Oaths are but words, and words but wind.
Ferretshadow had haar amberkleurige ogen op haar witte poot gericht, deze was door de regen behoorlijk vies geworden. Alles bleef er aan plakken, en kleven. De modder maakte dat ze er uit zag alsof ze tegen een moddermonster gevochten had, in plaats van in de regen gejaagd. Haar gezicht stond licht geïrriteerd terwijl ze een prooi in de richting van de Nursery bracht, ze hield veel meer van de zon, dan kon ze heerlijk liggen zonnen, als ze tijd over had. Immers was ze vastbesloten aan te tonen dat ze niet zoals haar moeder was, ze was niet slecht. Ze zou zich nooit met Bloodclan verenigen, maar het drukte nog steeds op haar. In haar naam, in wat ze was, ze kon niet ontkennen dat ze familie was van, en dat maakte dat ze gespannen afwachtte tot het moment dat zijzelf wellicht uitgekotst ging worden. Ze wist dat beloften zo gebroken konden worden, en katten ook. Haar vader Thornfang was sinds de ziekte in de bergen nooit meer hetzelfde geworden, wellicht ook omdat Stainedkit was overleden, was verdwenen. Nooit meer had ze haar grijze zusje weer gezien. Ze was behoorlijk close geweest als kitten met Wolfblood, maar op dit moment was het gezin gebroken, en het enige dat ze wist te doen was gewoon haar ene poot voor haar ander poot zetten en hopen op betere tijden. Ze durfde niet naar haar zus toe, bang dat deze haar niet zou verwelkomen in haar poten. Haar andere zus, die ook voor Thornfang had gekozen was verdwenen en ze miste Feverpitch enorm. Ze zuchtte even voordat ze het prooi bij een van de Queens neer legde en even in de droge ruimte haar poot schoon probeerde te krijgen. Haar blik viel kort op een jonge kater, een kitten die de naam Morningkit droeg. Ze was echter te verlegen om hem aan te spreken, om hem een verhaal te vertellen en bezig te houden in dit koude, natte weer.