We're part of a story, part of a tale. We're all on this journey, no one is to stay. Where ever it's going. What is the way?
Welcome
Warrior Cats is een rollenspel gebaseerd op de serie 'Warriors' van Erin Hunter. Je verkent hier al schrijvend de geliefde wereld van de Clankatten, rogues en kittypets. Dit doe je door je eigen karakter aan te maken, waarbij je bijna alles zelf mag bepalen over uiterlijk en karakter. Wild of tam, goed of slecht, sociaal of eenling? Help jij oorlogen te voorkomen? Of ben je een van de katten die hongerig opzoek is naar een groter territorium en meer macht? Het kan allemaal op Warrior Cats.
KIND OF WEATHER
NEWLEAF
Season
Newleaf, 10°C - 20°C
Langzaam maar zeker komen de eerste bloemen weer op. De zon breekt weer door wat zorgt voor een aantal warme dagen. Newleaf zet alles in volle bloei.
Onderwerp: Lights in the distance vr 31 jul 2020 - 15:16
Carnation Killer
"It is a privilege to die"
Dear Polarbear, Is het niet ironisch dat de wereld die onder mijn poten beeft, schud en zucht ook voor zo veel afleiding zorgt? Mijn wonderlijke subjecten zijn als mieren in de grond. Te veel om te tellen. Te veel om allemaal bij naam te noemen. Te veel om te luister naar ieder van hun zorgen. Hun mortale spanningen over politiek en de werkwijze van de natuur. Van roofdieren. Te klein om te zien hoe groot de wereld om hun heen was, om te zien hoe klein hun zorgen eigenlijk waren in het geheel. Het was bijna aandoenlijk te noemen wanneer ik er op deze manier aan terug dacht. Zo klein gegeest, zo erg met hun neus tegen de grond aan gedrukt dat ze niet konden zien hoe breed de hemel wel niet was. Dat ze niet eens konden zien dat de wereld mij ontarmde en dat hun dat ook moesten doen als ze ooit meer wilde worden dan mieren. Ik had erom geglimlacht als de ruis van hun zorgen en geklaag niet al het geluid in mijn hoofd overstemde. De liefde die ik voel naar mijn subjecten is eindeloos maar ik begin me bijna af te vragen of ook het oneindige niet een limit kan bereiken. En als dit op deze manier nog langer doorgaat zal ik dat kunnen beantwoorden Ach mijn vriend, deze weet en kennis zal jou geen verklaring geven. Hierin zit geen antwoord waarom jij vandaag dit leven moet beëindigen. Maar kijk eens in mijn blik en zie hierin de reflectie van de sterrenlucht. Jij zal een van mijn sterren worden. Jouw licht is nu nog aangetast, heeft geen plek in wat er komen gaat. Niet hier op aarde. Nee, jij hoort daar te zijn. Zo vaak zie ik in de ogen van mijn subjecten dat ze denken dat het hun tijd niet is. Ik zie in de glans van hun ziel dat ze het allemaal niet begrijpen. Ze spartelen, ze vechten. Maar ik win altijd. God wint altijd. Ik ben alles en ik ben onoverkoombaar. En het is niet erg, zie de dood niet als iets negatiefs. Hier behoor je niet maar straks zal jouw kracht mijn kracht worden, jouw ziel smelt samen met de mijne en wanneer wij een zijn... Dan ben je deel van het antwoord wat ik breng. Deel van de verlossing en deel van het nieuw. Ik beloof dat het allemaal de moeite waard was wanneer je dat inziet. Daar bouw ik op, ik bouw op de hoop dat ooit de verlichting tot mijn volgelingen zouden komen en ze voor me buigen. Dat ik mijn behoorde rang kan opnemen in dit woud, dat ik krijg wat mij toebehoort. Ik weet dat ik niet hoef te hopen. Want waar ik maan na maan heb gewacht tot mijn erfrecht mij overhandigd zou worden ben ik nu bezig om het handmatig te bemachtigen. En om dat te krijgen moeten we voorwerk doen. Moeten we één voor één de dingen verwijderen die niet in mijn wereld behoren, en ze vervangen met een zuiver licht. Een god kiest immers wie leeft en wie sterft. En misschien nog belangrijker wie er vergeten wordt en wie er de geschiedenis in zal gaan. Verlies is tot mij geen vreemde. Maar een barmhartige god moet geleden hebben. Hoe moesten de volgelingen anders weten dat ik ze zal