De kitten was een halve Moon oud, ouder dan ze wellicht had kunnen worden. Immers was haar leven niet eenvoudig gestart, er was zoveel dat mis had kunnen gaan. Ze was te vroeg geboren en haar moeder was onervaren en niet de meest intelligente kat van het stel. Echter hield ze ergens wel van hen en hadden de goede zorgen van Ardentheart, Eggpaw en Rousebell de vruchten afgeworpen. De kitten leefde nog en hoewel ze altijd iets minder atletisch zou zijn als de meeste andere katten, was hieraan nu nog weinig te merken. Ze sliep en zachte piepjes verlieten haar mond terwijl ze droomde over de heerlijke warmte in haar moeder's vacht. Ze was de koude van haar geboorte al lang weer vergeten. De kitten rekte zich niet lang erna uit omdat zachte geluiden haar hadden gewekt en slaakte een lange, vragende piep uit. Haar moeder Coalnose sliep overduidelijk nog maar dat betekende niet dat dochterlief zou hoeven te wachten op aandacht.