gele ogen en een dikke staart. De vos keek hem aan, zijn oren in zijn nek. Hetzelfde gold voor Silhouette’s oren. De kater zette een hoge rug op, zijn klauwen gleden uit hun hulzen en hij deed zijn best er gevaarlijk uit te zien voor de vos. Zijn tanden ontblootte hij, gepaard met blazende geluiden. Zijn zwarte staart was al dubbel zo dik als normaal, langzaam zwiepte het heen en weer. De vos zette zijn nekvacht op en begon luidkeels te grommen, witte tanden werden zichtbaar. Grote hoektanden die zo de keel van een kat konden doorbijten. De vos maakte wat jankende geluiden, maar Silhouette ging er niet van uit dat dat van angst was. Eerder alsof de vos hem aan het uitdagen was. De snelle kater bleef het oogcontact houden terwijl hij meer zijwaarts ging staan. Zijn rug stond in een bolle houding omhoog en zijn spieren waren aangespannen om zijn belager een klauw te kunnen geven. Hij begon langzaam te cirkelen, zijn blik vast op het roofdier. De andere begon ook mee te cirkelen, niet van plan om de kat uit het hoog te verliezen. Silhouette was intussen al druk aan het nadenken, over een manier om hier aan te kunnen ontsnappen. Hij kon het gevecht aan, maar de vos zou al snel de overhand krijgen tenzij Silhouette op een of andere manier een dodelijke zwakke plek kon pakken. Die kans schatte hij klein in en hij wist vrij zeker dat dat zijn dood zou worden. De vos schoot opeens naar voren, zijn tanden ontbloot. Silhouette sprong opzij, bijna wegglijdend in de sneeuw. Hij herpakte zich snel genoeg en even leek de vos verrast te zijn door zijn snelle verdwijning. Gebruik maken van zijn Windclanbloed en de aanvallen ontwijken totdat hij een uitweg vond was zijn tweede optie en hoogstwaarschijnlijk zijn beste. Meteen wegrennen was nog geen goed idee, dan was hij met zijn rug naar zijn belager toe. Hij moest eerst de afstand wat vergroten. De kater begon hier al mee door langzaam naar achteren te sluipen. Intussen had de vos zijn balans weer hervonden en volgde hij wat Silhouette deed, bijna berekend kijken. Hoe slim waren die beesten?
23: Schrijf een post van 3000 woorden
|
|