Zijn mate had met hem afgesproken in het bos. Hij had mooie herinneringen aan de plek die ze uitgekozen had, nee ze hadden hier allebei mooie herinneringen aan deze plek. Dit ging echter helemaal veranderen. Hij merkte het aan de manier dat ze aan het ijsberen was. Ergens verbrak dat zijn goede humeur wel, hij had zin gehad. De grote, brede kater kwam dichterbij met zware passen. Ze was zo mooi, zo adembenemend mooi. Tarragonstride wilde zijn neus tegen haar nekvacht drukken om haar te kalmeren, maar de woorden die ze sprak stopte hem daarin. Hij bevroor even een moment in tijd. Het irriteerde hem dat Lovebird hem geen verdere uitleg gaf en dat ze zo door bleef ijsberen.
"Stop!", bromde hij kwaad. Hij probeerde haar tegen te houden met zijn lichaam en haar op de grond te drukken, op haar rug. Hij bracht zijn gezicht dicht bij de hare, het stond onleesbaar. Zijn ze van mij?, kwam er in zijn kop toen hij haar zo zag liggen. Als hij tot vreemdgaan in staat was... dan was zij dat ook toch? Jaloezie woedde bij die gedachte op, al was het maar een gedachte. Hij stapte van haar af, hurkte zich en ging ook op zijn rug liggen zodat hij haar zijprofiel kon zien.
"Wil jij ze houden?", vroeg hij met ingehouden adem. Hij ging haar niet verlaten, nooit, maar als ze ze nou weg wou was dat mooi meegenomen natuurlijk.