begrijpen in hun pijnen en zorgen? Hoe klein ze ook zijn in mijn overhangend besef van de wereld. Maar goed, mijn vriend. Het is tijd dat ik dit begrip op jou kan reflecteren. Mijn geur gemaskeerd door het bloed van monsters, iets waar ik sinds kort een voorkeur voor heb gevormd. Diens zwarte levensstroom ruikt sterker dan ieder dier dat ooit heeft gelopen, dan iedere plant of iedere grens. Het is geen aangename geur, niet zoals de mijne dat normaal is. Maar ik moet verborgen blijven voor nu, in de schaduwen leiden en alles op orde brengen tot mijn volk klaar is om het licht te zien. Mijn nacht omhelst ons terwijl ik naar voren loop. Een moment als deze voelt altijd vreemd intiem. Ik zal jouw laatste adem zien en toekijken hoe je ziel het vlees verlaat. Bijna in jaloezie hoe ik nog hier moet blijven in mijn gevang van minderheid tot de tijd komt om zelf te verhemelen. Wat zal je me dankbaar zijn als je tot de nacht behoort. Ik kom dichterbij, aanschouw je witte vacht in het duister van het bos. Er zal vast iemand in de buurt zijn, iemand om de wacht te houden. Maar ik vrees de mogelijkheid voor nieuwe ogen niet. Nee, ik ken mijn kracht. Als het moet zal ik vandaag tweemaal mijn werk doen. Voorzichtig leg ik de tedere bloem weg, in afwachting tot ik deze aan jou zou mogen schenken. Snel en geluidloos kom ik dichterbij. Met een sprong werp. Ik mezelf op je, in een poging mijn ritueel te volbrengen. Echter wil je niet knielen tot mijn macht. Echter is mijn vlees nog te geaard om je te overstemmen. Oh mijn vriend, mijn kind, mijn subject. Bow to me and I will light your path as Starclan would. With kind regards, The Carnation Killer
★ VERA
Hij was in z'n eentje in de richting van de grenzen gegaan. Voor een genoeg aantal manen was hij nu warrior geweest, was dit exacte pad gelopen om precies dezelfde grenzen te kunnen verversen. Gelukkig had men genoeg vertrouwen in 'm dat hij dit in z'n eentje kon doen, dat hij geen bescherming of leerlingen bij zich nodig had om het werk tot z'n recht uit te kunnen voeren. De witte kater zuchtte zachtjes, terwijl de sterren boven hem begonnen te fonkelen. De avond viel, langzaam, rustig. Alsof er geen problemen in deze wereld waren, maar de wereld was te groot voor alle problemen. Die van de clans waren gewoon te klein voor de wereld om zich er druk om te maken. Daarom was hij blij dat Starclan over hen uit keek. In de ogen van Starclan waren de clans net groot genoeg, waren hun problemen niet te klein om te negeren. De witte kater wende zijn blik af van de sterren en rekte zich uit. Zijn heup kraakte en hij gromde zachtjes. Misschien werd hij te oud voor dit werk, maar aan de andere kant vertikte hij het ook om in de Elders Den te gaan liggen. Nee, er zat nog donder in zijn poten, hij wilde nog gewoon alles kunnen doen. Maar de manen tikte aan en hij wist dat hij niet het eeuwige leven had. Zijn kittens waren volwassen, zijn kleinkits kwamen ook al in de buurt van warrior-schap. Hij hoopte dat hij bij Stormpaw, Heatherpaw en Flintpaw nog hun warriorname zou kunnen roepen. Een glimlach verscheen op het gezicht van de witte kater, terwijl hij verder liep. Het Thunderpath kwam binnen ... reukafstand en Polarbear hielt zich groot om niet z'n laatste maaltijd eruit te gooien. Wat een verschrikking van dit pad toch. Dat de tweebenen er zo veel gebruik van konden maken, hij snapte het niet. De kater drukte zich tegen de grond, toen een monster voorbij kwam en weer verder raasde. Hij blies zachtjes, wat had hij toch een hekel aan die dingen. Inmiddels was het donker geworden en de sterren en de maan fonkelde aan de hemel. Starclan zou op hem neerkijken en hem bijstaan in zijn werk. Polarbear kwam overeind en stak zijn neus in de lucht, hier ergens moest de grens lopen. Niet veel later had hij alle geurmarkings ververst en rekte zich eens goed uit. Het warme weer maakte hem