|
| 110
| |
| Onderwerp: In the city was a sinner zo 8 jan 2012 - 15:43 | |
| De bruine poten van een slanke poes verplaatste zich met kalme passen door een groot weiland. Morticia had een, zoals gewoonlijk, lichtelijk emotieloze uitdrukking op haar snoet. Ze dacht steeds vaker aan haar leven als Clankat dat nu al zo veel manen achter haar lag. Het was een wonder dat bijna niemand haar meer herinnerde, of deden ze dat wel? Ze had overwogen om zich aan te sluiten bij een ‘Elite’ groepje waar ze vrij weinig Elite aan vond. BloodClan, maar ze kwam er al gauw achter dat een leven als Roque veel beter was. Je kon zelf bepalen hoe je leefde, bijna altijd waar je het deed, en wanneer je wilde gaan slapen, jagen, of gewoon rondlopen. Morticia wenste zich geen ander leven. Het Clanleven was zo strikt, vrijheid was er niet. Ze was altijd al een beetje een buitenbeetje geweest. Ze was altijd alleen aan het jagen, of aan het verkennen in andere gebieden waar ze niet eens mocht komen, uiteindelijk kwam ze er achter dat het leven als een Clankat misschien niet voor haar was weggelegd. En zo, zonder enig afscheid trok ze de bossen in. En daar liep ze nu. Door een groot weiland, richting de beschutting van de bomen. De hooglanden waren ooit haar thuis, maar nu was het meer een vage herinnering. Ze versnelde haar pas een beetje zodat ze sneller de beschutting van de bomen hervond. Haar halflange vacht had intussen half de hooglanden mee genomen, en begon te klitten. Tijd voor een wasbeurt! Ze stopte op een open plek waar een klein beekje doorheen stroomde. Kalm liep ze er op af en nam plaats op een platte steen die groot genoeg was voor Morticia om zelfs op te kunnen liggen. Vanaf daar begon ze haar vacht te fatsoeneren terwijl ze naar de bosgeluiden luisterde. Ze merkte echter op dat de geuren van het bos en de geluiden veranderde. Ze tilde haar kop op en zag een, redelijk, jonge kater haar kant op komen. Morticia trok met haar oren en zette haar poten naast elkaar neer. De grootste klitten waren er uit, en haar vacht zag er weer schoon en verzorgd uit. Haar amber kleurige ogen staarde naar de kater die nader kwam, ze herkende die geur van hem maar al te goed. BloodClan. Ze wist half en half dat dit vast weer zo’n kat was die zocht naar ruzie, gewoon omdat het de titel ‘BloodClan kat’ opgestempeld had. Tegenwoordig dachten zeven van de tien katten dat ze een soort koning of koningin waren als je een BloodClan kat was. Morticia wist wel beter. Ze nam hem droogjes in zich op en merkte geen halsband op, ah, waarom was het dan een BloodClan kat? Ze besloot maar te wachten tot hij hier was voor ze van wal stak met vragen. Ruim binnen gehoorsafstand miauwde ze op een toon die tekort schoot aan veel emotie een simpele groet: “Gegroet, BloodClan kater” Ze zwiepte met haar gevederde staart en rekte zich uit. Ze had er al eens aan gedacht hoe het was als je een Kittypet was, daar bleef het ook bij. Ze had een vooroordeel dat alle katten met een halsband eens Kittypet’s waren geweest. Ze vond het vreemd dat iedereen ze zwak vond, als meer dan de helft van BloodClan ooit Kittypet was geweest. Morticia dacht terug op haar eerste moord, die stomme beesten hadden haar voor gek gezet, en hoe loste je zo iets op? Precies, door een kat te vermoorden! Ze moest toegeven dat het laf was, want een jongere Roque was geen partij voor haar. Nou ja. Ze haalde haar schouders op en besefte dat het haar toch geen zak interesseerde. + Toestemming |
| | | Passievrucht x'3 393
| |
| Onderwerp: Re: In the city was a sinner zo 8 jan 2012 - 17:11 | |
