De pas benoemde Medicine Cat Apprentice stond op trillende poten voor de den, haar nieuwe slaapplek. Haar amberkleurige ogen gleden van de varens naar de ingang van de rots terwijl ze nerveus met haar snorharen trok. Ze had wat schoon mos bij haar poten neergelegd terwijl ze bleef staan, niet wetende of ze deze stap durfde te nemen. Zou ze haar nest direct naast die van Rousebell kunnen leggen? Haar oortjes trok ze nerveus naar haar nek toe voordat ze diep inademde. Ze wist dat het niet makkelijk voor de Medicine Cat kon zijn, immers had ze Waterpaw zo lang en goed opgeleid totdat hij was verdwenen. Zelfs zo goed dat hij twee andere Apprentices had mogen helpen trainen in Shadowclan. Al met al hoopte ze dat ze hem eer kon doen.
De eerste stap was echter haar nest neerleggen, en iets van zichzelf meenemen. Langzaam draaide de kattin zich om naar een van haar Clangenoten. Een zilveren katerkater, Silvervine. Hij was een zachtaardige Warrior die meestal wel tijd had voor zijn Clangenoten.
'Silvervine?' Klonk er licht aarzelend. Hij had toch geen hulp nodig? Dat liet ze toch nog even over aan haar nieuwe mentor. Haar amberkleurige ogen gleden terug naar de open plek van het kamp. Ze hoopte echt dat ze snel zou wennen aan haar nieuwe rang. Voor nu was ze voornamelijk nog zoekende naar wat van haar verwacht werd. Hoe kon ze Rousebell het beste helpen?
'Zou.. zou je willen helpen mijn nest te verplaatsen?' Klonk haar schorre stem zwakjes.
@Silvervine eerst