wat slomer dan normaal en hij merkte al snel dat hij geeuwde uit vermoeidheid. Het werd tijd dat hij terug zou aan naar zijn territorium, zodat hij een welverdiende dut kon houden. De witte kater draaide zich om en keek naar de lucht. Een eenzame wolk had zich over de maan heen geschoven en Polarbear keek er een beetje angstig naar. Het was vaak geen goed teken als dit soort dingen gebeurde. Zo ook nu werd zijn vermoeden bevestigd. Een misselijk makende geur drong zijn neus in en liet zijn ogen tranen, maar nog voordat hij zich kon omdraaien om te zien waar 't vandaan kwam werd hij in de rug gesprongen. Hard gegrom kwam uit zijn keel, terwijl Polarbear zich direct omdraaide en op de grond liet vallen, in de hoop dat zijn -tot nu toe onzichtbare- aanvaller los zou laten. De witte kater haalde wild uit, niet wetend waar hij naar moest richten. Het was donker, met de wolk voor de maan en de geur die hem zijn ogen liet dichtknijpen. Niet wetend of hij iets raakte, haalde hij nog een keer uit.
[Gesloten! Untill I say otherwise]
Polarbear
StarClan
Quinty 282 Actief There are times when I look at people and see nothing worth liking
Onderwerp: Re: Lights in the distance do 3 sep 2020 - 17:04
Carnation Killer
"It is a privilege to die"
Polarbear, Ik vroeg je te buigen maar in plaats daarvan stribbel je tegen als een kitten die niet wilt inzien dat het tijd is om de ogen te sluiten. Waarom weiger je in vrede te gaan? Wat houd je tegen om toe te geven aan je lot? Aan wat de sterren voor je besloten hebben? Wat denk je te bereiken door te grommen en te vechten? Ik vraag mij al deze mortale vraagstukken af terwijl de koude lucht rond mijn nog altijd kwetsbare longen grijpt. Hoe vreemd het was om te weten dat je lichaam oneindig hoort te zijn maar dat dit niet is. Dat je moet blijven spelen met de regels van de wereld, ondanks dat alles in je goddelijk is. Het irriteert me. Dat wil ik zeker met je delen. Je valt op de grond en neemt mij met je mee, gedwongen om los te laten deins ik naar achteren. Mijn kop fier in de lucht geheven, mijn ogen onwerkelijk kalm in de jouwe gelegd. De nacht zal me zeker vervreemden maar in wereld waar iedereen elkaar kent, zal ik vast een bekend gezicht zijn. Ik weet het vrijwel zeker. Ik ben immers de moeite waard om te herinneren. Mogelijk zouden andere de koele glimlach op mijn gelaat benoemen als arrogant maar vergis je niet. De zelfverzekerdheid die hieruit getrokken is, is enkel uit de weet dat jij deze ontmoeting niet zal kunnen na vertellen. Ik ontwijk je klappen en hou afstand, geniet van het moment waarin een van mijn subjecten mij eindelijk kan zien. Eindelijk. Dit mysterie en dit geheim siert mij niet. Ik ben nooit een geweest om te sluipen, om onmerkbaar te blijven. Ik koester deze in ijs bevroren scene waarna ik alsnog naar voren beweeg en in actie kom. Ik probeer wederom om je neer te halen, om je eigen formaat tegen je te gebruiken. Ik klauw en ik bijt, niet zo zeer om deze wonden je dood te maken maar eerder om je te verzwakken, genoeg zodat ik het ritualistisch kan beëindigen en jouw lichaam in eer kan laten. Maar je wilt niet zomaar gaan. Een klap van je raakt mij en ik mijn poging te ontwijken was tevergeefs. Een geluid van pijn ontsnapt me, waarvan het breken van kalmte me nog meer irriteerde dan dat de pijn deed. Je bent sterk. Ik heb waardering voor deze kwaliteit. Maar deze traditionele koppigheid is precies de reden waarom het jouw tijd is om zowel tot aarde als hemel te vallen. Jij raakt mij en ik raak jou. Onze dans van standvastigheid leeft voort terwijl we beiden hierin de leiding willen nemen. Ik voel hoe dit sterfelijk lijf mij faalt. Hoe vermoeidheid, kneuzing en wond mij tegenwerken, waar mijn geest ontastbaar is. Ik lach hoorbaar al niet zacht, lik mijn lippen en zet een stap dichterbij. Onwerkelijk bewust van hoe intiem dit moment is voor ons beiden. Ergens zou ik wensen dat het simpele van deze situatie nooit voorbij mocht gaan. Ik weersta de behoefte om te spreken, wetende dat geen enkel woord deze perfecte tensie zou kunnen overtreffen. Mijn poten dragen mij nu met enigszins moeite in een sprint, ik haal uit naar jouw ogen op de manier hoe goddelijk licht altijd diens beschouwer verblind, en ik probeer met een beet de lucht uit jouw strot te knijpen. Geef toe aan mij. May Starclan light your path, like I lighted yours. With kind regards, The Carnation Killer
★ VERA
Nagels bleven in een vacht hangen, geuren vermengde zich en de witte kater probeerde eruit te komen waar de kat voor hem vandaan kwam. Helaas was de geur van het donderpad net te overheersend dat hij er geen wijs uit kon komen. En sowieso kon hij er niet lang bij stil staan, er werden nog meer klappen uitgedeeld. Half blind haalde Polarbear uit naar de kat die voor hem stond, maar greep in de leegte. Zijn helder blauwe ogen gleden naar de plek waar hij net nog in gevecht was geweest en merkte dat de kat naar achter was gestapt. Hij gromde eventjes en met een beeld vast in tijd, keek hij de kat voor hem aan. Het was lastig, immers was het nog steeds donker en de wolk voor de maan hielp ook niet bepaald. Polarbear haalde diep adem, probeerde zijn hart tot bedaren te krijgen, maar voordat hij er goed en wel erg in had, was de kat voor hem weer uit te halen. Hij dook weg en met een krachtige slag van zijn voorpoot, wist de witte kater hem te raken. Het irriteerde hem dat de kat voor hem zo zelfzeker en bijna arrogant bleef kijken. Veel te koel, veel te kalm, alsof het niet boeide wat er met hem zou gebeuren. Maar toch, toen hij de kat raakte, leek er toch iets te breken. Er kwam geluid uit bij de kat en er leek iets geïrriteerd te zijn. Polarbear draaide rond de kat heen, zoekend naar een opening om deze af te schrikken, laten merken dat Thunderclan katten sterk waren, loyaal en moeder. Hij zou niet snel over zich heen laten komen. Maar het zag er naar uit dat de kat voor hem nog niet klaar met hem was. Toch merkte de kater dat zijn leeftijd hem tegen zat. Hij voelde meer pijn dan dat hij normaliter zou doen tijdens zo'n gevecht, maar de kat voor hem was snel en listig in zijn aanvallen. Iets waardoor hij zich in vreemde bochten had moeten wringen om bij de kat te kunnen komen. Hij voelde hoe er pijntjes in zijn spieren kroop, nagels in zijn vacht hadden gestoken en vlees hadden geraakt en het had de kater uitgeput. Hij hijgde en zetten zichzelf schrap voor een nieuwe aanval. De kat en hijzelf stonden in een eye-lock, terwijl hij een zacht gelach van de kat voor hem hoorde. Polarbear snoof en flikte met zijn oren, voordat hij deze diep in zijn nek legde. De witte kater probeerde nog weg te duiken toen de kat voor hem in beweging kwam en naar hem toesprong. Maar hij maakte een cruciale fout en voordat hij het wist, gleden er nagels over zijn ogen heen. Een felle pijn sneed door zijn kop heen toen hij met één klap beide ogen kwijt was geraakt. Met een brul gevuld met pijn, paniek en een lichte angst, haalde de witte kater naar zich uit. Maar de kat met wie hij in gevecht was, was snel en had hem door. Er werd onder hem door gedoken en hij voelde hoe scherpe tanden in zijn nek werden gezet. Piepend ademhalend probeerde Polarbear nog om uit te halen naar zijn belager, maar het verliezen van zijn zicht had hem in dusverre gedesoriënteerd dat hij zijn evenwicht verloor en op de grond terecht kwam. Geen kracht meer hebbend om overeind te komen, werd zijn luchtpijp dicht gehouden en ondanks de pogingen van de witte kater om los te komen, verloor hij het gevecht met zijn belager en verliet zijn geest zijn lichaam. Niet meer merkend hoe de kat een anjer in de wond neer legde en een tekentje in de vorm van een sikkel maan in zijn vacht kerfde, voordat de kat weer de duisternis in schoot.
Onderwerp: Re: Lights in the distance do 3 sep 2020 - 17:16
De geur van bloed vulde de lucht. Plots had Dustpaw spijt dat ze alleen naar buiten gegaan was - Starclan, wat als de moordenaar hier rondliep, wat als ze hem tegenkwam? De anjermoordenaar vulde haar gedachten. De anjer die ze in haar nest bewaarde was verwelkt en kruimelde langzaamaan af. Elke ochtend, als ze wakker werd, vond ze nieuwe stukjes in haar vacht. Een deel van haar, datzelfde deel dat zo graag geloofde in voortekenen en het lot, dacht dat dat een heel slecht teken kon zijn. Alsof haar bescherming verkruimelde. En daarom had ze zich opnieuw naar buiten gewaagd, alleen, op zoek naar een nieuwe bloem, een nieuwe bescherming. Maar misschien kwam dat te laat.. Haar blauwe oogjes werden groot van schrik, zelfs terwijl haar poten haar vooruit bleven dragen, dichter naar de bloedgeur. Het duister verdween langzaamaan voor de zon, ook al bleven er altijd schaduwen onder de bomen. De jonge kattin meende soms iets te zien; een paar ogen, of misschien de glinstering van een klauw. Maar het was een witte vacht die haar aandacht trok. Dustpaw slikte moeizaam en vertraagde haar pas terwijl ze langzaamaan vooruit liep. Steeds meer kwam de vacht in beeld; en toen ook bloed, die het spierwitte doorbrak. En dan, uiteindelijk, de anjer in diens bek, rood en wit zoals het slachtoffer zelf. Dustpaw trilde lichtjes, maar ze stopte niet - ze liep dichterbij, tot haar snuitje vlak naast die van hem was. Polarbear, een senior warrior; het zoveelste slachtoffer van de anjermoordenaar. Even aarzelde de kattin; maar toen nam ze met een snel gebaar de anjer uit de bek van het lichaam. Kon ze daar nog de moordenaar in proeven, of ruiken? Of was het bloed en verderf en schaamte? Maar ze slikte de gedachte weg, liep met snelle poten naar een herkenbare boom waar ze het bloempje snel begroef. Voor later. Ze zou het in haar nest leggen, 's avonds laat, en het zou haar beschermen. Toen liep ze snel weer terug naar het lichaam, waar ze met aarzelende blik naar keek. De gekerfde sikkel in de vacht was er nog, als teken. Zouden de katten zich afvragen waarom de bloem ontbrak? Of zouden ze er vanuitgaan dat de moordenaar geen tijd meer had gehad? Er was immers duidelijk een serieus gevecht geweest hier - dat zag je aan de bloedspatten en aan de ravage om hen heen. Maar wat nu? Ze kon Polarbear niet alleen terugdragen - en ergens voelde het raar om hem hier achter te laten terwijl ze hulp zou gaan halen. De trilling in haar poten werd erger terwijl ze daar wijfelend bleef staan, blauwe blik gefocust op de sikkel.