| Met lichte passen beende Diamond vooruit. Zijn witte staart trots omhoog. Op de lippen van de sierlijke kater speelde een arrogante glimlach, sluw en spottend. In zijn ogen waadde een zelfvoldane blik, wetend dat hij van elke poes die naief genoeg was, alles gedaan kon krijgen. Wetend dat zijn perfecte lichaam dienst deed als lokmiddel voor zijn volgende slachtoffer. Genietend van de zelfwaan gleed hij door het drassige stuk weiland, groene sprieten prikten onder zijn poten en dauwdruppels gleden over zijn crème-witte pels. Bladkaal was gaf een voorproefje van wat nog ging komen. Kleine ijskristallen blikkerden tussen het lange gras. De aarde was niet meer zompig en indrukbaar, ze was hard en koud. Op de varens verschenen dunne laagjes, reflecterende rijp, smeltend in het karige zonlicht. Gras werd langzaamaan vervangen donkere afgestorven mossen en door kale bomen kreunend onder het gewicht van de naderende winter. Het voelen van nieuwe, onvertrouwde grond wekte pijnlijke herinneringen op die waren verbannen naar de randen van zijn wezen. Herinneringen vol bloed en wraak, vervuld van het zieke verraad en het pijnlijke missen. Beelden die hem hadden geleerd dat liefde niet bestond en dat het gevaarlijk was, kneedbaar en het plots kon omslaan in je einde. Ondanks de pijn die hem langsbinnen uit verteerde lieten zijn kleurloze ogen geen emotie door. Een dodelijk filter die zwakte uit zijn iris hield en plots van koud naar dodelijk charmant konden springen. Diamonds transparante kijkers gleden over het woud dat het weiland absorbeerde. Het gewone loof stond er kaal bij, prooi was verdwenen of gestorven, pootafdrukken in de grond waren onmogelijk door de ijzige koude. Een dunne rivier leidde als een zilveren lint door het woud, tussen struiken en stenen door, klotsend tegen de oever van kiezel en grind. Naar mate de grond afhelde naar het water, hoe meer bomen er verdwenen, alsof ze oplosten in de onvruchtbare steen-grond. tussen het gruis een de bomen in lagen grotere keien, lang en plat. Tussen de saaie stenen zat onopvallend, als een wants zich verschuilend onder boomschors, een schoon gewassen, bruine poes. Donkere strepen kleurden haar kop en slingerden zonder een duidelijk patroon over haar lichaam. Diamond kon de afgunst tegenover hem ruiken. Bloodclan katten waren niet echt populair, begrijpelijk, Scourge was veel te trots om ook aar toe te geven dat er katten waren beter dan de bloodclan. Maar vele oudere katten waren uit de selecte groep verdwenen en het breidde steeds uit, nieuwe katten die dachten dat ze koud en kil waren. Oude kittypets die van huis gevlucht waren en beweerden dat ze Scourges opvolger hoorden te worden vanwege die ene, onopvallende gelijkenis. Diamonds blik werd bij elke stap charmanter, een duister speels licht knetterde in zijn zicht. "Gegroet, BloodClan kater" Mauwde de bruine poes hem zonder interesse toe. Ze was een harde, begreep Diamond. De kater bevochtigde zijn droge lippen, een aankondiging noemde Song het. Het puntje van zijn staart zwiepte heen en weer op het ritme van Diamonds pootstappen. "Gegroet, rouge poes" Mauwde hij, zijn stem was melodieus als die van een zanger. Nonchalant sprong hij op de lange steen, waar de poes plaats op had genomen. De gestroomlijnde kater liet niet merken dat het moeizaam ging om plaats te nemen, het was net groot genoeg om hen twee van plaats te verschaffen. "Hoe is het ermee, gestreepte" Diamond zette zich nogal ongemakkelijk naast de bruine poes. Hij voelde zijn lichte vacht tegen de hare schuren. "Oh, sorry" De kater vormde een schaapachtig lachje. Snel keek hij weg, zijn lichaam weerspiegelde in het water, in Diamonds ogen scheen een lichte beschaamdheid. Onder de schijn vormde een sluwe glimlach, verdrongen achter het vriendelijke beschaafde masker, onzichtbaar voor menig dieren oog. Snel schijfelde hij wat opzij, zijn rechterpoot schoof van de gladde kei af. "Eum.. wat doe je hier" bracht Diamond het gesprek moeizaam opgang. Zijn blik was een verwarrende combie van onhandige charme. De jonge bloodclanner voelde in zijn hart het kille monster ontwaken dat hij elke dag opnieuw verborg achter het verleidelijke masker.
>Song is de kater die hem heeft groot gebracht (;
|
| | | |
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |