Moros had grote toekomstplannen en hij wist nu al dat hij het nog eens ver kon gaan schoppen later. Hij volgde de regels netjes, want even honger lijden tot hun General ging eten of op zijn tenen lopen had hij er wel voor over. Hij mocht nog jong zijn, het leven in de Elite was duidelijk en hij speelde graag dat spelletje mee. Kijk nou eens naar hem, hij had de Captain als zijn mentor gekregen en voor zijn gevoel leek ook Orchis wel enigszins tevreden over hem te zijn. Dit nam niet weg dat hij te zacht moest worden. Hij zou een Bloodclanner worden in hart en nieren en daar kwam meer bij te kijken dan braaf zijn. Oh nee, dat waren ze zeker niet. Hij was dan ook hier gekomen in de hoop om wat eigen plezier te beleven. Kittypets pesten of gewoon lekker rotzooi trappen. Zijn donkerbruine staart stak bijna vrolijk in de lucht en op het eerste gezicht leek hij gewoon een blije jongen te zijn. Het was jammer dat hij eerst nog moest trainen voordat hij zijn halsband mocht en hij dan nog de tanden moest verzamelen, anders kon hij ze hier meteen al de schrik aan raken. Al was het ook leuk om ze nog even in de waan te laten. Met die gedachte liep Moros voort door de straat, op zoek naar gedoe.