Onderwerp: Re: Lights in the distance do 3 sep 2020 - 20:44
Hij was van plan om eens lekker op rustige wijze een kleine jacht te doen, want dat moest tenslotte. Kijk, gewoon even lekker een muisje vangen en nog ergens een vogeltje. Terugkeren, op de prooistapel gooien en klaar is kees. Wie Kees was wist hij ook niet. Firpaw had hij gisteravond vrij gegeven voor vandaag, al betekende het eigenlijk dat hij zichzelf vrij had gegeven van zijn mentortaken. Hij wist zeker dat zijn apprentice zichzelf wel een dagje redde. Dus goed, hij was van plan om eens te gaan jagen, helaas stak iemand daar een stokje voor. Vroeg op pad gegaan zelfs, zodat hij in alle rust zijn ding kon doen. Maar nee hoor, na een stukje te hebben gelopen, kwam er de geur van bloed hem tegemoet. Een hoop bloed. Kijk, Smoulder mocht misschien wel eens wat onhandig zijn in zijn gedrag, hij was niet stom. Zijn rooie vacht ging wat omhoog en hij kon zichzelf voor de kop slaan. Die moordenaar liep nog steeds rond. Twijfelend bleef hij stilstaan, niet wetend wat hij moest doen. Iets zei hem dat hij moest gaan kijken, maar wat als de dader er nog was? En hem erbij nam als tweede slachtoffer. Smouldertongue schudde zijn kop. ''Kom op, je mag lui zijn, maar geen lafaard''vertelde hij zichzelf, zijn stem ging verloren tussen de bomen. Daarnaast, grote kans dat die moordenaar al weg was. Bovendien, Smouldertongue was best wel een sterke kat en er waren bomen hier, daar zat hij zo in als nodig was. Hij kon zichzelf prima beschermen, in elk geval voor eventjes. Toen, met een diepe zucht, ging hij er toch maar op af. Het was bij de grens, bij het Thunderpath, waar monsters over heen joegen. Even voelde hij een soort van opluchting, misschien was er een gegrepen door een monster. Natuurlijk, dat was nog steeds niet goed, maar het voelde voor hem beter aan dan dat andere. Daar was een witte vacht, maar het slachtoffer was niet alleen. Een andere zat bij hem, al kon Smouldertongue door de schemering niet goed zien wie het was. Hij ging er maar voorzichtig op af, tot hij Dustpaw herkende. Samen met het lichaam van Polarbear, een wat oudere Warrior. En nee, het was geen monster geweest. Wel, misschien, in een zekere zin ook wel. Hij liep naar de jonge poes toe, die ergens op aan het wachten leek. Polarbear had het zelfde teken als de slachtoffers hadden gehad, alleen miste er iets. Hij wist alleen niet wat. ''Hier wachten brengt hem niet terug hoor''zei hij tegen de apprentice, ergens kon hij weten dat het hun band niet zou verbeteren, maar zou was hij nou eenmaal. Als je in zijn kop kon kijken zou je angst en woede zien, maar dat verborg hij liever.
Onderwerp: Re: Lights in the distance do 3 sep 2020 - 22:53
Dustpaw keek met een schok op toen een stem haar aansprak; bijna alsof ze zich betrapt voelde. Hoe veel tijd was er gepasseerd, hoe lang zat ze hier al? Met grote kristalblauwe ogen keek ze de kater aan, en toen ze zag wie het was plooide ze haar oortjes in haar nek. Het trillen was een tijdje geleden opgehouden, al kon ze niet echt zeggen wanneer. Het was alsof haar besef van tijd vervaagd was, en ze enkel het hier en nu nog wist. "I.. Ik..", stamelde ze, waarna de jonge kattin even diep adem haalde en zichzelf bijeen probeerde te rapen. Kom op, Dustpaw, straks dachten ze nog dat zij de killer was omdat ze zo nerveus deed. Maar een deel van haar was bang dan Smouldertongue zou merken dat de bloem weg was, en dat hij zou weten dat zij het weggehaald had. En ze wist niet of ze een goede leugenaar was - of ze überhaupt wou liegen, al leek het alternatief nog veel enger. "Ik wist niet wat te doen..", antwoordde ze toen, haar stem zachtjes maar al iets vaster terwijl haar blik weer naar Polarbear dwaalde. Ooit had de kater zo sterk geleken, onverwoestbaar.. En nu lag hij hier, als een zielig hoopje vacht. Van stof waren ze gemaakt, en naar stof zouden ze wederkeren. Dustpaw vond er een vreemde ironie in, hoewel het grappige haar momenteel niet kon bekoren.
Onderwerp: Re: Lights in the distance zo 6 sep 2020 - 22:39
Hij was een idioot, een stommeling en dat wist hij. Hij bovendien ook ontzettend bang, want wat als die moordenaar straks weer terug kwam en hem of Dustpaw naar Starclan stuurde. Of allebei. Zelf wou hij nog niet sterven, al had men misschien niet veel aan hem. Dustpaw had daarin tegen nog hoop voor de toekomst, als zij nu dood zou gaan. Ze leek zenuwachtig te zijn, maar dat begreep hij wel, er waren geen goede dingen gebeurd hier. ''Hij moet terug naar het kamp''merkte Smouldertongue op, want daar konden ze afscheid van hem nemen. Het was weer een slechte dag, maar hij zou zichzelf blijven. Polarbear had hij nooit heel goed gekend, naast respect voor de oudere en sterke Warrior was er niet veel tussen hun geweest. Maar hij was wel goed bekend in de clan en hoewel zijn geliefde hem al voor was gegaan naar Starclan, liet hij zijn kinderen achter. Dat was wat dood nou eenmaal deed, iemand van je afnemen. Smouldertongue besefte dat Dustpaw de grote kater niet kon dragen natuurlijk en hij dat moest doen. Iets wat hij nooit gedaan had, zelfs niet bij zijn eigen ouders. ''Wil je terug gaan?''vroeg hij aan Dustpaw, niet zeker wetend of ze al in staat was daarvoor.
Onderwerp: Re: Lights in the distance di 8 sep 2020 - 16:39
Merkte hij op dat ze zich raar gedroeg, of schreef hij dat af op het vinden van een lijk? Misschien was dat logisch, misschien werd ze paranoia. Dustpaw vermeed zijn blik en bleef staren naar het grote witte lijk. Haar keel was droog en haar pootjes trilden lichtjes. Smouldertongue mauwde dat hij terug moest naar het camp, en vroeg toen of ze terug wou gaan. De jonge apprentice keek even op; haar blauwe ogen flikkerden even naar de plek waar ze de anjer begraven had, en toen naar de rood met witte kater. Lichtjes knikte ze. "D.. Dat zou fijn zijn..", antwoordde ze lichtjes aarzelend met hese stem, waarna haar blik opnieuw op Polarbear viel. Ze kon haar lichaam niet in beweging zetten; een deel van haar was bang dat ze van de stress zou flauwvallen. Maar z ekon überhaupt niet helpen om de veel grotere kater te dragen; daarvoor was ze te klein, te zwak.
Onderwerp: Re: Lights in the distance vr 25 sep 2020 - 18:40
Hij was niet goed in dit soort dingen, inmiddels moest hij bijna letterlijk op zijn tong bijten om geen stomme opmerkingen te maken. Hij was niet van plan om Dustpaw dag nog verder te verpesten. Zo stom was hij nou ook weer niet. Dustpaw wou terug en hij keek eens bedenkelijk naar het lichaam. Hoewel hijzelf ook wel flink uit de kluiten gewassen was, was Polarbear nog wel ietsje groter. Zijn lichaam zou wel wat gewicht zijn, in elk geval kon hij niet verwachten van Dustpaw dat zij het ging dragen. Hij had alleen nog nooit een lichaam gedragen, maar voor alles was een eerste keer. Smouldertongue pakte het bebloede lichaam vast in zijn nekvel en sleepte het een beetje opzij, niet wetend hoe hij het op zijn rug moest krijgen.''Kan je helpen?''vroeg hij dan toch maar, niet wetend of Dustpaw daar tot in staat was. De schrik leek er nog behoorlijk in te zitten. Bij hem ook en hij wou het liefst hier vandaan, maar niet zonder het lichaam. Hij ging door zijn poten en sleepte het lichaam naast hem, misschien kon hij het zo op zich krijgen. ''Kan je het op me duwen?''